Cette leçon contient 20 diapositives, avec diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Deze les:
Standpunt kunnen herkennen in de tekst.
Argumentatie kunnen beoordelen.
Slide 1 - Diapositive
Deze les bespreken we:
Standpunten
Argumenten en soorten argumentatie
Slide 2 - Diapositive
Positief standpunt:
Ik vind dat we meer oude examens moeten oefenen.
Negatief standpunt:
Ik vind dat we geen oude examens meer moeten oefenen.
Standpunt van twijfel:
Ik weet niet of we nog oude examens moeten oefenen.
Standpunten
Slide 3 - Diapositive
Noteer het standpunt van de volgende zinnen:
Slide 4 - Diapositive
Ik denk niet dat de Partij voor de Dieren veel stemmen zal krijgen, want ik vermoed dat mensen in tijden van crisis eerder aan hun portemonnee denken dan aan het welzijn van dieren.
Marieke heeft negen jaar over het VWO gedaan; ze was vroeger dus duidelijk geen studiehoofd.
Roemer had die uitspraken over Nederland en de EU beter niet kunnen doen, want volgens de laatste peiling is zijn partij daardoor acht zetels kwijt.
Slide 5 - Diapositive
Het argument
objectief argument: feitelijke uitspraak
subjectief argument: niet-feitelijke uitspraak, heeft meer ondersteuning nodig.
Noteer het argument uit de volgende zinnen.
Slide 6 - Diapositive
Ik denk niet dat de Partij voor de Dieren veel stemmen zal krijgen, want ik vermoed dat mensen in tijden van crisis eerder aan hun portemonnee denken dan aan het welzijn van dieren.
Marieke heeft negen jaar over het VWO gedaan; ze was vroeger dus duidelijk geen studiehoofd.
Roemer had die uitspraken over Nederland en de EU beter niet kunnen doen, want volgens de laatste peiling is zijn partij daardoor acht zetels kwijt.
Slide 7 - Diapositive
Verschillende soorten argumentatie.
Argumentatie op basis van:
Feiten
"We kunnen beter bij die snackbar gaan eten, want daar kost een patatje maar 13 Euro."
Onderzoek of wetenschap
"Je moet twee keer per week vis eten, uit onderzoek is gebleken dat dat gezond is."
Normen en waarden
"Die man moeten ze opsluiten. Je berooft toch geen oude dametjes?"
Slide 8 - Diapositive
Vermoedens
"Piet gaat volgens mij niet studeren, ik kan me niet voorstellen dat hij slaagt voor zijn examen."
Geloof of (levensbeschouwelijke) overtuiging
"Ik lust wel varkensvlees maar eet het niet, in mijn cultuur worden varkens als onrein gezien."
Gezag of autoriteit
"Volgens veel psychologen speelt seksualiteit een grote rol. De beroemde psychiater Freud heeft dat honderd jaar geleden al ontdekt."
Nut
Slide 9 - Diapositive
Nut
"De maximumsnelheid op Nederlandse wegen moet omlaag. Dat scheelt honderden slachtoffers per jaar en het is goed voor het milieu."
Slide 10 - Diapositive
Noteer de soort argumentatie per zin.
Slide 11 - Diapositive
Ik denk niet dat de Partij voor de Dieren veel stemmen zal krijgen, want ik vermoed dat mensen in tijden van crisis eerder aan hun portemonnee denken dan aan het welzijn van dieren.
Marieke heeft negen jaar over het VWO gedaan; ze was vroeger dus duidelijk geen studiehoofd.
Roemer had die uitspraken over Nederland en de EU beter niet kunnen doen, want volgens de laatste peiling is zijn partij daardoor acht zetels kwijt.