2kgt 3.4 Schrijven en formuleren

3.4 Schrijven en formuleren
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

3.4 Schrijven en formuleren

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
IN DEZE PARAGRAAF LEER JE:
  • hoe je een betoog schrijft;
  • hoe je je mening en argumenten geeft;
  • hoe je korte en lange zinnen afwisselt in je tekst.

Slide 2 - Diapositive

Dit weet je al over feiten en meningen. Welke zin is goed?
A
Als je vertelt wat je van iets vindt, dan geef je je mening
B
Als je de reden geeft waarom je iets vindt, vertel je een feit

Slide 3 - Quiz

Feit
Mening
Ik vind mijn broer vaak irritant.
Mijn nieuwe mobiel kostte 148 euro.

Slide 4 - Question de remorquage

Een betoog schrijven
  • In een betoog geef je je mening over een onderwerp. 
  • Je wilt de lezer overtuigen van jouw mening. 
  • Je gebruikt hiervoor argumenten.

Slide 5 - Diapositive

Een betoog schrijven

Slide 6 - Diapositive

Waar of niet waar? In een betoog geef je je mening over een onderwerp.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Waar of niet waar? Met argumenten leg je je mening uit
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Korte en lange zinnen
  • Een tekst lees prettig als je niet steeds dezelfde woorden herhaalt.
  • Je kunt bijvoorbeeld verwijswoorden, synoniemen, of omschrijvingen gebruiken. 

Slide 9 - Diapositive


Wat is een verwijswoord?

Slide 10 - Question ouverte


Wat is een synoniem?

Slide 11 - Question ouverte


Wat is een omschrijving?

Slide 12 - Question ouverte

Voegwoorden
  • Voegwoorden gebruik je om twee zinnen aan elkaar te plakken (samen te voegen).
  • Voorbeelden van voegwoorden zijn: maar, want, omdat, en, of
Ga jij met de bus of ga jij met de fiets?
Ik ga liever met de bus, want dan word ik niet moe.

Slide 13 - Diapositive

Maak van de lange zinnen twee korte zinnen. Haal het voegwoord weg.
Hij is nog jong, dus hij weet wat ons bezighoudt.

Slide 14 - Question ouverte

Aan de slag
Maak opdracht 1, 2, 3, 4, 6, 7 en 8 

Slide 15 - Diapositive