De Winter & Sneeuw Quiz

De Winter-Quiz
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
MentorlesMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

De Winter-Quiz

Slide 1 - Diapositive

In Friesland wordt er tijdens een periode van lange vrieskoude een grote schaatswedstrijd gehouden. Hoe heet deze wedstrijd?
A
De elf-dorpen-tocht
B
De elf-steden-tocht
C
De twaalf-steden-tocht
D
Tocht der Schaatsgemeenten

Slide 2 - Quiz

Slide 3 - Diapositive

Wanneer is de winter begonnen?
A
21 januari
B
20 januari
C
25 december
D
21 december

Slide 4 - Quiz

Hoe dik moet het ijs van natuurwater zijn om er veilig op te kunnen schaatsen?
A
2 centimeter
B
8 centimeter
C
12 centimeter
D
50 centimeter

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Diapositive

Bij ons is januari de eerste maand van het jaar. Welke maand was bij de oude Romeinen?
A
December
B
Maart
C
Juni
D
September

Slide 7 - Quiz

Wat deden mensen vroeger onder hun kleding om warm te blijven?
A
kranten
B
handdoeken
C
hout
D
plastic

Slide 8 - Quiz

Welk dier houdt geen winterslaap?
A
egel
B
vleermuis
C
hamster
D
wasbeer

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Diapositive

Wat gebeurt er bij dieren in winterslaap?
A
het hart stopt
B
de ademhaling is sneller om warm te blijven
C
de temperatuur van het dier daalt tot bijna 0 graden
D
de temperatuur van het dier stijgt door een extra dikke vacht

Slide 11 - Quiz

Welke vitaminen hebben dier & mens te kort in de winter door gebrek aan zonlicht?
A
Vitamine A
B
Vitamine B
C
Vitamine C
D
Vitamine D

Slide 12 - Quiz

Waarom bevriezen zaden in de grond in de winter niet?
A
Ze bevatten veel vet
B
Ze zitten te diep in de grond
C
Ze bevriezen wel, maar kunnen daar tegen
D
Er zit geen water in de grond

Slide 13 - Quiz

In welk land noemt men de winter 'hiver'?
A
Italië
B
Frankrijk
C
Duitsland
D
Polen

Slide 14 - Quiz

Wat is ijzel?
A
Regendruppels die bevriezen op de grond
B
Bevroren sneeuwvlokken
C
Regendruppels die bevriezen in de lucht
D
Mist

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Diapositive

Wat is influenza?
A
Een ander woord voor 'smeltend ijs'
B
Een ander woord voor 'poollicht'
C
Een ander woord voor 'griep'
D
Een ander woord voor 'maneschijn'

Slide 17 - Quiz

Wat is een ander woord voor het winterse gerecht erwtensoep?
A
prut
B
flodder
C
pap
D
snert

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Diapositive

Welke stof uit onze kleding houdt ons het warmst?
A
wol
B
katoen
C
zijde
D
polyester

Slide 20 - Quiz

Waarom bevriest water in een vijver altijd bovenaan en niet onderin de vijver?
A
Omdat het water boven in de vijver kouder is dan beneden
B
Omdat het water onderaan niet kan bevriezen
C
Omdat er beneden vissen zwemmen en die maken het ijs stuk
D
Omdat er planten op de bodem staan die niet snel bevriezen

Slide 21 - Quiz

Uit hoeveel grote punten bestaat een sneeuwvlokje?
A
4
B
6
C
8
D
10

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Diapositive

Ik ben gek op het winterseizoen!
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Sondage