3e jaar m - 6.2 Het gaat om de winst!

• Economie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

6.2 Het gaat om de winst!

• Je weet wat brutowinstopslag is en kunt daarmee rekenen
• Je kunt de consumentenprijs berekenen
• Je kunt het BTW-bedrag in de consumentenprijs berekenen
• Je kent het verschil tussen afzet en omzet en kunt de omzet berekenen
• Je kent het verschil tussen brutowinst en nettowinst en kunt deze beide berekenen

Leerdoelen

6.2.1 Het gaat om de winst!                                                     Leerdoel 1)

Een ondernemer wil winst maken...

• verschil tussen inkoopprijs en verkoopprijs is zijn brutowinst 
• brutowinst als percentage van de inkoopprijs is brutowinstopslag 
  

Verkoopprijs kano € 180

Inkoopprijs kano € 95

Brutowinst 180 - 95 = € 85

Brutowinstmarge = (85 : 95) x 100 = 89,5%

Verkoopprijs kano € 180

Inkoopprijs kano € 95

Brutowinst 180 - 95 = € 85

Blz 164 opgave 2

BTW:

• Belasting toegevoegde waarde / omzetbelasting
• 9% -> bepaalde producten (bijv. levensmiddelen)
• 21% -> normaal tarief
• De verkoper draagt dit af (betaald dit) aan de belastingdienst

6.2.1 Het gaat om de winst!                                                     

btw

Consumentenprijs

verkoopprijs kano € 180

btw kano 0,21 x 180 = € 37,80

Consumentenprijs = 180 + 37,80 = € 217,80

VB

6.2.1 Het gaat om de winst!                                                  

verkoopprijs

• 
  
• De verkoopprijs + BTW = de consumentenprijs
• (100%) + (9% of 21%) = (109% of 121%)
• 
  

Blz 165 opgave 5

Blz 165 opgave 6

6.2.2 Het gaat om de winst!

Leerdoelen deze les:

3) Je kunt het btw-bedrag in de consumentenprijs berekenen

4) Je kent het verschil tussen afzet en omzet en kunt de omzet berekenen

5) Je kent het verschil tussen brutowinst en nettowinst en kunt deze beide berekenen.

6.2.1 Het gaat om de winst!                                                     Leerdoel 3)

• verkoopprijs
  
• btw                          +
•  consumentenprijs

• 100%
  
•      9% +
•  109%

• 100%
  
•    21% +
•  121%

• De consumentenprijs van een kano is € 217,80.
  
• -> Laat met een berekening zien wat de verkoopprijs is.
  
• 217,80 / 121 * 100 = € 180
  

6.2.1 Het gaat om de winst!                                                     Leerdoel 3)

• verkoopprijs
  
• btw                          +
•  consumentenprijs

• 100%
  
•      9% +
•  109%

• 100%
  
•    21% +
•  121%

• De consumentenprijs van een kano is € 217,80.
  
• -> Laat met een berekening zien hoeveel btw je betaald.
  

6.2.1 Het gaat om de winst!                                                     Leerdoel 3)

• Inkoopprijs
  
• brutowinstopslag  +
•  Verkoopprijs

• 100%
  
•     91% +
•        ? %

• De inkoopprijs van een kano is € 94,74.
  
• -> Laat met een berekening zien wat de verkoopprijs is.
  
• 
  

6.2.1 Het gaat om de winst!                                                     Leerdoel 3)

• verkoopprijs
  
• btw                          +
•  consumentenprijs

• 100%
  
•      9% +
•  109%

• 100%
  
•    21% +
•  121%

• De verkoopprijs van een kano is € 180.
  
• -> Laat met een berekening zien wat de consumentenprijs is.
  
• 
  

6.2.1 Het gaat om de winst!                                                     Leerdoel 3)

• verkoopprijs
  
• btw                          +
•  consumentenprijs

• 100%
  
•      9% +
•  109%

• 100%
  
•    21% +
•  121%

• De consumentenprijs van een spijkerbroek is    
• € 217,80.
  
• -> Laat met een berekening zien wat de verkoopprijs is.

• Omzet
  
• Inkoopwaarde -
• Brutowinst
• Overige / bedrijfskosten -
• Nettoresultaat

afzet x verkoopprijs

O

afzet x inkoopprijs

I

Andere kosten dan inkoopkosten (bijv. huur-, loon- en reclamekosten)

O

Let op! Dit kan nettwinst of nettoverlies zijn

N

B

6.2.1 Het gaat om de winst!                                             Leerdoel 4) en 5)

Aan het werk!!

6.1 opgaven 2, 4, 6

herhaling blz 178 opg. 1 t/m 4

Leren begrippen 6.1

Aan het werk!!

6.2 opg 8 t/m 11

rekenen blz 182:

opg 10, 11, 12