Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Hoe groot is onze wereld?
2D
§7.1 Import of export?
§7.2 Wat doet de Europese Unie?
§7.3 Hoe rijk zijn wij?
§7.4 Eerlijk zullen we alles delen?
Slide 1 - Diapositive
Vandaag
1. Doelen
2. Theorie §7.3
3. Opdrachten maken
4. Reflectie & afsluiting
Toets H7 Woensdag 5 juli
Slide 2 - Diapositive
Doelen vandaag
Je kunt kenmerken van ontwikkelingslanden noemen.
Je weet hoe je de welvaart van landen kunt vergelijken.
Je kunt het inkomen per hoofd van de bevolking berekenen.
Je kunt uitleggen wat een vicieuze cirkel is.
Slide 3 - Diapositive
Waaraan denk jij bij het woord 'ontwikkelingslanden'?
Slide 4 - Carte mentale
7.3 Hoe rijk zijn wij?
Ontwikkelingsland:
land met veel armoede, slechte gezondheidszorg en weinig onderwijs
problemen:
armoede
ondervoeding
hoge kindersterfte
weinig artsen
vaak kinderarbeid
Slide 5 - Diapositive
Rijk land
Ontwikkelings-
land
veel armoede
goede wegen
kinderarbeid
weinig onderwijs
slechte gezondheidszorg
veel medicijnen
veel zelfvoorziening
Slide 6 - Question de remorquage
Slide 7 - Vidéo
7.3 Hoe rijk zijn wij?
Welvaart:
de mate waarin je in je behoeften kunt voorzien
Hiervoor kijken we naar het:
inkomen per hoofd van de bevolking
= nationaal inkomen : aantal inwoners
Slide 8 - Diapositive
7.3 Hoe rijk zijn wij?
Inkomen per hoofd van de bevolking
Slide 9 - Diapositive
7.3 Hoe rijk zijn wij?
Het nationaal inkomen van Nederland is
€ 688 miljard. Er zijn 17,1 miljoen inwoners.
Bereken het inkomen per hoofd van de bevolking.
Rond af op hele euro's.
Tip
€ 688 miljard = € 688.000 miljoen
Slide 10 - Diapositive
7.3 Hoe rijk zijn wij?
Het nationaal inkomen van Nederland is
€ 688 miljard. Er zijn 17,1 miljoen inwoners.
Bereken het inkomen per hoofd van de bevolking.
Rond af op hele euro's.
€ 688.000 miljoen : 17,1 miljoen = € 40.233,9... -->
€ 40.234
Tip
€ 688 miljard = € 688.000 miljoen
Slide 11 - Diapositive
7.3 Hoe rijk zijn wij?
Vicieuze cirkel:
Het gevolg van het ene probleem is weer de oorzaak voor ander probleem
Hulp van buitenaf is nodig om de cirkel te doorbreken
Slide 12 - Diapositive
7.3 Hoe rijk zijn wij?
Geen geld voor
onderwijs
2
Doen ongeschoold werk
3
Laag inkomen
4
Slide 13 - Diapositive
Hoe noemen we de afbeelding hiernaast?
A
Doorlopende cirkel
B
Oneindige cirkel
C
Vicieuze cirkel
D
Dubieuze cirkel
Slide 14 - Quiz
Wat is GEEN kenmerk van een ontwikkelingsland?
A
Slechte gezondheidszorg
B
Goede infrastructuur
C
Kinderarbeid
D
Slecht onderwijs
Slide 15 - Quiz
Juist of onjuist? Door import gaat er een geldstroom naar het buitenland.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 16 - Quiz
Wat is een reden om te exporteren?
A
Geen grondstoffen aanwezig in NL
B
Goedkoper gemaakt in het buitenland
C
Ongeschikt klimaat
in NL
D
Geld verdienen
Slide 17 - Quiz
Goederen importeren en daarna meteen weer exporteren, noemen we ...
A
wederverkoop
B
wederuitvoer
C
doorverkoop
D
open uitvoer
Slide 18 - Quiz
Bij een open economie is er sprake van ...
A
weinig import en
weinig export
B
weinig import en
veel export
C
veel import en
weinig export
D
veel import en
veel export
Slide 19 - Quiz
Als de wisselkoers van de € stijgt, dan ...
A
wordt de € duurder
B
wordt de € goedkoper
Slide 20 - Quiz
Als de wisselkoers van de euro stijgt, dan worden onze producten duurder voor het buitenland.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 21 - Quiz
Als de wisselkoers van de euro daalt, is het voor ons .... om te importeren.
A
goedkoper
B
duurder
Slide 22 - Quiz
Juist of onjuist? Door vrijhandel wordt het goedkoper om producten te importeren.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 23 - Quiz
Juist of onjuist? Binnen de EU is er sprake van protectie.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 24 - Quiz
Hoeveel miljoen is € 456 miljard?
A
€ 0,456 miljoen
B
€ 4,56 miljoen
C
€ 456.000 miljoen
D
€ 456.000.000 miljoen
Slide 25 - Quiz
Wat zijn invoerrechten?
A
Belasting op importproducten
B
Subsidie op importproducten
C
Recht om producten in te voeren
Slide 26 - Quiz
Kies in de volgende tekst telkens de juiste woorden:
Met invoerrechten maakt de overheid de ...1... (import/export) van buitenlandse goederen ...2... (goedkoper/duurder).
...1...
...2...
import
export
goedkoper
duurder
Slide 27 - Question de remorquage
Door invoerrechten kopen consumenten ...1... (meer/minder) producten uit ons eigen land. Dat is ...2... (wel/niet) goed voor de werkgelegenheid in Nederland.
...1...
...2...
meer
minder
wel
niet
Slide 28 - Question de remorquage
Welke formule is juist?
A
deel : geheel x 100
B
deel : geheel : 100
C
deel x geheel x 100
D
deel x geheel : 100
Slide 29 - Quiz
Aan het werk!
Maken opgaven § 7.3 (blz. 196)
32 t/m 40
Klaar? Nakijken
Bij opgave 35 gebruik je de formule: deel ÷ geheel × 100