Grammatica: herhalen ng/wg en samengestelde zinnen

Grammatica
Je weet weer wat een naamwoordelijk en werkwoordelijk gezegde is
Je kunt enkelvoudige en samengestelde zinnen herkennen
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Grammatica
Je weet weer wat een naamwoordelijk en werkwoordelijk gezegde is
Je kunt enkelvoudige en samengestelde zinnen herkennen

Slide 1 - Diapositive

Gezegde
Naamwoordelijk: zegt wat iemand is (of wordt)
Werkwoordelijk: zegt wat iemand doet

Koppelwerkwoord:
komt voor in een naamwoordelijk gezegde
koppelt het onderwerp aan een eigenschap

Slide 2 - Diapositive

Een klas van het Minkema College gaat op kamp.
A
Naamwoordelijk
B
Werkwoordelijk

Slide 3 - Quiz

1ga is een leuke klas.
A
Naamwoordelijk
B
Werkwoordelijk

Slide 4 - Quiz

Een klas van het Minkema College vindt wiskunde vervelender dan Frans
A
Naamwoordelijk
B
Werkwoordelijk

Slide 5 - Quiz

Een klas van het Minkema College is cool
A
Naamwoordelijk
B
Werkwoordelijk

Slide 6 - Quiz

Samengestelde zinnen
De zinnen die we tot nu hebben behandeld hebben één persoonsvorm. Dan noem je de zin enkelvoudig.

Er zijn ook zinnen met meer persoonsvormen. Dat noem je samengestelde zinnen

Slide 7 - Diapositive

Samengestelde zinnen
Voorbeeld:

Enkelvoudig: Volgende week is het vakantie. 

Samengesteld: Volgende week is het vakantie, maar ik ga niks leuks doen. 

Slide 8 - Diapositive

Ik volg de online les, maar ben steeds afgeleid.
A
Enkelvoudig
B
Samengesteld

Slide 9 - Quiz

Samen lopen wij vanavond een rondje door het dorp.
A
Enkelvoudig
B
Samengesteld

Slide 10 - Quiz

Samen hebben wij vanavond een rondje gelopen, terwijl we luisterden naar de fluitende vogels.
A
Enkelvoudig
B
Samengesteld

Slide 11 - Quiz

Samen hebben wij vanavond een rondje gelopen, terwijl we luisterden naar de fluitende vogels.
A
wg + wg
B
wg + ng
C
ng + ng
D
ng + wg

Slide 12 - Quiz

Ik moest gisteren lopen, omdat mijn fiets kapot was.
A
Enkelvoudig
B
Samengesteld

Slide 13 - Quiz

Ik moest gisteren lopen, omdat mijn fiets kapot was.
A
wg + wg
B
wg + ng
C
ng + ng
D
ng + wg

Slide 14 - Quiz

Opdracht
Lees in het grammaticaboekje p. 21 en 22 goed door.
Maak daarna opdracht 12. 
Je hebt 10 minuten de tijd.

Ben je klaar? Lees dan even in je boek. 

Slide 15 - Diapositive

Antwoorden
  1. wg + wg
  2. wg + wg
  3. wg + ng
  4. ng + ng
  5. ng + wg 

Slide 16 - Diapositive

Opdracht: mindmap maken
Maak een mindmap over alles wat je nu weet over grammatica.

Blader je boekje nog eens door om te kijken wat we allemaal hebben behandeld. 

Doel: mindmap maken, zodat iedereen na de vakantie weet wat we hebben gedaan!

Slide 17 - Diapositive