2VMBO Recap Theme 5 & 6

Good monday Morning!
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Good monday Morning!

Slide 1 - Diapositive

planning
do exercises to prepaire for the testweek

Slide 2 - Diapositive

What do you need to learn for the test?
Theme 5 (words / stones)
  • Present Perfect & Past Simple
  • Future: Present Continuous (apart in de toets)

Theme (words / stones) 
  • Prepositions of place (voorzetsels van plaats)
  • tag questions

Slide 3 - Diapositive

Get to work
Wat ga je doen?

  1.  check je stones wb.p. 39 (ex. 20/21/22)
  2. start aan de test yourself wb.p. 46
  3. Steek je hand op als je klaar bent voor antwoordblad.
  4. ga leren voor de toetsweek
timer
15:00

Slide 4 - Diapositive

Check your test
phones in the phone bag


Slide 5 - Diapositive

Are you ready for the Engelish testweek test?
Yes I will be fine!
Yes but I need to do some work
Yes but I need to do a lot of work
No, I need help

Slide 6 - Sondage

Check your test
  1. count your points check for mistakes.
  2. look at what you need to improve for the testweek
  3. WRITE THAT DOWN! 

Homework for tomorrow: test yourself = finished 
learn for the testweek! 

Slide 7 - Diapositive

You've reached the end.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Present Perfect & Past Simple

Slide 10 - Carte mentale

Present Perfect:
  • have/has + voltooid deelwoord
    I have lived in London since 2014.
    (ben er toen begonnen met wonen, doe ik nu nog steeds)
  • Iets uit het verleden is nu nog aan de gang/merkbaar.
  • Hulpwoord: FYNEJAS
Past Simple: 
  • werkwoord + -ed of onregelm. ww.
    I lived in London in 2014.
    (ik heb er toen een tijdje gewoond, maar ben ook weer weggegaan.
  • Volledig afgeronde gebeurtenis in het verleden.
  • Hulpwoord: LADY W 
FYNEJAS
For, Yet, Never, Ever, Just, Already, Since
Voltooid deelwoord
Laatste kolom met woorden op pagina 161 van je textbook of het werkwoord + -ed!
onregelmatig werkwoord
2e kolom op pagina 161! 
Lady W
Last, Ago, Date, Yesterday, When 

Slide 11 - Diapositive

Exercise 2: Put in the correct form
Er volgen een paar zinnetjes. 
Zet deze in de juiste vorm (Present Perfect of Past Simple)

Slide 12 - Diapositive

It ____ on tv last week. (to be)

Slide 13 - Question ouverte

It ____ on Netflix since December. (to be)

Slide 14 - Question ouverte

It ____ on Netflix since December. (to be)

Slide 15 - Question ouverte

Word order
De volgorde van de woorden in een zin staat min of meer vast. 

Geef in het volgende overzicht aan welk woord op welke plaats moet komen te staan. 

Slide 16 - Diapositive

Word order
Een tekst kan uit 5 onderdelen bestaan. Zet deze in de juiste volgorde
Wie
Doet
Wat
Waar 
Wanneer

Slide 17 - Question de remorquage

Exercise 5: Put the correct order.
You are going to see a few sentences. Put the words in the correct order.

Slide 18 - Diapositive

Put in the correct order
John
likes
eating hamburgers
at McDonalds 
on Saturday

Slide 19 - Question de remorquage

Put in the correct order
My mother
works
at the Supermarket

Slide 20 - Question de remorquage

Put in the correct order
She
bought
last weekend
new sneakers

Slide 21 - Question de remorquage

Future: Present Continuous
am / is / are + werkwoord + -ing
I am meeting my mother this afternoon.

Een afspraak in de nabije toekomst waarvan tijd en/of plaats vast staat.

Is het een plan verder in de toekomst? am / is / are + going to
I am going to see my family in the USA next summer.

Slide 22 - Diapositive

Prepositions of place
Met prepositions of place (voorzetsels van plaats) kan je aangeven waar iets is. Noem in de volgende woordweb alle prepositions of place die jij kent. 

Slide 23 - Diapositive

Prepositions of place

Slide 24 - Carte mentale

Prepositions of place
On     gebruik je voor oppervlaktes en openbaar vervoer (bus,                    trein, vliegtuig, etc)
In       gebruik je voor wegen, steden, landen, afgesloten                                gebieden, afgesloten ruimtes.
At      huisnummers en (namen van) gebouwen.

De rest uit het boek uit je hoofd leren. 
On
I am on the bus, I am on the plane, etc.

NIET: I am on school (dan zit je op het dak van het gebouw!)
In
I live in The Netherlands, I am in the classroom, etc.
At
I am at school. I work at the hospital. We live at number 29. etc.

Slide 25 - Diapositive

Learning tips?

Slide 26 - Carte mentale