Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Deze les:
Standpunt kunnen herkennen in de tekst.
Argumentatie kunnen beoordelen.
Redeneringen kunnen herkennen.
Slide 1 - Diapositive
Deze les bespreken we:
Standpunten
Argumenten en soorten argumentatie
Redeneringen.
Doen:
Opdracht 1: zin 3 t/m 7
Opdracht 3 + 4
Opdracht 5 + 6 + 7
Slide 2 - Diapositive
Het standpunt?
Noteer van de volgende zinnen het standpunt.
Slide 3 - Diapositive
Ik denk niet dat de Partij voor de Dieren veel stemmen zal krijgen, want ik vermoed dat mensen in tijden van crisis eerder aan hun portemonnee denken dan aan het welzijn van dieren.
Marieke heeft negen jaar over het VWO gedaan; ze was vroeger dus duidelijk geen studiehoofd.
Roemer had die uitspraken over Nederland en de EU beter niet kunnen doen, want volgens de laatste peiling is zijn partij daardoor acht zetels kwijt.
Slide 4 - Diapositive
Het argument
objectief argument: feitelijke uitspraak
subjectief argument: niet-feitelijke uitspraak, heeft meer ondersteuning nodig.
Slide 5 - Diapositive
Verschillende soorten argumentatie.
Argumentatie op basis van:
Feiten (controleerbaar)
Onderzoek of wetenschap (Volgens onderzoek...)
Normen en waarden (Het is toch vreselijk dat...)
Vermoedens (Ik denk dat...)
Geloof of (levensbeschouwelijke) overtuiging
Gezag of autoriteit (Mark Rutte zei ook al...)
Nut (Het is beter dat we...)
Slide 6 - Diapositive
Noteer het argument per zin en de soort argumentatie.
Slide 7 - Diapositive
Ik denk niet dat de Partij voor de Dieren veel stemmen zal krijgen, want ik vermoed dat mensen in tijden van crisis eerder aan hun portemonnee denken dan aan het welzijn van dieren.
Marieke heeft negen jaar over het VWO gedaan; ze was vroeger dus duidelijk geen studiehoofd.
Roemer had die uitspraken over Nederland en de EU beter niet kunnen doen, want volgens de laatste peiling is zijn partij daardoor acht zetels kwijt.
Slide 8 - Diapositive
Redeneringen.
Het geheel van standpunt en argumentatie wordt een redenering genoemd.
Marieke heeft negen jaar over het VWO gedaan; ze was vroeger dus duidelijk geen studiehoofd.
Slide 9 - Diapositive
Redenering op basis van oorzaak en gevolg.
Een feit of gebeurtenis leidt tot een ander feit of gebeurtenis.
Slide 10 - Diapositive
Redenering op basis van overeenkomst.
Er wordt een vergelijking gemaakt tussen twee gevallen en een overeenkomst wordt geconstateerd.
Slide 11 - Diapositive
Redenering op basis van voorbeelden.
Een standpunt wordt ondersteund door argumenten die voorbeelden zijn.
Slide 12 - Diapositive
Redenering op basis van voor- en nadelen.
Er wordt een afweging gemaakt, de voordelen worden vergeleken met de nadelen. Op basis van die uitkomst wordt een oordeel uitgesproken.
Slide 13 - Diapositive
Redenering op basis van een kenmerk of eigenschap.
Als alle onderdelen van een groep dezelfde kenmerken hebben, heeft 1 deel dat ook.