Literatuurgeschiedenis 27 januari

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Literatuurgeschiedenis (vervolg)

Middeleeuwen

Middeleeuwse teksten

Met de hand op perkament geschreven.

Uitvinding van de boekdrukkunst maakt hier een einde aan (tegen het einde van de middeleeuwen).

Middeleeuwse teksten

Drie literaire milieus: de hoven met vorsten/ridders, publiek in de stad, geestelijk publiek

Let op: niet iedereen kon lezen en schrijven! 

Middeleeuwse teksten

We weten vaak niet wie de schrijver was.

De schrijvers werkten in opdracht. Ze moesten een literair werk schrijven of vertalen. Als schrijver schreef je dus weinig eigen verhalen.

Middeleeuwse teksten

De teksten werden voorgedragen (want niet iedereen kon lezen/schrijven). Het voorlezen gebeurde voor een bepaald publiek.

Om ze makkelijk te onthouden waren de teksten vaak op rijm.

Middeleeuwse schrijver

De schrijver had 2 doelen: publiek vermaken en het publiek iets leren.

Ridderromans

Ridderroman = eliteliteratuur.

Werden voorgedragen voor vorsten/ridders.

Voor jonge ridders had de ridderroman een educatieve functie. Maar bood ook vermaak.

Ridderromans

Twee groepen: Karelepiek en hoofse romans (Arturromans)

Karelepiek

Verhalen over Karel de Grote of zijn belangrijke vazallen.

2 onderwerpen: strijd tegen heidenen, spanningen binnen het feodale systeem.

Arturroman

Hoofse romans.

Gedrag van de held wordt niet bepaald door trouw.

Niet de groepstrouw, maar de held die zijn identiteit moet ontdekken staat centraal.

Arturroman

Held ontdekt identiteit door zich op een ander te richten: de geliefde. 

Verhalen gaan vaak over koning Artur.

Hebben een sprookjesachtige sfeer.

Arturroman

Ridders gaan op queeste en bleven avonturen met reuzen, draken, etc.

Dit weet ik over
de ridderroman:

Werk verder

aan opdracht 5 (van gisteren)