Niveau 2 - Domein 1

1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Niveau 2 - Domein 1
maten, gewichten, tijdeenheden

afronden op helen en decimalen

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

1. In een blikje zit 0,33____
A
Milliliter
B
Liter
C
Centiliter
D
Deciliter

Slide 4 - Quiz

2. De lengte van een kamer
is 8 ___​
A
Decimeter
B
Decameter
C
Hectometer
D
Meter

Slide 5 - Quiz

3. Een stukje vlees weegt 200___​
A
Gram
B
Kilogram

Slide 6 - Quiz

4. Een luchtballon vliegt op een hoogte van 100___​
A
Kilometer
B
Centimeter
C
D
Meter

Slide 7 - Quiz

5. Een usb-stick kost 12___​
A
Ton
B
Euro
C
GB
D
Meter

Slide 8 - Quiz

6. Op een usb-stick kan 1000___​
A
MB
B
kB
C
GB
D
TB

Slide 9 - Quiz

7. Een appel weegt 45___

A
Milligram
B
Kilogram
C
D
Gram

Slide 10 - Quiz

8. Een voetbalveld is 100___ lang

A
Centimeter
B
Decimeter
C
Meter
D
Kilometer

Slide 11 - Quiz

9. Een auto rijdt op de snelweg (zonder file) met een snelheid van 33___
A
km/h
B
m/s

Slide 12 - Quiz

10. Een Boeing 747 vliegt 920___

A
km/h
B
m/s

Slide 13 - Quiz

Kies de juiste eenheid:
zak aardappelen
A
kilogram
B
C
gram

Slide 14 - Quiz

Kies de juiste eenheid:
dopje wasmiddel
A
liter
B
centiliter
C
deciliter
D
milliliter

Slide 15 - Quiz

De pil weegt 750 mg.
Hoeveel gram weegt de pil?
A
750 gram
B
75 gram
C
7,5 gram
D
0,75 gram

Slide 16 - Quiz

Julia neemt een kwartaalabbonement op de krant. Hoeveel maanden neemt zij een abbonement?
A
3
B
4
C
12
D
6

Slide 17 - Quiz

Gwen gaat op kamp. Ze vertrekt op 27 augustus en blijft 7 nachten weg. Wanneer komt Gwen terug?
A
34 augustus
B
2 september
C
3 september
D
4 september

Slide 18 - Quiz

150 minuten = ... uur
A
1,5 uur
B
2,5 uur
C
150 uur
D
15 uur

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slaapzaal voor 6 personen. Hoeveel slaapzalen nodig voor 26 personen?

Slide 28 - Question ouverte

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Rond 3,52 af op helen

Slide 31 - Question ouverte

Rond 1,445 af op 1 decimaal.

Slide 32 - Question ouverte

Rond 6,5348 af op 2 decimalen.

Slide 33 - Question ouverte

Een pak koekjes heeft 8 koekjes, je wilt al je 25 klasgenoten een koekje geven. Hoeveel pakjes koekjes koop je?

Slide 34 - Question ouverte

Slide 35 - Diapositive