week 37

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Bienvenidos 

Semana 37

¿Qué vamos a hacer?

• la hora
• acciones habituales 
• los días de la semana
• profesiones

Los deberes

L: woorden 1.1, 1.2, 1.3 en 1.5

M: LE p. 4.1, 4.3 tm 4.11 , 4.14

Corregir los deberes

Privéagenten in Barcelona voor de veiligheid tijdens  la Madre de Déu de la Mercè

• patroonheilige
• mossos
• Guardia urbana
• botellones
• gigantes
• castellers

Leerdoelen - Objetivos de aprendizaje

• IK ken  de dagen van de week en de dagdelen
• Ik kan de tijd vragen en zeggen
• Ik kan zeggen wat ik dagelijks doe

Leerdoel: dagelijkse handelingen 

Leerdoel: dagelijkse handelingen 

Leerdoel: dagelijkse handelingen 

¿Haces los deberes todos los días?

¿Estudias en la biblioteca a veces?

¿Estudias en casa?

¿Cenas con tu familia por la noche?

¿Estudias con amigos por la tarde?

¿Te acuestas después de las diez?

¿Haces deporte todos los días?

¿Te duchas por la mañana?

La hora

p. 69 ej 4

P. 69 ej. 3 y 4

Leerdoel: tijd zeggen/vragen 

Los días de la semana

De dagen van de week zijn mannelijk : lidwoord "el"

Als de dagen van de week in het 

meervoud ( los lunes, los martes etc.) staan betekent het : 

's maandags (elke maandag), 's dinsdags (elke dinsdag) etc. : lidwoord "los"

p. 70 ej. 1

P. 70 ej. 1 a 4

Leerdoel: dagen en dagdelen

Leerdoel 2: Los días de la semana

maandag

woensdag

dinsdag

vrijdag

zaterdag

donderdag

zondag

el lunes

el miércoles

el martes

el jueves

el sábado

el viernes

el domingo

Sleep de Spaanse woorden naar de Nederlandse betekenis.

Leerdoel: dagen en dagdelen

's middags

's ochtends

elke dag

's avonds

gisteren

morgen

vandaag

donderdags

vrijdag

overmorgen

eergisteren

donderdag

por la tarde

por la mañana

por la noche

pasado mañana

ayer

mañana

hoy

los jueves

viernes

anteayer

el jueves

todos los días