Oefenvragen SO §1 tm 3
A
Thematische kaart
B
Overzichtskaart
1 / 24
Éléments de cette leçon
A
Thematische kaart
B
Overzichtskaart
Slide 1 - Quiz
Wat is dit voor kaart?
A
Overzichtskaart
B
Thematische kaart
Slide 2 - Quiz
Wat is dit voor kaart
A
Overzichtskaart
B
Thematische kaart
Slide 3 - Quiz
Wat voor soort kaart is dit?
A
Overzichtskaart
B
thematische kaart
Slide 4 - Quiz
Welk schaalniveau is deze kaart?
A
Lokaal
B
Regionaal
C
Nationaal
D
Continentaal
Slide 5 - Quiz
Welke schaalniveau is deze
kaart?
kaart?
A
Nationaal
B
Continentaal
C
Regionaal
D
Lokaal
Slide 6 - Quiz
Welk schaalniveau is deze kaart?
A
Lokaal
B
Regionaal
C
Nationaal
D
Continentaal
Slide 7 - Quiz
Het gemiddelde aantal mensen per km2 is
A
Bevolkingsdichtheid
B
Bevolkingsspreiding
C
Schaal
Slide 8 - Quiz
Waar in Iran is de bevolkingsdichtheid
het grootst?
het grootst?
A
Noord-Oost
B
Zuid-Oost
C
Noord-West
D
Zuid-West
Slide 9 - Quiz
Bereken de bevolkingsdichtheid.
Aantal inwoners = 800
Oppervlakte = 4 km²
Aantal inwoners = 800
Oppervlakte = 4 km²
A
3.200 inwoners per km²
B
0,005 inwoners per km²
C
200 inwoners per km²
D
Ik snap dit nog niet
Slide 10 - Quiz
Welke van de volgende dingen heb je NIET nodig bij kaartlezen?
A
Legenda
B
Titel
C
Schaal
D
Agenda
Slide 11 - Quiz
Verhouding tussen de afstand op de kaart en die in werkelijkheid
A
schaal
B
legenda
C
atlas
D
schaalniveau
Slide 12 - Quiz
Een kaart heeft een schaal van 1 : 800.000
Hoeveel kilometer is 2 centimeter op de kaart in werkelijkheid?
Hoeveel kilometer is 2 centimeter op de kaart in werkelijkheid?
A
1.600.000 km
B
800 km
C
16 km
D
1,6 km
Slide 13 - Quiz
Wat mist in deze kaart?
A
Schaal
B
Noordpijl
C
Titel
D
Legenda
Slide 14 - Quiz
Wat zie je? Zet je woorden achter de juiste afbeeldingen.
Legenda
Windroos
Schaal
Slide 15 - Question de remorquage
Van een groot gebied naar een klein gebied kijken
A
Inzoomen
B
Uitzoomen
C
Teheran
D
Schaal
Slide 16 - Quiz
Welk schaalniveau heeft deze kaart over landschappen in Europa?
A
Nationaal schaalniveau
B
Regionaal schaalniveau
C
Mondiaal schaalniveau
D
Continentaal schaalniveau
Slide 17 - Quiz
In welk deel van Teheran is het drukker?
A
Noorden
B
Zuiden
Slide 18 - Quiz
Welk begrip past bij de uitleg: De lengtecirkel die over Greenwich (bij Londen) loopt.
A
Evenaar
B
Parallel
C
Nulmeridiaan
D
Lage breedte
Slide 19 - Quiz
De Noordpool ligt op
A
Hoge breedte
B
Lage breedte
C
Het zuidelijk halfrond
D
De evenaar
Slide 20 - Quiz
Welke plaats ligt op 30° NB?
A
Caïro
B
Mekka
C
Madrid
D
Durban
Slide 21 - Quiz
Slide 22 - Diapositive
Welke plaats ligt op 20° ZB en 40 °WL?
A
1
B
2
C
4
D
B
Slide 23 - Quiz
Zijn er nog dingen waar je extra uitleg over wilt deze les?
