1.1 week 2a - les 2 Grip op informatie: Perspectief wisselen

Media les 2: 
Perspectief wisselen

Unit Burgerschap/Mediawijsheid - MM - Module 1.1 



1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
BurgerschapMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Media les 2: 
Perspectief wisselen

Unit Burgerschap/Mediawijsheid - MM - Module 1.1 



Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

BUR 1.1 thema 'Branche in beeld'

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

BUR 1.1 Opdrachten
Opdrachten BUR 1.1
1. Een gevuld Class Notebook/ afgetekende oefenopdrachten
2. opdr. 1 (behaald/niet behaald)
3. opdr. 2 (behaald/niet behaald)
4. opdr. 3 (behaald/niet behaald)
5. opdr. 4 (behaald/niet behaald)
6. opdr. 5 (behaald/nietbehaald)
Je hebt deze unit behaald als je heb voldaan aan deze criteria:

> Aanwezig zijn
> Actieve deelname tijdens lessen (doe je niet mee in LessonUp, dan 'afwezig')
> Oefenopdrachten zijn gemaakt en afgetekend (Class notebook en/of Teams opdrachten)
> Behaald/niet behaald opdrachten zijn behaald

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

BUR 1.1 - Leerdoelen 

  1. Ik kan mijn eigen normen en waarden benoemen en uitleggen welke normen en waarden gelden in de branche waar ik voor word opgeleid en welke normen en waarden gelden in mijn persoonlijke leefomgeving.
  2. Ik kan verklaren hoe mijn online identiteit is opgebouwd. Hoe ik mijn online privacy kan beschermen en hoe ik dien om te gaan met de persoonsgegevens van iemand anders.
  3. Ik ben kritisch op verkregen informatie door genoemde bronnen te achterhalen. Ik kan uitleggen waar je op moet letten om de beoordelen of een bron juiste informatie bevat.
  4. Ik kan feiten en mening onderscheiden. Ik baseer mijn mening op argumenten die ik kan onderbouwen met betrouwbare bronnen. Daarnaast noem ik voorbeelden om mijn verhaal kracht bij te zetten.
  5. Ik kan verschillende vormen van democratie en rechtstaat van elkaar onderscheiden en met elkaar vergelijken. Daarnaast kan ik de functie van media in een rechtstaat benoemen.




Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Deze unit behaald, als:
Je hebt deze unit behaald als je heb voldaan aan deze criteria: 
  
  • Aanwezig zijn; 
  • Actieve deelname tijdens lessen (in de klas en/of in LessonUp, dan 'afwezig'); 
  • Opdrachten tijdens de les zijn gemaakt; 
  • Teams-opdrachten en O/V/G/E-opdrachten zijn behaald.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aanwezig?
Fysieke les:
  • aanwezigheidsregistratie


Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Programma vandaag
  • Mail gelezen?
  • opdracht mis- des- mail info
  • vragen
  • nieuwsfoto
  • opdracht 

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verwachtingen
  • Zorg dat je op tijd bent. Om 9:00 starten we, en om 09:05 gaat de deur definitief dicht. Je kan dus niet op het half uur/later nog aansluiten in de les.  Later? 10:55 bij dit lokaal melden.
  • Huiswerk/opdracht gemist (bijv. omdat je ziek was)? Haal info op bij je medestudenten of mij. Huiswerkopdrachten deel ik altijd in Teams opdrachten en de deadline geldt voor iedereen.
  • Ben je fysiek aanwezig tijdens de les, maar niet mentaal aanwezig (met andere dingen bezig dan de les) dan mag je na een waarschuwing vertrekken en sta je op absent.
  • Verder: een proactieve werkhouding. Dat betekent: Niet schelden. Tassen/jassen etc. van tafel. Laptop dicht als ik uitleg geef. Als ik praat ben je stil. Je telefoon zit in je tas. 

