T4BS3 Voortplantingsstelsel vrouw

 BS 4.3:  Het voortplantingsstelsel van de vrouw
Basisstof 3
Voortplantingsstelsel vrouw
1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

 BS 4.3:  Het voortplantingsstelsel van de vrouw
Basisstof 3
Voortplantingsstelsel vrouw

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vandaag:
Herhalen basisstof 1 en 2
Theorie basisstof 3
Opdrachten maken basisstof 3

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Primair geslachtskenmerk bij een jongen is:
A
balzak en penis
B
borsthaar en baardgroei
C
schaamlippen en vagina
D
gespierde lichaamsbouw

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Rondere lichaamsvorm en borsten
A
zijn primaire geslachtskenmerken
B
zijn secundaire geslachtskenmerken

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Nummer 6 is de
A
Bijbal
B
Eikel
C
Prostaat
D
Teelbal

Slide 5 - Quiz

Referentie:
http://biologiepagina.nl/Oefeningen/Voortplanting/man.jpg
Nummer 11 is de
A
Spermakanaal
B
Urinebuis
C
Urineleider
D
Zaadleider

Slide 6 - Quiz

Referentie:
http://biologiepagina.nl/Oefeningen/Voortplanting/man.jpg
Een balzak is een huidplooi waarin teelballen en bijballen liggen. De temperatuur is ....................dan in de buikholte. Dit is gunstig voor de ontwikkeling van spermacellen.
A
hoger
B
lager
C
zelfde

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar worden de zaadcellen bij de man gevormd?
A
In de penis
B
In de prostaat
C
In de teelballen
D
In de zaadblaasjes

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een erectie ontstaat doordat
A
Zaadcellen zich verzamelen in de urinebuis
B
Bloed zich verzamelt in de zwellichamen
C
Zaadcellen zich verzamelen in de zwellichamen
D
Bloed zich verzamelt in de urinebuis

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Voortplantingsstels vrouw

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  • Je kunt de inwendige onderdelen van het vrouwelijk voortplantingsstelsel benoemen 
  • Je weet de functies van deze onderdelen
  • Je weet hoe ovulatie/eisprong in zijn werk gaat
  • Je weet wat er bij bevruchting en innesteling gebeurt
  • Je weet wanneer een vrouw vruchtbaar is
  • Je kunt de uitwendige onderdelen van het vrouwelijk voorplantingsstelsel benoemen
  • Je weet wat het maagdenvlies is 

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

0

Slide 12 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Voortplantingsstelsel van de vrouw. De meeste voortplantingsorganen liggen in de onderbuik
Voortplantingsstelsel van de vrouw.
De meeste voortplantingsorganen liggen in de onderbuik. 

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

ovulatie/eisprong

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ovulatie
Vanaf de geboorte liggen ong. 350.000 onrijpe eicellen in blaasjes te wachten op hun beurt. Er komen er vanaf de pubertijd ong. 500 tot rijping. 
In de eerste 10 dagen na de mensturatie rijpen er ongeveer 20 verse follikels (blaasje met eicel). Die zijn verspreid over de 2 eierstokken. 
Eén dominante eicel groeid door en rijpt (19 stoppen er met groeien). 
Soms rijpen er meer dan één (kans op tweeling of meerling).

Er is geen directe verbinding tussen de eierstokken en de eileiders. Er is een soort vliesje. De eicel moet een soort sprongetje maken (eisprong). De rijpe eicel rekt wat uit en barst open. De eicel trilt zich door het vliesje van de eierstok (kan pijnlijk zijn). Er kan wat bloedverlies zijn en vocht vrijkomen in de buikholte.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

bevruchting
Bevruchting

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bevruchting
In de eileider versmelt de kern van de mannelijke geslachtscel (de zaadcel) met de kern van een vrouwelijke geslachtscel (eicel).
De kop van de zaadcel dringt de eicel binnen. Als dat is gebeurd, wordt de buitenste laag van de eicel ondoordringbaar. 
Andere zaadcellen 
kunnen de eicel 
niet meer binnendringen

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bevruchting en innesteling
Bevruchting: in eileider

Innesteling:

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Innesteling
De bevruchte eicel deelt zich meteen een aantal keren. 
Dit gebeurt in de eileider. Het klompje cellen wordt door de eileider naar de baarmoeder vervoerd. 
De baarmoeder heeft op dat moment een dikke laag spieren met aan de binnenkant een laag slijmvlies. Dat baarmoederslijmvlies is erg dik geworden en bevat veel bloedvaten.
Het klompje cellen zet zich vast in het slijmvlies, dat noem je innesteling. Als dit gebeurt, is de vrouw zwanger.

Na ongeveer 9 maanden is het klompje cellen uitgegroeid tot een baby.

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

bevruchting
Bevruchting en innesteling
Je kunt het verhaal vanaf de eisprong t/m de innesteling vertellen

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vruchtbare periode
Na de ovulatie blijft een onbevruchte eicel ongeveer 12 tot 24 uur leven.
Daarna sterft de eicel af in de eileider en worden de resten opgenomen in het bloed. Alleen als de eicel wordt bevrucht, kan de eicel langer in leven blijven. Zaadcellen kunnen in het lichaam van de vrouw ongeveer 3-4 dagen leven. Elke 4 weken is er daarom een periode van ongeveer 5 tot 6 dagen dat een geslachtsgemeenschap kan leiden tot bevruchting van een eicel. Dit is de vruchtbare periode. Deze duurt van ongeveer 3 dagen voor de ovulatie tot 1 of 2 dagen na de ovulatie.

