WK 39: Les 3

Welkom!

1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom!

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?

- Terugblik (10')

- Lesdoelen doornemen (2')

- Instructie: drie nieuwe tekstverbanden (5')

- Extra instructie: opbouw alinea, functies inleiding + slot, (deel)onderwerp en hoofdgedachte (5')

- Zelf aan de slag (20')

- Evaluatie (3')

Slide 2 - Diapositive

Terugblik
Hoe ging de instaptoets? Ben je tevreden?

Wat ging goed? Wat ging minder goed?

Slide 3 - Diapositive

Even checken.. 
- Ga naar p. 77 van je boek.
- Zoek in al. 2 het signaalwoord voor de uitspraak-tegenstelling.
- Wat is de uitspraak en wat is de tegenstelling?
- Zoek in al. 2 twee signaalwoorden voor de uitspraak-reden
- Op welke manier zijn al. 2 en al. 3 met elkaar verbonden?
- Zoek in al.5 een signaalwoord voor het verband oorzaak-gevolg.
- Wat is de oorzaak en wat is het gevolg?
timer
5:00

Slide 4 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het eind van deze les...

  • ... kun je de signaalwoorden voor de verbanden uitspraak-voorwaarde, uitspraak-conclusie en uitspraak-samenvatting herkennen in een tekst.
         

Slide 5 - Diapositive

Uitspraak - voorwaarde
Bij een uitspraak wordt in de zinnen ervoor of erna een voorwaarde bij de uitspraak gesteld. je herkent dit verband aan de signaalwoorden:

  • mits
  • als
  • indien
  • tenzij
  • op voorwaarde dat
Als je nu vertrekt, kun je nog op tijd komen voor het concert.
Mits en tenzij
Mits betekent '(alleen) als..', 'op voorwaarde dat'. Tenzij betekent 'maar niet als', 'behalve als'. Mits is juist in bijvoorbeeld 'De hond mag mee het bos in, mits hij aangelijnd wordt': alleen als / op voorwaarde dat de hond is aangelijnd, mag hij mee. 

Slide 6 - Diapositive

Kampioen zullen zij niet worden, … er een wonder gebeurt.

A
mits
B
tenzij
C

Slide 7 - Quiz

U kunt daar parkeren … u een bewijs van een vergunning op de voorruit hebt.
A
mits
B
tenzij

Slide 8 - Quiz

Uitspraak - samenvatting
Na één of meer uitspraken worden de belangrijkste punten samengevat. Je herkent dit verband aan signaalwoorden als:

  • kortom
  • samenvattend
  • al met al
  • met andere woorden
Het bestuur wil strenge maatregelen nemen tegen de speler. De spelersraad vindt dit overdreven en de leider van het team denkt dat een waarschuwing voldoende is. Kortom, het is nog onduidelijk hoe dit gaat aflopen.

Slide 9 - Diapositive

Uitspraak - conclusie
Na een uitspraak volgt een eindoordeel of een besluit.

Je herkent dit verband aan de signaalwoorden:
  • dus
  • concluderend
  • hieruit volgt..
De docente is vandaag ziek. De les gaat dus niet door.

Slide 10 - Diapositive

Samenvatting

uitspraak - conclusie                    dus, concluderend

na één of meerdere uitspraken  volgt een eindbesluit, oordeel


uitspraak - samenvatting           kortom, samenvattend, al met al

Na één of meerdere uitspraken worden de belangrijkste punten genoemd


uitspraak - voorwaarde                mits, als, indien, tenzij

Er worden diverse voorwaarden (eisen) genoemd die bij een uitspraak horen.


Slide 11 - Diapositive

Opbouw alinea
  • In een alinea staat meestal een kernzin -> geeft aan waar de alinea over gaat/ belangrijke informatie.

  • De rest van de alinea bestaat dan uit toelichting en/of voorbeelden bij de kernzin. 
  • Slide 12 - Diapositive

    Manieren om een tekst in te leiden
    • een anekdote (kort, grappig of bijzonder verhaal) vertellen
    • één of meer vragen stellen
    • aanleiding vertellen (waarom is de tekst geschreven?) 
    • het onderwerp aankondigen en/of de hoofdgedachte noemen

    Slide 13 - Diapositive

    Manieren om een tekst af te sluiten
    • Conclusie geven
    • Samenvatting geven van de tekst
    • Advies geven
    • Waarschuwing geven
    • Oproep doen
    • Toekomstverwachting
    • Antwoord op vraag uit inleiding

    Slide 14 - Diapositive

    Onderwerp
    Lees de tekst eerst oriënterend en stel dan de vraag:  waarover gaat de hele tekst?

    Een onderwerp bestaat uit een enkele woorden.

    Slide 15 - Diapositive

    Deelonderwerpen
    • In een tekst kunnen verschillende dingen over een onderwerp gezegd worden.

    • Deze kleinere aspecten van het onderwerp zijn deelonderwerpen.

    • Meestal wordt er in één alinea één deelonderwerp behandeld.

    Slide 16 - Diapositive

    Hoofdgedachte
    • De hoofdgedachte is in één hele zin wat de schrijver zegt over het onderwerp.

    • Vaak een samenvatting van de tekst in één zin.

    • Soms letterlijk te vinden in de inleiding of het slot.

    Slide 17 - Diapositive

    Slide 18 - Diapositive

    Zelf aan de slag!
    Maken: opdr. 2 (blz. 80 - 81)
    --> Af? Kijk je antwoorden na!

    --> Ga verder met opdr. 3 (82)
    --> Vul een mindmap in over alineaverbanden (werkblad ligt  op mijn tafel)





    timer
    15:00

    Slide 19 - Diapositive

    Evaluatie

    Slide 20 - Diapositive