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen vandaag:
3) “Ik ben kritisch op verkregen informatie door genoemde bronnen te achterhalen. Ik kan uitleggen waar je op moet letten om de beoordelen of een bron juiste informatie bevat.” 

4) “Ik kan feiten en mening onderscheiden. Ik baseer mijn mening op argumenten die ik kan onderbouwen met betrouwbare bronnen. Daarnaast noem ik voorbeelden om mijn verhaal kracht bij te zetten.” 

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen 
  • Je kan met behulp van de criteria bepalen of een bron betrouwbaar is.
  • Je kan de boodschap uit een bron halen.
  • Je kan vertellen wat het doel van de mediaboodschap is.
  • Je kan onderbouwen waarom de ene bron betrouwbaarder is dan de andere.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Beginsituatie van jou als student...
"Je beseft dat het format van een mediaboodschap de inhoud die wordt overgedragen bepaalt: het Journaal, bijvoorbeeld belicht een thema anders dan een entertainmentprogramma; een krant anders dan een nieuws-app."

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De vorige les...
  • Je hebt in vorige les geleerd waarop gelet kan worden om te bepalen of een bron betrouwbaar is. 
  • Maar... Je bent je (nog) niet bewust van het feit dat niet alle media hetzelfde perspectief laten zien.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe weet je of een bron betrouwbaar is?
Wat zijn vragen die je kunt stellen om de betrouwbaarheid te controleren?

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De vorige les zijn verschillende bronnen aan bod gekomen, die soms verschillende perspectieven innamen.
Hoe komt het dat een verhaal van verschillende kanten wordt belicht?

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

  • Media geven de werkelijkheid weer vanuit een bepaald perspectief. Mediaberichten zijn gemaakt door iemand met een bepaald belang of wereldbeeld. 
  • Het lijkt daarom praktisch onmogelijk om berichten volledig objectief te formuleren. Vaak is het perspectief duidelijk, zoals bij een reclamefilmpje waarbij je weet dat de maker iets wil verkopen. Maar niet altijd. Iedereen kan dingen op internet zetten en daarbij is het vaak niet duidelijk vanuit welk oogpunt het is geplaatst.
  • Media hebben verschillende doelen. Beantwoord op de volgende pagina welke doelen hebben de media?




Slide 15 - Diapositive

*
De media heeft invloed op de werkelijkheid. Klik op de link om jezelf meer te verdiepen in de invloed die media heeft: https://www.mediawijsheid.nl/invloed-media/
Welke doelen hebben de media?

Slide 16 - Carte mentale

*
  • Bespreek de antwoorden. Mogelijke reacties kunnen zijn: vermaken, informeren, overtuigen, beïnvloeden, geld verdienen, onthullen.

Slide 17 - Vidéo

*
Laat de video zien van NOS op 3, waarin wordt verteld over de journalistieke keuze bij het wel of niet delen van schokkende beelden. Bespreek met de studenten dat de persoon die een (nieuws)bericht schrijft, daarbij keuzes maakt en een doel heeft met het delen.

Slide 18 - Lien

*
  • Lees het artikel.
  • Bespreek met de groep het doel van dit artikel. 
  • vraag: Wat is het doel van het artikel?
  • Dit artikel heeft als doel te informeren over de misinformatie op twitter. Er wordt verteld over de tweets die onjuiste informatie bevatten. Maar naast het informeren over de misinformatie, wordt ook besproken hoe je zelf kunt checken door op afbeeldingen te zoeken of de afbeelding bij de gebeurtenis hoort. 
  • Waarom zal Pointer deze informatie ook delen?
Wat is het doel van dit artikel van Pointer?

Slide 19 - Carte mentale

*
  • Bespreek de antwoorden. Mogelijke reacties kunnen zijn: vermaken, informeren, overtuigen, beïnvloeden, geld verdienen, onthullen.
Doel artikel

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

*

Op de covid-ic-afdeling van het HagaZiekenhuis in Den Haag wordt gewerkt aan de zorg voor de coronapatiënten.Beeld Phil Nijhuis
Afgelopen week kwamen er 388 nieuwe covidpatiënten bij in de ziekenhuizen, van wie er 88 op de afdeling intensive care belanden. Wie zijn deze patiënten?

Marco Visser8 september 2021, 15:30
Het meest optimistisch stemmende cijfer in de maandelijkse rapportage die de stichting Nice deze week publiceerde, is het dalende aantal patiënten dat op de ic overlijdt. In juli en augustus stierf op de ic’s 13,3 procent van de covidpatiënten. Dat is een voorlopig percentage dat zal stijgen omdat er nog patiënten op de ic liggen bij wie de uitkomst nog ongewis is. Maar dat er een daling is, bevestigt ook Dave Dongelmans, voorzitter van stichting Nice en intensivist in het Amsterdam UMC.

Dat heeft deels te maken met de vaccinaties. Negen van de tien patiënten die nu met Covid-19 in het ziekenhuis terechtkomen, zijn niet of niet volledig gevaccineerd. “Die verhouding zie je ook terug op de ic’s”, zegt Dongelmans.

Nonresponders
“Je zit nu met een groep die zich bewust niet heeft laten vaccineren en mensen die bijvoorbeeld de taal niet goed begrijpen.” En met een kleine groep die ondanks vaccinatie toch ernstig ziek wordt. Dat kan, omdat het vaccin niet voor 100 procent beschermt tegen ernstige ziekte. Wel bijna overigens. Maar er is ook een groep zogeheten non-responders; mensen die geen of weinig antistoffen aanmaken na vaccinatie. Zij blijven kwetsbaar.


“Lagere sterfte komt natuurlijk ook doordat we ziekte steeds beter kennen”, zegt Dongelmans. Antistollingsmiddelen en ontstekingsremmers zorgen voor een betere prognose. Dat zijn middelen die vorig jaar zijn ontdekt als medicijn. Dit jaar is er nog weinig bij gekomen. Een proef van bloedbank Sanquin met antistoffen van bloeddonoren die covid hebben gehad, heeft nog niks opgeleverd, zo werd deze week bekend.

Lagere sterfte komt ook door meer kennis bij het medisch personeel. “We zien complicaties sneller aankomen”, zegt Dongelmans. “Longembolie bijvoorbeeld, wat eigenlijk geen complicatie is maar een uiting van de ziekte. We zijn daar meer op gespitst dan eerder. Als we het idee hebben dat er iets gebeurt, maken we nu snel een scan.”

Minder chronische ziektes
Al zijn de cijfers in de nieuwe rapportage van Nice nog niet compleet, zij geven wel een accuraat beeld van de gemiddelde leeftijd. Die daalt. Van 63 in maart vorig jaar naar 55 nu. De daling van de leeftijd is eenvoudig te verklaren. Dat heeft te maken met de volgorde van vaccineren. Ouderen waren als eerste aan de beurt en de vaccinatiegraad is er hoger. Dat is ook het geval bij de groep kwetsbaren; de mensen met chronische ziekten. De nieuwe cijfers laten zien dat hun aandeel op ic’s verder terugloopt. Vorig jaar had bijna de helft van de ic-patiënten met covid een chronische ziekte, nu is dat ongeveer een op de drie.

Vanaf het begin van de pandemie klinken al berichten dat op de ic’s vooral Nederlanders met overgewicht liggen. Sinds die tijd is de gemiddelde BMI, waarmee overgewicht wordt gemeten, alleen maar gestegen. Bij een BMI hoger dan 25 heeft iemand overgewicht. Vorig jaar maart was de BMI van ic-patiënten met covid 28,7. De afgelopen twee maanden steeg dat cijfer naar 30,1.

