les 10-06-2020 A2B

Duitsland: Bevolking en ruimte
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Duitsland: Bevolking en ruimte

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we deze les doen?
- Herhaling van paragraaf 3
- Per stukje alinea jullie uitleg met begrippen §3
- Vragen beantwoorden in LessonUp

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk deel van Duitsland is erg welvarend en kent weinig werkloosheid?
A
Het oostelijke deel van Duitsland
B
Het westen van Duitsland
C
Het zuiden van Duitsland
D
Het Noorden van Duitsland

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe kan de werkloosheid in het Oosten van Duitsland zo hoog zijn?

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe kan het dat het economisch ook minder ging met het Westen van Duitsland?

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Regionale Verschillen
Vooral het zuiden is de economische motor van Duitsland.

Oost Duitsland heeft nog steeds te maken met de erfenis van de Koude Oorlog.

West Duitsland heeft vooral te lijden door de-industrialisatie.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Per alinea uitleggen
Hoe gaan we dat doen? 
In de LessonUp staan ondersteunende afbeeldingen
Vertel wat je te weten bent gekomen van je alinea

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

§3 - Bevolking

Begrippen: Stefteoverschot, vestigingsoverschot, demografische krimp, leeftijdsopbouw, vergrijzing, levensverwachting, ontgroening

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

In Duitsland groeit de bevolking nauwelijks, of neemt zelfs af  demografische krimp
De leeftijdsopbouw verandert: - meer ouderen: vergrijzing  hogere levensverwachting - minder jongeren: ontgroening
Vergrijzing komt voor in heel Duitsland, maar de snelheid verschilt per gebied.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

§3 - Regionale bevolkingsverschillen

Begrippen: Migratie, vertrekoverschotten en werkloosheid

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

§3 - Immigranten in Duitsland


Begrippen: Immigranten, allochtoon, vluchtelingen

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Duitsland: Bevolking en ruimte

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voor deze les:
Bekijk de video op de Wikiwijs over het Ruhrgebied en beantwoord de bijbehorende vragen!

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat wordt er met demografische krimp bedoeld?

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De demografische krimp is een gevolg van vergrijzing en ontgroening
A
Juist
B
onjuist

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Na 1955 kwamen er veel immigranten uit het Middellandse zeegebied naar Duitsland, waarom?
A
In de oorlog waren veel soldaten meegekomen naar Duitsland
B
In het Middellandse zeegebied was nog een oorlog bezig
C
Om te werken in de industrie en mijnbouw van Duitsland
D
Vanwege het fijne klimaat in Duitsland

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe zorgen de niet westerse allochtonen voor een minder grote daling van de demografische krimp?

Slide 21 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Stedelijke gebieden
Ruhrgebied --> industrie
Bremen / Hamburg --> havens
Berlijn --> hoofdstad
Frankfurt --> financiële hoofdstad
Stuttgart / München --> hightechsteden

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voor deze les:
Bekijk de video op de Wikiwijs over het Ruhrgebied en beantwoord de bijbehorende vragen:
1. Hoe kon het Ruhrgebied zo belangrijk worden?
2. Hoe werd steenkool ook wel genoemd? Waarom?
3. Waar gebruiken ze steenkool voor?
4. Waarom was de locatie van het Ruhrgebied zo handig?

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ruhrgebied 
Het Ruhrgebied groeide na 1870 snel door:
- Mijnbouw (schachtbouw: onder de grond)
- Zware industrie --> trok veel arbeiders aan --> stedelijk gebied
Het Ruhrgebied groeide zo snel dat er niet over de inrichting was nagedacht
- Fabrieken en mijnen groeiden aan elkaar
- Geen stadscentrum/voorzieningen
- Huizen waren slecht
- Veel (spoor)wegen en kanalen 

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Na 1960
Na 1960 ging het slechter met de mijnbouw en de industrie:
- Goedkopere concurrenten uit het buitenland: lagelonenlanden
--> dagbouw in plaats van schachtbouw
- Alternatieve energiebronnen zoals aardgas en olie 
- overproductie --> daling van de verkoopprijzen
- Duitse werknemers te duur

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Werkloosheid steeg vanaf 1960
De bevolking nam af in het Ruhrgebied

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat was er niet goed aan de inrichting van het Ruhrgebied?

Slide 27 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Door welke factoren steeg de werkloosheid na 1960 in het Ruhrgebied?

Slide 28 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Achteruitgang en verandering
- Oprichting hogescholen en universiteiten in het Ruhrgebied
--> mensen in dienstensector i.p.v. in de industrie
- Nog steeds veel werkloosheid
Herinrichting van het Ruhrgebied:
1 Emscher van open riool naar groene ruggengraat met parken op de
oevers --> aantrekkelijke vestigingsplaats bedrijven en bewoners
 2 Restauratie industriële gebouwen --> musea --> toerisme
 3 Bouw van uitgaanscentra --> Centrum --> grootste winkelcentrum Europa 
 4 Stedelijke vernieuwing woonwijken

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Repetitie
Op 18 juni repetitie H4 §1 t/m 4
Telt 2x mee
Tijdstip is voorwaardelijk 14:00
Gebruik de Wikiwijs voor het leren!

Slide 30 - Diapositive

Morgen §4 behandelen
17 juni laatste vragen voor de toets