Leestekens compleet V1 regulier

🤷‍♀️
bas was op vakantie in oostenrijk daar ging hij met zijn ouders wandelen in de bergen onderweg kwam hij een heleboel prachtige dieren tegen zoals koeien berggeiten en roofvogels bas maakte van ieder dier een foto thuis vroeg hij aan zijn vader zal ik van deze foto’s een fotoboek maken
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

🤷‍♀️
bas was op vakantie in oostenrijk daar ging hij met zijn ouders wandelen in de bergen onderweg kwam hij een heleboel prachtige dieren tegen zoals koeien berggeiten en roofvogels bas maakte van ieder dier een foto thuis vroeg hij aan zijn vader zal ik van deze foto’s een fotoboek maken

Slide 1 - Diapositive

bas was op vakantie in oostenrijk daar ging hij met zijn ouders wandelen in de bergen onderweg kwam hij een heleboel prachtige dieren tegen zoals koeien berggeiten en roofvogels bas maakte van ieder dier een foto thuis vroeg hij aan zijn vader zal ik van deze foto’s een fotoboek maken

Slide 2 - Question ouverte

Hoe heten de leestekens die hierboven staan? Sleep de juiste naam naar het juiste leesteken.
aanhalingsteken
komma
punt
puntkomma
vraagteken

Slide 3 - Question de remorquage

Spatie
De spatie is het open stuk tussen twee woorden. Tussen ieder woord staat steeds een spatie. Tussen een woord en een leesteken, zoals een komma of punt staat geen spatie. 

Dus wel zo. Maar niet zo . 
Wel zo, inderdaad. Maar niet zo ,inderdaad

Slide 4 - Diapositive

De komma

Slide 5 - Diapositive

Voor voegwoorden
voor omdat, want en zodat. Na het voegwoord en gebruik je geen komma. 

Bijvoorbeeld: Thijs gaat naar huis, omdat hij ziek is.
Thijs gaat naar huis, zodat hij uit kan rusten.

Slide 6 - Diapositive

In welke zin staat het leesteken op de juiste plaats?
A
Help jij je vrienden altijd.
B
Help jij je vrienden altijd?
C
Help jij je vrienden altijd!
D
Help jij je vrienden altijd,

Slide 7 - Quiz

Komma tussen twee persoonsvormen. 

Wat Sara durft, is echt heel moedig. 
Als het goed is, is het morgen mooi weer. 

Slide 8 - Diapositive

Voor opsommingen die uit meer dan twee delen bestaan

Bijvoorbeeld: 
Op de middelbare school krijg je vakken als aardrijkskunde, geschiedenis, natuurkunde en scheikunde.

Slide 9 - Diapositive

Na het aanspreken van iemand.



Bijvoorbeeld: 
Ga je mee boodschappen doen, Lisanne?

Slide 10 - Diapositive

Wanneer gebruik je een uitroepteken? (meerdere antw. mogelijk)
A
Als je een zin extra nadruk wilt geven.
B
Na het einde van een zin.
C
Na een uitroep of bevel.

Slide 11 - Quiz

In welke zin staat het leesteken op de juiste plaats?
A
Ik heb het helemaal gehad met die hondenpoep.
B
Ik heb het helemaal gehad met die hondenpoep,
C
Ik heb het helemaal gehad met die hondenpoep?
D
Ik heb het helemaal gehad met die hondenpoep!

Slide 12 - Quiz

Dubbele punt (:)
De dubbele punt wordt gebruikt voor een opsomming, citaat of toelichting.

- Neem mee: een tas, een handdoek en een zonnebril.
- Hij zei: 'Hoi!'
- U kunt kiezen uit: vegetarisch of vlees

Slide 13 - Diapositive

Puntkomma (;)
De puntkomma maakt duidelijk dat de zin ervoor en erna veel met elkaar te maken hebben.

We hebben een geweldige vakantie gehad; vooral het wandelen was leuk.

LET OP: een puntkomma kan worden vervangen door een punt, maar niet door een komma.

Slide 14 - Diapositive

Voorbeeldzinnen
Dubbele punt:
- Er zijn twee opties: het gaat door of het gaat niet door.
- Denk aan de volgende spullen: een warme trui, sokken en een muts.

Puntkomma:
- We stonden vroeg op; we hadden nog een lange reis voor de boeg.
- Ik houd niet van zwemmen; toch neem ik een zwembroek mee.

Slide 15 - Diapositive

Een quote/uitspraak?
Deze varianten moet je uit je hoofd leren!

  • De docent zei: "Ik ben het daar niet mee eens."
  • "Vind jij het goed?" vroeg ik hem. "Jazeker!" antwoordde hij.
  •  "Ik ben het daar niet mee eens," zei de docent, "maar vooruit dan maar."
  • "Ik vind het goed," zei de docent. "Hoewel het niet zo leuk is."

Slide 16 - Diapositive

bas was op vakantie in oostenrijk daar ging hij met zijn ouders wandelen in de bergen onderweg kwam hij een heleboel prachtige dieren tegen zoals koeien berggeiten en roofvogels bas maakte van ieder dier een foto thuis vroeg hij aan zijn vader zal ik van deze foto’s een fotoboek maken

Slide 17 - Question ouverte