Met overgewicht op de ic
Een sluitende theorie voor de stijgende BMI heeft Dongelmans niet, maar een hypothese heeft hij wel. “Het kan zijn dat de bevolkingsgroepen die nu niet gevaccineerd zijn ook een hoger BMI hebben. Het ingewikkelde met de BMI is dat mensen met overgewicht een grotere kans hebben op de ic terecht te komen, maar liggen zij eenmaal op de ic, dan is de overlevingskans gelijk aan die van mensen met een gezond gewicht.”

Afgelopen maanden verschenen geregeld zorgwekkende berichten over zwangere vrouwen op de ic’s, die een verhoogd risico liepen op een te vroeg geboren of doodgeboren kind. “Maar van dat golfje zwangeren op de ic is bij mijn weten gelukkig niets meer te zien”, zegt Dongelmans. “Eerst was het advies aan zwangere vrouwen: vaccineer je niet. Daarna: doe het toch maar wel. Misschien hebben we een effect gezien van die uitgestelde vaccinaties.”

Lees ook:
Wat betekent het voor de zorg als corona een blijvertje blijkt? De toekomst van de ic in vijf scenario’s
Coronapatiënten zijn blijvertjes op de ic, denken ziekenhuizen. De hamvraag: hoe dan, op al die overbelaste afdelingen? Vijf wilde en minder wilde scenario’s.
Schrijf op welke gedachten en gevoelens
er opkomen bij deze foto.
Overleg niet met elkaar.
timer
3:00

Slide 22 - Question ouverte

*
  • Bespreek klassikaal wat iedereen heeft opgeschreven. 
  • Wat valt op aan de reacties? Zien studenten verschillende dingen op dezelfde foto? Waarin verschilt hun perspectief?\\Vertel wat het thema van de foto is. Studenten zoeken in groepjes naar wat media over het thema schrijven. Wat wordt er geschreven door de media? Herken je de perspectieven die ook in de klas worden genoemd? Hoe verschillen de media in manier van schrijven over het thema?
Elke groep schrijft op een A3-papier wat er wordt geschreven over het thema. Door een mindmap te laten maken wordt visueel gemaakt hoe de perspectieven van de media van elkaar verschillen.
Perspectief
  • Wat valt op aan de reacties? Zien jullie verschillende dingen op dezelfde foto?
  • Waarin verschilt jullie perspectief?

Slide 24 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 2
Het thema van de foto is... 
Zoek in groepjes naar wat andere media over het thema schrijven. 
  • Wat wordt er geschreven door de media? 
  • Herken je de perspectieven die ook in de klas worden genoemd? 
  • Hoe verschillen de media in manier van schrijven over het thema?

  • Elke groep schrijft op een A3-papier wat er wordt geschreven over het thema. Door een mindmap te laten maken wordt visueel gemaakt hoe de perspectieven van de media van elkaar verschillen. 
  • Maak de mindmap online op https://www.mindmeister.com/nl
timer
30:00

Slide 25 - Diapositive

*
Door een mindmap te laten maken wordt visueel gemaakt hoe de perspectieven van de media van elkaar verschillen.
https://www.telegraaf.nl/nieuws/565378350/kamer-worstelt-met-evacueren-en-asiel-verlenen-afghanen

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Lien

Opdracht 3
  • Vertel wat jullie als groepje hebben gevonden.
  • Dat doen we door de notulisten-methode: 1 student per groepje die, terwijl de groepjes vertellen over hun bevindingen, op het bord een mindmap maakt voor de hele groep. 

  • Staat de mindmap op het bord? Dan reageren we erop/bespreken we het:
  • Kunnen er verbanden worden gevonden? Zijn er bronnen die hetzelfde schrijven? Verbind deze met elkaar. 
  • Zijn er bronnen die iets anders schrijven? Verbind ook deze met elkaar. 
  • Waarin verschillen de bronnen van elkaar? Worden er bij sommige bronnen dezelfde experts geraadpleegd? Wie is die expert?


timer
15:00

Slide 28 - Diapositive

*
Door een mindmap te laten maken wordt visueel gemaakt hoe de perspectieven van de media van elkaar verschillen.
Verdiepingsopdracht

Slide 29 - Diapositive

*
Door een mindmap te laten maken wordt visueel gemaakt hoe de perspectieven van de media van elkaar verschillen.

