2.3 Massa & volume, grootheden & eenheden

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

2.3 massa en volume

Lesdoel

• Weten is het verschil tussen biologie, natuurkunde & scheikunde.
•  Leren wat een grootheid, eenheid en meetinstrument is.
• Leren hoe je natuurkundige aantekeningen maakt.
• Leren wat een voorvoegsel is.

Eindelijk echt natuurkunde

maar wat deden we dan eerst?

• biologie:     over dingen die leven
• scheikunde:    over hoe stoffen met elkaar reageren
• natuurkunde:     over de 'dode' natuur; het weer, elektriciteit krachten, 

Een aantekening

Grootheid:   wat je meet

Eenheid:    waarin je een grootheid meet

meetinstrument:    apparaat of ding waarmee je meet

Een grootheid is

1. iets wat je meet
2. iets waarin je meet
3. iets waarmee je meet
4. iets hoe je meet

Een eenheid is

1. iets wat je meet
2. iets waarin je meet
3. iets waarmee je meet
4. iets hoe je meet

Kies de grootheid

1. Meter
2. Graden Celsius
3. Gram
4. Temperatuur

Welke grootheid meet deze politieagent?

1. De tijd
2. km per uur
3. Snelheid
4. Hoe snel een auto rijdt

Hieronder staan eenheden en grootheden. Welke is de eenheid?

1. Afstand
2. Energie
3. Massa
4. seconde

Welke eenheid hoort er bij de grootheid afstand

1. meter
2. kilogram
3. volt
4. lengte

Meten hoeveel er van iets is

Welke grootheid moet je meten voor dit recept?

Meten hoeveel er van iets is

massa:    hoeveelheid stof (hoe zwaar is het?)

volume:    hoeveel ruimte iets inneemt (hoe groot is het?)

Voorvoegsels; onthoudt:

1 ton = 1000kg

1 kg = 1000g       en     1km = 1000m

1g = 1000mg      en      1m = 1000mm

    

1m​3​​=1000dm​3​​=1000L

1dm​3​​=1000cm​3​​=1000mL

1cm​3​​=1mL

15 g = ......... mg

1. 150 mg
2. 1500 mg
3. 15000 mg
4. 0,15 mg

24 km = .......m

1. 0,24 m
2. 2400 m
3. 24000m
4. 2,4 m

0,7897 km = .......m

Volume bepalen met

Een maatcilinder als.....

De onderdompelmethode als......

Berekenen met een formule als ......

De onderdompelmethode

Met een formule voor een balk

V=l⋅b⋅h

Een formule voor een cilinder

V=π⋅r​2​​⋅h

V=π⋅straal⋅straal⋅hoogte

Zoek op je rekenmachine het knopje pi.

voor welk getal staat pi? (geef 5 cijfers achter de komma)

Even oefenen

De cilinder is 10 cm hoog en heeft een diameter van 6 cm

V=π⋅r​2​​⋅h

Welk plaatje heeft de juiste schaalverdeling?

Bereken het volume van deze voorwerpen

Opdracht

Wat: Lees H2.3

           maak de opdrachten van H2.3

Hoe: werk zelfstandig en alleen fluisterend

Tijd: deze les, anders huiswerk

Klaar: maak ook de plusopdrachten