conjunctuur

Huiswerk 
Doornemen 
     paragraaf 9.3
Maken 
     de opdrachten van deze 
     paragraaf
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Huiswerk 
Doornemen 
     paragraaf 9.3
Maken 
     de opdrachten van deze 
     paragraaf

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Wat is inflatie?
A
Toename van de werkgelegenheid
B
Daling van het gemiddelde prijspeil
C
Stijging van het gemiddelde prijspeil

Slide 3 - Quiz

Welke kenmerken horen bij een hoogconjunctuur?
A
Een hoge werkloosheid, een dalende inflatie
B
Hoge belastingontvangsten, een stijgende inflatie

Slide 4 - Quiz

Consumentenvertrouwen --> hoogconjunctuur
1) Leg uit dat een gestegen consumentenvertrouwen de oorzaak van een hoogconjunctuur kan zijn.

2) Leg uit dat een gestegen consumentenvertrouwen het gevolg van een hoogconjunctuur kan zijn.

Slide 5 - Diapositive

Bij hoogconjunctuur mag je denken aan
A
Het gaat goed met de economie
B
Het gaat gemiddeld met de economie
C
Het gaat slecht met de economie

Slide 6 - Quiz

Welke kenmerken horen bij een hoogconjunctuur?
A
Een kleine vraag naar goederen, hoog consumentenvertrouwen
B
Een grote vraag naar goederen, hoog consumentenvertrouwen

Slide 7 - Quiz

De juiste omschrijving van hoogconjunctuur is
A
De groei van het nationaal inkomen is groot
B
De % groei van het nationaal inkomen is groter dan gemiddeld
C
De % groei van het reële BBP is groter dan gemiddeld

Slide 8 - Quiz

Welke verschijnselen passen bij een laagconjunctuur?
A
hoge werkloosheid, weinig vraag naar goederen
B
lage werkloosheid, weinig vraag naar goederen

Slide 9 - Quiz

Conjunctuur --> werkloosheid
1) De werkloosheid is hoog bij een laagconjunctuur. Maak de volgende reeks compleet.

1. Laagconjunctuur --> 2. consumenten bestedingen nemen af
 --> ...? (gevolg stap 2) --> 4. bedrijven produceren minder --> ...? (gevolg stap 4)

Slide 10 - Diapositive

Welke verschijnselen passen bij een laagconjunctuur?
A
relatief veel gezinnen leven in armoede, lage werkloosheid
B
relatief veel gezinnen leven in armoede, hoge werkloosheid

Slide 11 - Quiz

0

Slide 12 - Vidéo

Slide 13 - Diapositive

0

Slide 14 - Vidéo

0

Slide 15 - Vidéo