Engels vooraf, Thema 3, Hoofdstuk 1

• Engels
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Hobby's en Uitgaan

Welke sport of hobby doe jij?

Iets wel of niet leuk vinden

I like:
(schrijf 3 dingen op in het Engels)

I don't like:
(schrijf 3 dingen op in het Engels)

Wat is de juiste zin?

1. This boy is playing football
2. He is shopping
3. He is not playing football

Wat is de juiste zin?

1. What about shopping?
2. I am a girl!
3. I don't know

Wat is de juiste zin

1. Hobby
2. park
3. remember

Wat is de juiste zin?

1. shopping
2. I don't know
3. city

Money

Great

Go out

Everybody

Late

Uitgaan

Geld

Fantastisch

Laat

Iedereen

Iets bestellen in het Engels

Voor hoeveel personen besteld de vader een tafel?

Wat vraagt de ober?

Wat is een:
Starter

1. Voorgerecht
2. Hoofdgerecht
3. Nagrecht

Wat geeft Paul aan zijn moeder?

1. Peper
2. Servet
3. Zout
4. Vork

Wat is:
Dessert

Wat wil de vader hebben van de ober?

Nemen de meisje het mee of eten ze het hier op?

1. Meenemen
2. Hier opeten

Wat wil het meisje niet op haar burger?

1. augurk
2. kaas
3. tomaat
4. uien

Wat is:
Spicy

1. Zoet
2. Zuur
3. Pittig

Hoe vaak eet de jongen fast food?