Slide 30 - Vidéo

*
Laat een fragment zien uit de video van de Snijtafel (5:52 tot 7:45). 
In de video wordt de aflevering van De Wereld Draait Door geanalyseerd. Matthijs van Nieuwkerk zegt tegen Maarten van Rossem dat Maarten de Amerikaexpert is. In het fragment is te zien dat Maarten van Rossem deze stempel overdreven vindt, omdat Amerika een groot land is. Hij vergelijkt het met Europakenners, die dan kennis moeten hebben over Spanje, Oekraïne en Estland. Kan dat wel?

Bespreek na het zien van het fragment met de klas, dat talkshows zoals Jinek en De Wereld Draait Door zelf experts uitnodigen. Maar wie bepaalt of je een expert bent van iets?
Talkshows zoals Jinek en De Wereld Draait Door nodige zelf experts uit. Maar wie bepaalt of je een expert bent van iets?

Slide 31 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Lien

*
Daarnaast kun je dit fragment https://www.npo3.nl/propaganda/18-02-2021/KN_1725472/POMS_KN_16439431 uit het programma Propaganda laten zien, waarin wordt stilgestaan bij de betrouwbaarheid van de expert Marion Koopmans. Je hoort welke beschuldigingen er over Marion worden geuit en hoe deze worden gecheckt bij Marion.

Voer een gesprek in de klas over de waarde van een bron. Wat zegt de bron over het onderwerp dat wordt besproken? Waarom is deze bron betrouwbaar of waarom niet?
Propaganda
  • In het programma Propaganda wordt stilgestaan bij de betrouwbaarheid van de expert Marion Koopmans. Je hoort welke beschuldigingen er over Marion worden geuit en hoe deze worden gecheckt bij Marion.
  • We hebben over de waarde van een bron. Wat zegt de bron over het onderwerp dat wordt besproken? Waarom is deze bron betrouwbaar of waarom niet?

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 34 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Fragment op1
  • Kijk naar (een deel van) dit fragment van op1. In het fragment wordt gesproken over vitamine D tegen corona. 
  • Er zijn verschillende mensen aangeschoven aan tafel, met een verschillende achtergrond of functie. Martijn Katan is hoogleraar voedingsleer, Huub Savelkoul is hoogleraar immunologie, Pim Christiaan is voormalig hoofdredacteur van Men’s Health en Fajah Lourens is actrice en fitnessondernemer.

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 36 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Beantwoord deze vragen:
Martijn Katan is hoogleraar voedingsleer, Huub Savelkoul is hoogleraar immunologie, Pim Christiaan is voormalig hoofdredacteur van Men’s Health en Fajah Lourens is actrice en fitnessondernemer.
  1. Als je kijkt naar de beroepen van de mensen aan tafel, wie zou dan het meest betrouwbaar zijn als expert over corona en vitamine D? En waarom?
  2. Welke persoon aan tafel vind je het minst betrouwbaar als expert op het gebied van corona en vitamine D? En waarom?
  3. In het fragment wordt op minuut 13:55 door Pim Christiaan gezegd tegen Huub Savelkoul (hoogleraar immunologie): ‘de mensen die er echt verstand van hebben zeggen…’ Wat bedoelt hij hiermee? Wat vind je van zijn uitspraak?
  4. Als jij een programma zou maken over corona en vitamine D, wie zou je dan nog meer uitnodigen aan tafel? Wie zou jij niet hebben uitgenodigd?

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Reflecteren op de bevindingen...
1. Welke bron zou jij raadplegen om nieuws tot je te nemen?
2. Zou je nu een andere bron raadplegen dan voor deze les?
3. Wat vind je ervan dat er een verschil in standpunt is tussen de verschillende media?

Slide 38 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Dit was BUR/MEW. Dank! 

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions