Thema 4 B7 Zwangerschap en geboorte

Basisstof 7 

Zwangerschap en geboorte
1 / 52
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 52 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Basisstof 7 

Zwangerschap en geboorte

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kunt de verschillende gebeurtenissen die voorkomen tijdens de zwangerschap opsommen.
  • Je kunt beschrijven hoe het embryo zich ontwikkelt in de baarmoeder.
  • Je kunt beschrijven hoe de stofwisseling van het embryo verloopt in de baarmoeder.
  • Je kunt in stappen vertellen hoe een bevalling verloopt.

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we doen?
  • Herhalen met paar vragen
  • Uitleg Basisstof 7
  • Oefenen
  • Tijd voor huiswerk
  • Afsluiten met paar vragen

Slide 3 - Diapositive

Welk voorbehoedsmiddel beschermt ook tegen SOA's?
A
Condoom
B
Nuva-ring
C
Spiraaltje
D
Zaaddodende pasta

Slide 4 - Quiz

Welk voorbehoedsmiddel kan het langst worden gebruikt?
A
Condoom
B
Nuva-ring
C
Spiraaltje
D
Zaaddodende pasta

Slide 5 - Quiz

Een vrouw wil seks kunnen hebben zonder zwanger te worden. Maar ze wil niet dat er elke keer 'gedoe' is. Ze is er nog niet over uit of ze ooit kinderen wil. Welk voorbehoedsmiddel zou je haar aanraden?
A
Condoom
B
Prikpil
C
Sterilisatie
D
Spiraaltje

Slide 6 - Quiz

Hoe lang duurt denk je een zwangerschap ongeveer?

Slide 7 - Question ouverte

Hoe lang duurt denk je een bevalling ongeveer?

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Diapositive

uitblijven menstruatie


- zwanger?

-stress?

-koorts?

Slide 10 - Diapositive

celdeling na bevruchting

Slide 11 - Diapositive

Beginnende baby

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Kindje
  • Na innesteling -> ontstaan alle organen
  • Na 8 weken -> al een klein mensje
  • Alleen nog maar groeien
  • Heet nu foetus ipv embryo

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Zwangere vrouw
  • eerste 12 weken weinig te zien
  • Wel kunnen ze: moe, misselijk zijn en trek in ander eten
  • Ongeveer na 20 weken wordt buik van de moeder dikker
  • Organen moeder in verdrukking
  • Vaker naar wc
  • Borsten groter(melkklieren groeien)

Slide 16 - Diapositive

Verplaatsen van de organen

Slide 17 - Diapositive

In de baarmoeder
• Vruchtwater-> beschermt het embryo(stoten)
• Vruchtvliezen-> zitten om het vruchtwater
• Plaats van innesteling-> moederkoek/placenta
• Moederkoek-> weefsel met veel bloedvaten
• Navelstreng -> met moederkoek verbonden, Bloedvaten lopen erdoor, Van moeder naar kind voedingsstoffen en zuurstof en van kind naar moeder afvalstoffen en koolstofdioxide

Slide 18 - Diapositive

Vruchtwater
Het embryo drijft in het vruchtwater. Het vruchtwater beschermt het emrbyo tegen stoten, uitdroging en temperatuurverandering.
Embryo
Het kind heet in de baarmoeder: embryo.
Navelstreng
Verbinding tussen de placenta en het embryo. In de navelstreng zitten bloedvaten.
Placenta
Deel van de baarmoederwand waar bloed van de moeder vlak langs bloed van het embryo stroomt. Daarom kunnen ze stoffen en zuurstof uitwisselen.
Bloedvaten embryo
Deze bloedvaten raken de bloedvaten van de moeder niet.
Bloedvaten moeder
Door de placenta kunnen er zuurstof en voedingsstoffen aan de baby gegeven worden. 

Slide 19 - Diapositive

Vruchtvliezen
- Om het embryo liggen twee vruchtvliezen.
-Binnen deze vliezen bevind zich vloeistof; vruchtwater.

Slide 20 - Diapositive

Ziekteverwekkers en schadelijke stoffen
Via de moederkoek/placenta kunnen ook de ziekteverwekkers en schadelijke stoffen binnen komen
Zoals: rode hond, nicotine, alcohol, medicijnen en drugs

Baby's kunnen hierdoor: afwijkingen krijgen, slechter gaan groeien, zelfs doodgaan(miskraam)

Slide 21 - Diapositive

Bevalling
3 fases:
  • ontsluiting
  • uitdrijving
  • nageboorte

Slide 22 - Diapositive

Ontsluiting
• Door weeën gaat de baarmoedermond open
• Vruchtvliezen breken

Slide 23 - Diapositive

Uitdrijving
  • Als de baarmoedermond ver genoeg open is
  • Persweeën duwen de baby naar buiten

Slide 24 - Diapositive

Nageboorte
Wee duwt de placenta, vruchtvliezen en de rest van de navelstreng naar buiten.

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Normale ligging

Slide 27 - Diapositive

Na de geboorte
  • Verloskundige maakt mondje schoon
  • Na de geboorte begint de baby vaak meteen te huilen. Dit is
   een goed teken, de ademhaling is gestart.
  • Navelstreng afgeklemd met de klemmetjes en doorgeknipt
  • Stompje van de navelstreng valt er naar een paar dagen af
  • Navel: litteken navelstreng

Slide 28 - Diapositive

Testje...
Zes open controlevragen

Slide 29 - Diapositive

1. Als een vrouw zwanger wordt, stopt de menstruatie. Waarom is dat?

Slide 30 - Question ouverte

2. Hoe krijgt het embryo zijn voeding aan de start van de zwangerschap?

Slide 31 - Question ouverte

3. Hoe maakt de placenta het mogelijk dat een kind 'eten' krijgt.

Slide 32 - Question ouverte

4. Waarom zit het embryo in een soort zak met vloeistof?

Slide 33 - Question ouverte

5. Uit welke 4 stappen bestaat de bevalling? Wat gebeurt er bij elke stap?

Slide 34 - Question ouverte

6. Als een baby niet begint te huilen, geeft de arts soms een tik. Waarom is het belangrijk dat de baby begint te huilen?

Slide 35 - Question ouverte

1. Als een vrouw zwanger wordt, stopt de menstruatie. Waarom is dat?
De menstruatie stopt omdat het slijmvlies nodig is voor het embryo. Als de vrouw zou menstrueren dan zou het embryo met het slijmvlies naar buiten komen.
Normale cyclus
Cyclus stopt door innesteling

Slide 36 - Diapositive

2. Hoe krijgt het embryo zijn voeding aan de start van de zwangerschap?

In de eerste weken wordt dit gedaan door het baarmoederslijmvlies om het embryo. Dit verandert later in de placenta/moederkoek.
Embryo aan het begin
Placenta

Slide 37 - Diapositive

3. Hoe maakt de placenta het mogelijk dat een kind 'eten' krijgt.
Bloedvaten van het embryo lopen door de navelstreng naar de placenta. Daar loopt het bloed van moeder en embryo dicht langs elkaar. Hier kan voeding en afval worden uitgewisseld. Het bloed van de moeder gaat dus niet het embryo in!
Placenta

Slide 38 - Diapositive

4. Waarom zit het embryo in een soort zak met vloeistof?
Het vruchtwater heeft een aantal taken:
  • Beschermen tegen uitdroging
  • Beschermen tegen stoten (als de moeder ergens tegenaan komt of door iets geraakt wordt.)
  • Snelle wisseling van temperatuur tegengaan
Vruchtwater

Slide 39 - Diapositive

5. Uit welke 4 stappen bestaat de bevalling? Wat gebeurt er bij elke stap?
  • Weeen - Spieren van de baarmoeder beginnen samen te trekken.
  • Ontsluiting - Baarmoeder opening word wijder, vruchtvliezen breken open.
  • Uitdrijving - Het kind wordt naar buiten geperst, dit kan van een paar minuten tot een paar uur duren.
  • Nageboorte - De placenta en het baarmoederslijmvlies komen naar buiten.
Ontsluiting
Uitdrijving
Nageboorte

Slide 40 - Diapositive

6. Als een baby niet begint te huilen, geeft de arts soms een tik. Waarom is het belangrijk dat de baby begint te huilen?
Als de baby huilt dan weet de arts dat de ademhaling is begonnen. Daarnaast geeft het aan dat de zintuigen van de baby werken.

Slide 41 - Diapositive

De placenta en resten van de navelstreng die worden uitgedreven heten:
A
Embryo
B
Bevallen
C
Nageboorte
D
Voorgeboorte

Slide 42 - Quiz

Wat zijn weeën?
A
Ontsluiting
B
Eerste verschijnselen van de bevalling
C
Samentrekkingen van de baarmoederwand
D
Baby's die verkeerd om in de buik liggen

Slide 43 - Quiz

Welk deel zorgt voor de uitwisseling van zuurstof en voedingsstoffen?
A
Baarmoeder
B
Embryo
C
Eierstokken
D
Placenta

Slide 44 - Quiz

Hoe heet het als een baby met het hoofdje naar boven ligt?
A
Zuidligging
B
Noordligging
C
Stuitligging
D
Staatligging

Slide 45 - Quiz

Filmpjes
Op de volgende 2 dia's wordt er nog eens uitgelegd hoe een normale bevalling verloopt en hoe een baby met een keizersnede wordt geboren.

Slide 46 - Diapositive

Slide 47 - Lien

Slide 48 - Lien

Maak de opdrachten van de laatste slide.

Slide 49 - Diapositive

Slide 50 - Lien

Slide 51 - Lien

Huiswerk
  • Leren B7

  • Maken opdracht 26 t/m 32

  • Flitskaarten oefenen en met Test Jezelf je leerdoelen controleren

Slide 52 - Diapositive