3.4 Schrijven en formuleren - Talent

Nederlands klas 2

  • Pak je schrift en ga rustig zitten
  • Pak je leesboek , Talent en je etui op tafel
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Nederlands klas 2

  • Pak je schrift en ga rustig zitten
  • Pak je leesboek , Talent en je etui op tafel

Slide 1 - Diapositive

Lekker lezen
Pak je schrift en begin met lezen
We blijven stil zodat we allemaal rustig kunnen lezen



timer
10:00

Slide 2 - Diapositive

Vul het juiste schooltaalwoord in bij de zin. 
Kies uit: beschrijven, onderzoeken, samenvatten, verklaren, beoordelen.

1. De wetenschapper wil eerst het probleem goed __________ voordat hij een oplossing zoekt.

2. Kun je in een paar zinnen het verhaal __________?

3. Kun je precies __________ hoe het dier eruitziet?

4. De leraar gaat mijn werkstuk __________ en een cijfer geven.

5. Kun je __________ waarom je die keuze hebt gemaakt?



Startopdracht
timer
10:00

Slide 3 - Diapositive

Welke schooltaalwoorden passen het best bij de volgende situaties?

A. Je legt uit waarom iets gebeurt.
• a) Vergelijken
• b) Verklaren
• c) Herkennen
B. Je zoekt de verschillen en overeenkomsten tussen twee dingen.
• a) Toelichten
• b) Concluderen
• c) Vergelijken
C. Je geeft kort de belangrijkste informatie van een tekst.
• a) Samenvatten
• b) Beschrijven
• c) Beoordelen


Startopdracht
timer
10:00

Slide 4 - Diapositive

  • Gebruik je iPad alleen als dat nodig is. 
  • Wil je iets vertellen, graag je vinger omhoog.
  • We luisteren naar elkaar, ook om te leren.
  • We gaan niet naar de wc, tenzij het écht niet anders kan. 

Afspraken

Slide 5 - Diapositive

Check
Hoe voel je je op dit moment?
😒🙁😐🙂😃

Slide 6 - Sondage

3.4 Schrijven en formuleren
In deze paragraaf leer je


* hoe je een betoog schrijft
* hoe je je mening opschrijft
* hoe je argumenten bij je mening geeft
* hoe je korte en lange zinnen afwisselt in een tekst

* kun je een betoog schrijven


Slide 7 - Diapositive

Wat weet je nog van de vorige les?
(schrijven en formuleren)

Slide 8 - Carte mentale

Talent  blz. 176

Maak aantekeningen, schrijf moeilijke woorden op en noteer de begrippen
Instructie en Aantekeningen

Slide 9 - Diapositive

Formeel of informeel
Weet je het nog?

Als je een berichtje stuurt aan een vriend(in) of je ouders, gebruik je informele taal: je schrijft je en jij en je gebruikt emoticons. Je schrijft vaak zoals je spreekt.

In zakelijke e-mails is dat anders. Daar gebruik je officiële taal, formeel taalgebruik. Let dan op de volgende punten:
- spreek de ander aan met u;
- gebruik nette woorden;
- schrijf in hele zinnen.

Slide 10 - Diapositive

Weet je het nog?
Een zakelijke brief schrijf je volgens een vaste indeling.

inleiding
• Je vertelt waarom je de brief schrijft: de aanleiding.
• Je vertelt ook wat je wilt: het doel van je brief.

kern
• Je legt uit wat je precies wilt weten of je geeft zelf informatie. Hierbij kun je de 5W1H-vragen gebruiken.
• De kern kan meer alinea’s hebben: voor elk deelonderwerp gebruik je één alinea.

slot
• Je schrijft in de laatste alinea wat je van de lezer wilt.
• Je kunt de lezer ook bedanken voor de moeite of de aandacht.

Slide 11 - Diapositive

Schrijven in alinea's
Een zakelijke tekst is ingedeeld in alinea’s. Dat geldt ook voor een zakelijke brief (of zakelijke e-mail). Door goede alinea’s wordt de opbouw van je tekst duidelijk. Daarmee help je de lezer, zodat die de tekst beter kan begrijpen.

• Bespreek in elke alinea één deelonderwerp.

• Begin de alinea met de kernzin. Dat is de belangrijkste zin.


Slide 12 - Diapositive

Betoog schrijven

Slide 13 - Diapositive

 schrijven & formuleren 3.4
Bedenk een stelling
Een stelling is een mening, vaak geformuleerd als feit.

Bijvoorbeeld: 

KeiPlaza moet de hele dag geopend zijn.

Slide 14 - Diapositive

 schrijven & formuleren 3.4
 Maak je schrijfplan (opdr. 10 A en B)

Schrijf de stelling kort op een papier en 
zet er een cirkel om. 
Bedenk argumenten voor extra kleedgeld
Onderstreep 3 argumenten waarover je 
wilt gaan schrijven
timer
5:00

Slide 15 - Diapositive

Aan het werk!

Ik wil graag nog meer uitleg
Ik ga de opdrachten uit het boek maken.
NUMO

Slide 16 - Sondage

Nakijken
opdr. 11 
Wat?
 opdr. 11 schrijftaak - betoog schrijven is nu af

Hoe?
Eerst de opdracht goed lezen. 
Je mag samenwerken, zachtjes overleggen
Hulp
Vraag? Steek je vinger op.
Tijd
Timer
Klaar?
Sprongtoets NUMO
Opdracht 
timer
15:00

Slide 17 - Diapositive

3.4 Schrijven en formuleren
In deze paragraaf heb je geleerd:

 * hoe je een betoog schrijft
* hoe je je mening opschrijft
* hoe je argumenten bij je mening opschrijft
* hoe je korte en lange zinnen afwisselt in een tekst
* en kun je een betoog schrijven

Slide 18 - Diapositive

HOE GING HET DEZE LES?
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Sondage

Bij de les?

-Alles af?

- Vragen?
Volgende les:

Start Woorden 3.5

Slide 20 - Diapositive