1mh1 week 21 (24-28 mei)

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

5 minuten nieuws lezen

Ga naar nos.nl / nu.nl / andere nieuwssite en lees minimaal 1 artikel helemaal. Je moet zo in je eigen woorden kunnen uitleggen wat je hebt gelezen. 

Planning 1MH1

Nieuws lezen en bespreken ~10 min
Opdrachten lastige werkwoorden bespreken ~5 min 
Voorkennis activeren: wat weten jullie al van ...? ~10 min 
Opdracht 1 samen maken ~5 min 
Aan de slag! ~10 min 
Pauze

Lesdoel

Je weet wanneer je kennen/kunnen moet gebruiken. 
Je weet wanneer je leggen/liggen moet gebruiken. 
Je kunt voorbeelden noemen.

STAAN of ZITTEN? 

Is het antwoord GOED --> STAAN

Is het antwoord FOUT --> ZITTEN 

Leerlingen thuis: doe ook mee!! 

Robert rijdde vroeger samen met mij naar school. 

Robert reed vroeger samen met mij naar school. 

Hij nam dan zijn fiets en ik sprong op de brommer. 

Hij nam dan zijn fiets en ik sprong op de brommer. 

Ik zat rustig, terwijl hij zich hijgend over zijn stuur buigde.

Ik zat rustig, terwijl hij zich hijgend over zijn stuur boog.

Natuurlijk hing en trekte hij wel aan mijn schouder.

Natuurlijk hing en trok hij wel aan mijn schouder.

Ik vroeg vaak of hij mij zo wel kon bijhouden. 

Ik vroeg vaak of hij mij zo wel kon bijhouden. 

Ik blies de kaarsen allemaal uit. 

Ik blies de kaarsen allemaal uit. 

Verleden tijd van sterke werkwoorden

Sterke werkwoorden --> de klank verandert in de vt. 
Zwakke werkwoorden --> de klank verandert niet in de vt.

Hoe schrijf je vt van sterke werkwoorden? 
1. Kijk naar de vorm voor wij/jullie/zij --> maak het woord dus langer. Je hoort nu of je een -t of een -d krijgt. 
Bijvoorbeeld: zitten --> zij zaten. 

2. Schrijf het woord zo kort mogelijk. Je gebruikt alleen dubbele letters (-dd, -tt) als dat voor de uitspraak nodig is. 
Bijvoorbeeld: rijden wordt reden (zo kort mogelijk, 1 -d) 
bijten wordt beten (zo kort mogelijk)
zwemmen wordt zwommen (dubbele letter nodig voor de uitspraak) 

H6 taalverzorging spelling: over de verleden tijd van sterke werkwoorden

Pak opdracht 1 erbij! Bladzijde 162* of Studiewijzerplus. 

Aan de slag!

WAT: H6 taalverzorging spelling (vt sterke werkwoorden) opdracht 1 t/m 3 af. 

HOE: Studiewijzerplus, schrift --> inleveren/laten zien voor aftekenen

HULP: theorie erbij pakken, klasgenoot, vinger opsteken

KLAAR: H1 t/m H6 lezen herhalen. Trainen studiewijzerplus.

Planning 1MH1 2e lesuur

Herhaling H6 taalverzorging klassikaal ~15 min 
Aan de slag! ~15 min 
Afsluiting ~5 min 

Lesdoel

Je kan veelvoorkomende vaste voorzetsels gebruiken. 
Je kan liggen, leggen, kennen en kunnen op de juiste manier gebruiken. 
Je kan de vt van sterke werkwoorden goed spellen.

Uitspraken van ..

Als je niet ken winnen, moet je zorgen dat je niet verliest.

Als je een goal maakt, ja dan legt hij erin.

Je moet schieten, anders ken je niet scoren.

(breken, vt) In onze laatste wedstrijd .. Wesley zijn enkel.

(rijden, vt) Met piepende banden .. Simon de bocht om.

(zien, vt) We .. de zon prachtig achter de bergen ondergaan.

Toen ik (binnenkomen, vt) .., (zijn) .. er nog helemaal niemand.

(knijpen, vt) Barend .. keihard, toen ik hem een hand (geven, vt) ..

(verliezen, vt) Vorige week .. Blauw-Wit met 2-0 van Heracles.

Aan de slag!

WAT: H6 taalverzorging helemaal af (dus: voorzetsels, lastige werkwoorden en vt sterke werkwoorden). Daarna ga je trainen via Studiewijzerplus. Heb je ergens nog moeite mee? Tijd voor extra uitleg! 

HOE: Studiewijzerplus, schrift --> inleveren/laten zien voor aftekenen

HULP: theorie erbij pakken, klasgenoot, vinger opsteken

KLAAR: Trainen studiewijzerplus.

Afsluiting

Lesdoel behaald? 
Vooruitblik morgen: Fictie. 

Woensdag: 5 minuten nieuws lezen

Ga naar nos.nl / nu.nl / andere nieuwssite en lees minimaal 1 artikel helemaal. Je moet zo in je eigen woorden kunnen uitleggen wat je hebt gelezen. 

Planning 1MH1

Nieuws lezen en bespreken ~10 min 
Opdracht 1 klassikaal ~5 min 
Tekst 1 in stilte lezen en opdracht 2 maken ~10 min 
Opdracht 3 klassikaal ~15 min 
Afsluiting ~2 min 

Aan de slag met opdracht 2

Lees de tekst en maak opdracht 2. De eerste 5 minuten is het helemaal stil zodat iedereen de tekst geconcentreerd kan lezen. Je mag daarna direct beginnen met de vragen! 

Nu: opdracht 3 klassikaal

Bladzijde 201 Fictie F Sport. 

Afsluiting

Zou je 1 van deze 2 boeken willen lezen? Waarom wel/niet? 

Vooruitblik volgende week: H6 lezen --> Nederlands boek+schrift mee.