Week 41 3 TL Duits

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Programm

Rückschau

Planung für heute

Taaltaak 1

Aufgaben der Woche 

Rückschau

Grammatik

Vorig jaar heb je geleerd dat je in het Duits net als in het Nederlands niet:

voor ik zegt, maar voor mij

en

für ich , aber für mich

Für mich oder für ich?

Voor mij of voor ik?         --> Für mich oder für ich?

Door jij of door jou?        --> Durch du oder durch dich?

Om hij of om hem?         --> Um er oder um ihn?

Je gebruikt de woorden mich, dich, ihn, uns, euch o.a. bij:

für, ohne, durch, um, bis, gegen 

Mit ich oder mit mir

Bij jou

Uit het

Naar hen

Met haar

Van mij

Aus

Von

Nach

Bei

Mit

ihm

mir

dir

ihr

ihnen

Waar is DU anders dan NL?

Grammatik

Met ik of met mij? -> Mit ich oder mit mir?

Bij jij of bij jou?-> Bei du oder bei dir?

Van hij of van hem?-> Von er oder von ihm

Na zij of na haar?-> Nach sie oder nach ihr?

Er zijn dus meer woorden zoals mit die net als in het Nederlands ik/jij/hij etc. doen veranderen

Planung für heute

Taaltaak 1

           - inleveren deze week

Aufgaben

           - Aufgaben der Woche

           - Arbeitsblatt

Opdr. 35 s. 50 Hören zusammen

1. Zet eerst alle woorden tussen de haakjes in de goede vorm
2. Check met het gesprek je antwoorden
3. Schrijf je aantal fouten naast de opdracht

Aufgaben der Woche

Benutze Grammatik auf Seite 48.

Aufgaben 31, 32, 33, 34, Arbeitsblatt und Taaltaak 1

Taaltaak 1

Vaak de revue laten passeren

Nog erg weinig opdrachten teruggekregen

Deze week inleveren

        - doe je dit niet dan krijg je een O in Som tot ingeleverd

        - dit heeft invloed op je cijfer 

Morgen

Taaltaak 1 afmaken

Aufgaben der Woche 41

Aufgaben 32, 33, 34, Arbeitsblatt und Taaltaak 1

padlet.com/gentiaancollegeduits