Engels Vooraf Thema 3 - les 3

Engels
Thema 3: hobby's en uitgaan

Hoe veel weet jij nog?

Test je kennis:
-Woorden vertalen
-Filmpje met vragen
-Samenwerkopdracht



1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsPraktijkonderwijsLeerjaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Engels
Thema 3: hobby's en uitgaan

Hoe veel weet jij nog?

Test je kennis:
-Woorden vertalen
-Filmpje met vragen
-Samenwerkopdracht



Slide 1 - Diapositive

Weet ik niet
A
I don't know
B
I don't like
C
No, thank you

Slide 2 - Quiz

Voetballen
A
Playing voetbal
B
Playing soccer
C
Playing football

Slide 3 - Quiz

Wat denk je van...
A
I don't know
B
Not anymore
C
Remember
D
How about

Slide 4 - Quiz

Wanneer
A
What
B
When
C
Who
D
Why

Slide 5 - Quiz

Hoe zeg je:
Ik vind winkelen niet leuk.

Slide 6 - Question ouverte

Hoe zeg je:
Ik vind voetbal leuk.

Slide 7 - Question ouverte

Vertaal:
Everybody
A
Overal
B
Ieder lichaam
C
Iedereen
D
Nergens

Slide 8 - Quiz

Vertaal:
That's right
A
Dat klopt
B
Dat klopt niet
C
Dat is niet waar
D
Dat is echt waar

Slide 9 - Quiz

Vertaal:
Late
A
liet
B
lief
C
let
D
laat

Slide 10 - Quiz

Money
Great
Go out
Everybody
Late
Uitgaan
Geld
Fantastisch
Laat
Iedereen

Slide 11 - Question de remorquage

Vertaal:
I don't have money

Slide 12 - Question ouverte













Iets bestellen in het Engels?

Slide 13 - Diapositive

10

Slide 14 - Vidéo

00:13
Voor hoeveel personen bestelt de vader een tafel?

Slide 15 - Question ouverte

00:53
Wat vraagt de ober?

Slide 16 - Question ouverte

01:01
Wat is een:
Starter
A
Voorgerecht
B
Hoofdgerecht
C
Nagrecht

Slide 17 - Quiz

02:00
Wat geeft Paul aan zijn moeder?
A
Peper
B
Servet
C
Zout
D
Vork

Slide 18 - Quiz

02:16
Wat is:
Dessert

Slide 19 - Question ouverte

02:51
Wat wil de vader hebben van de ober?

Slide 20 - Question ouverte

03:21
Nemen de meisje het mee of eten ze het hier op?
A
Meenemen
B
Hier opeten

Slide 21 - Quiz

03:49
Wat wil het meisje niet op haar burger?
A
augurk
B
kaas
C
tomaat
D
uien

Slide 22 - Quiz

04:17
Wat is:
Spicy
A
Zoet
B
Zuur
C
Pittig

Slide 23 - Quiz

04:45
Hoe vaak eet de jongen fast food?

Slide 24 - Question ouverte

Maak tweetallen

1 iemand is de ober. 1 iemand is de gast die gaat bestellen.
Schrijf op je werkblad wat je zou kunnen vragen en antwoorden. Maak goede zinnen.
Klaar met invullen? Wacht even tot we verder gaan met de les.

Slide 25 - Diapositive