Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 80 min
Éléments de cette leçon
Les 5 periode 4
bgl@segbroek.nl
bru@segbroek.nl
Slide 1 - Diapositive
Planning
Herhaling alle berekeningen
Zelf oefenen met berekeningen
Reken SO maken
Huiswerk: afmaken par. 7.3
Slide 2 - Diapositive
Leerdoelen
Je kan het inkomen per hoofd van de bevolking berekenen
Je kan de prijs van een product berekenen met behulp van de wisselkoers
Je kan procenten uitrekenen
Je kan met procenten rekenen
Slide 3 - Diapositive
7.3 Hoe rijk zijn wij?
Inkomen per hoofd van de bevolking
Slide 4 - Diapositive
Hoeveel miljoen is € 456 miljard?
A
€ 0,456 miljoen
B
€ 4,56 miljoen
C
€ 456.000 miljoen
D
€ 456.000.000 miljoen
Slide 5 - Quiz
7.3 Hoe rijk zijn wij?
Het nationaal inkomen van Nederland is
€ 688 miljard. Er zijn 17,1 miljoen inwoners.
Bereken het inkomen per hoofd van de bevolking.
Rond af op hele euro's.
Tip
€ 688 miljard = € 688.000 miljoen
Slide 6 - Diapositive
Wisselkoers
Je wilt een broodje kopen in New York voor $ 4,50.
De wisselkoers is € 1 = $ 1,07
Hoeveel euro betaal je voor dit broodje?
Slide 7 - Diapositive
Rekenen met procenten
Twee verschillende soorten vragen
Wanneer je een procent krijgt en een getal moet berekenen
Wanneer je twee getallen krijgt een een procent moet berekenen
Slide 8 - Diapositive
Ik ga op de markt appels verkopen. Ik neem 550 appels mee en verkoop 62% van mijn appels. Hoeveel appels heb ik verkocht?
Slide 9 - Question ouverte
Klas 2M3 heeft met een actie voor Unicef € 682 opgehaald. Daarvan is € 461 verdiend met sponsoractiviteiten. Hoeveel procent van de opbrengst verdienden ze met sponsoractiviteiten?
Slide 10 - Question ouverte
Oefenen
Bekijk de groene blz aan het einde van H7 blz 214 en 215.
Gebruik de opdrachten daar om nog 10 min te oefenen. De antwoorden staan op de Classroom.
Na die 10 min beginnen we met het SO
Slide 11 - Diapositive
SO
Jullie hebben 25 min voor het SO.
Je wacht netjes tot de rest van de klas klaar is.
Klaar? Paragraaf 7.3 afmaken (= huiswerk volgende week)