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De uitwendige voorplantingsorganen 
De schaamlippen beschermen de ingang van de vagina. Op de buitenste schaamlippen zitten haartjes. Daarbinnen liggen de binnenste schaamlippen. Deze bevatten klieren die bij seksuele opwinding slijm produceren. Bovenin raken die elkaar, daar ligt de clitoris, een klein bobbeltje dat zo groot als een erwt is. Het is een heel gevoelig plekje voor veel vrouwen. Net achter de clitoris zie je de uitgang van de urinebuis.
Een meisje of vrouw kan geprikkeld raken als zij gestreeld of gekust wordt op de borsten of andere gevoelige plekken. De vagina is niet zo (minder) gevoelig voor seksuele prikkels.
Door prikkeling van de clitoris komen de meeste vrouwen klaar. De penis kan doordat
de wand van de vagina zeer rekbaar is en door het slijm makkelijk naar binnen glijden. 
De vagina is groot genoeg.

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

maagdenvlies

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maagdenvlies
Aan de binnenkant van de vagina zit slijmvlies. Aan het begin van de vagina zit meestal een randje weefsel dat het maagdenvlies wordt genoemd. Niet elk meisje wordt geboren met zo'n randje. Het randje kan verschillend van vorm zijn. Het is geen dichtvlies en de opening is altijd groot genoeg voor de eerste keer dat een meisje geslachtsgemeenschap heeft. Tijdens de eerste keer dat een meisje geslachtsgemeenschap heeft kan de vagina heel iets inscheuren, dat geeft een kleine bloeding. De meeste vrouwen hebben dat niet. Het maagdenvlies heeft niets met een eventuele bloeding te maken.


Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

'Intieme' Hygiëne!  Hoe?
De vagina is 'een zelfreinigende zône. Weinig wassen is oké. De vagina bevat nuttige beschermende bacteriën.

De vagina heeft een bepaalde zuurgraad waar de nuttige bacteriën goed werken:
Geen of matig met zeep of andere schoonmaakmiddelen wassen. Als je dit WEL doet dan verandert de zuurgraad en heb je meer kans op een schimmelinfectie, irritatie van de huid, verminderde weerstand en daardoor meer kans op SOA's.

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


nummer 2
is de
A
eierstok
B
urineblaas
C
zaadleider
D
eileider

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


nummer 3 is de
A
eierstok
B
urineblaas
C
zaadleider
D
eileider

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Waarin worden de eicellen rijp?
A
Eileider
B
Baarmoeder
C
Eierstok
D
Vagina

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


nummer 5 is de
A
Vagina
B
Eierstok
C
Eileider
D
Urineblaas

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


nummer 10 speelt
een rol bij
A
de innesteling
B
de bevruchting
C
het vrijkomen van een eicel
D
de opvang van urine

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als er geen bevruchting is geweest, vindt er dan een innesteling plaats?
A
ja
B
nee
C
soms wel
D
dat kun je niet weten

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noemen we het samensmelten van zaadcel en eicel?
A
bevruchting
B
innesteling
C
menstruatie
D
ovulatie

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het maagdenvlies is een echt vlies en sluit de vagina helemaal af
A
Juist
B
Onjuist
C
niet bij iedereen
D
dat kun je niet weten

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat wordt er meestal weggehaald bij de besnijdenis van een meisje
A
buitenste schaamlippen
B
binnenste schaamlippen en clitoris
C
aambeien
D
maagdenvlies

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat is een ander woord voor eisprong
A
Orgasme
B
Organisme
C
Ovulatie
D
Innesteling

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als je nog nooit met iemand gevreeën hebt, is je maagdenvlies nog intact (heel)
A
Ja
B
Nee
C
Dan kun je niet weten

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


In welk deel van het voortplantingsstelsel van een vrouw bevindt zich het maagdenvlies?
A
In de baarmoeder
B
In de grote schaamlippen
C
In de vagina
D
In de eierstok

Slide 38 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarin liggen de eicellen?
A
Eierstokken
B
Baarmoeder
C
Eileider
D
Vagina

Slide 39 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noemen we het samensmelten
van zaadcel en eicel?
A
bevruchting
B
innesteling
C
menstruatie
D
ovulatie

Slide 40 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer spreken we
van het woord bevruchting?
A
Bij een bolletje cellen
B
Bij een eisprong
C
Tijdens een ovulatie
D
Bij het samensmelten van de kernen

Slide 41 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Volgorde van de voorzijde naar de achterzijde
bij de vrouw (in de schaamstreek):
A
clitoris, anus, vagina
B
vagina, anus, clitoris
C
clitoris, poepgat, anus
D
clitoris, vagina, anus

Slide 42 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een orgasme kan komen door prikkeling van de eikel of clitoris
A
Juist
B
Onjuist
C
dat kan nooit

Slide 43 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 44 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions