‹Revenir à la recherche

Commercieel H4 | Hoe bepaal je de prijs van artikelen? deel 1

H4 Hoe bepaal je de prijs van artikelen?
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
Economie & OndernemenMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

H4 Hoe bepaal je de prijs van artikelen?

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat ga je leren?
  • hoe de bruto-verkoopprijs opgebouwd is
  • de bruto-verkoopprijs te berekenen
  • de netto-verkoopprijs te berekenen
  • de btw te berekenen
  • de bruto-winst te berekenen
  • de netto-winst te berekenen
  • de winst te berekenen
  • hoe prijzen tot stand komen
  • verschillende soorten prijzen te benoemen en te herkennen.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

H4.1 Bruto-verkoopprijs 
= consumentenprijs

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bruto-verkoopprijs
Bruto-verkoopprijs
Netto-verkoopprijs
btw

Er zijn 2 manieren om de 3 bedragen uit te rekenen:
  1. Vanuit de netto-verkoopprijs (bruto-verkoopprijs - btw)
  2. Vanuit de bruto-verkoopprijs (= netto-verkoopprijs + btw)

Slide 5 - Diapositive

In de bruto-verkoopprijs zit een gedeelte btw (belasting toegevoegde waarde). 
BTW =
  • 0% = goederen van Nederland naar het buitenland
  • 9% = goederen en diensten
  • 21% = dienstverlening en duurzame producten
Bruto-verkoopprijs
Netto-verkoopprijs            100%                        100%
Btw                                 +              9%+        of           21%+
Bruto-verkoopprijs             109%                        121%


Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld...
De netto-verkoopprijs van een T-shirt is €15,60. Je berekent het btw bedrag en de bruto-verkoopprijs.
1. Btw bedrag berekenen
  • 15,60 : 100 x 21 = €3,28 of   21 : 100 x 15,60= €3,28
2. Bruto-verkoopprijs berekenen
  • bruto-verkoopprijs = 15,60 + 3,28 = €18,88
3. Bruto verkoopprijs in één keer
  • 15,60/100 x 121 = €18,88

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

H4.2 Netto-verkoopprijs

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Netto-verkoopprijs
Netto-verkoopprijs
Inkoopprijs
brutowinst opslag

Slide 9 - Diapositive

In de bruto-verkoopprijs zit een gedeelte btw (belasting toegevoegde waarde). 
BTW =
  • 0% = goederen van Nederland naar het buitenland
  • 9% = goederen en diensten
  • 21% = dienstverlening en duurzame producten
Netto-verkoopprijs
Inkoopprijs                                100%                        
Bruto Winst opslag +              40% +               
Netto-verkoopprijs               140%                       


Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld...
De Inkoopprijs van een spijkerbroek €50. De Brutowinstmarge bedraagt 50% van de inkoopprijs.

1. Brutowinstmarge bereken
  • €50 : 100 x 50% = €25 of 50 : 100 x €50 = €25
2. Netto-verkoopprijs berekenen
  • € 50 + € 25 = € 75 


Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Bruto-omzet
= Alle inkomsten van een bedrijf samen noemen we de bruto-omzet.

bruto-omzet = afzet x bruto-verkoopprijs
= Aantal verkochte artikelen dat in een bepaalde tijd wordt verkocht.
= Prijs met btw. Prijs die de klant betaalt voor een artikel. Dit noemen we ook wel consumentenprijs.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Netto-omzet
= Bedrag (zonder btw) waarvoor in een bepaalde tijd artikelen zijn verkocht.

netto-omzet = afzet x netto-verkoopprijs
= Aantal verkochte artikelen dat in een bepaalde tijd wordt verkocht.
= Prijs, die de klant betaalt, zonder btw.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bruto-winst
= Winst over de artikelen die een bedrijf heeft verkocht. De formule luidt: 

bruto-winst = opbrengst verkopen - kostprijs verkopen

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Netto-winst
= Winst na aftrek van kosten.

Netto-winst = bruto-winst – kosten

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe bereken je de nettowinst?
Omzet
Inkoopwaarde  -
Brutowinst
Bedrijfskosten   -
Nettowinst

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kernbegrippen
- Omzet = afzet x verkoopprijs
- Afzet = aantal verkochte artikelen
- Brutowinst = Omzet - Inkoopwaarde v.d. omzet
- Nettowinst = Bruto winst - bedrijfskosten

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag
1. Opdracht 4B, 4C en 4E
2. Maken test je kennis H4 >75%

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Plus de leçons comme celle-ci

Leerjaar 3 Hst 5 les 3

- Leçon avec 17 diapositives
Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

Administratie hst 1 Een bedrijf van dichtbij paragraaf 5 en 6

- Leçon avec 21 diapositives
Economie & OndernemenMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Leerjaar 4 Economie hst 3 Quizzz

- Leçon avec 15 diapositives
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

Leerjaar 3 Hst 5 voorbereiden PTA

- Leçon avec 21 diapositives
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Leerjaar 4 Economie hst 3 Quizzz

- Leçon avec 17 diapositives
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

leerjaar 4 Economie Hst 3 les 1

- Leçon avec 10 diapositives
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

Commercieel hst 4 Hoe bepaal je de prijs? deel 2

- Leçon avec 18 diapositives
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

leerjaar 4 Economie Hst 3 paragraaf 2

- Leçon avec 11 diapositives
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4