Proeftoets

Proeftoets
Onderhoud gebouwen P3
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
Facilitair LeidinggevendeMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Proeftoets
Onderhoud gebouwen P3

Slide 1 - Diapositive

Wat is GEEN reden om je gebouw goed te onderhouden?
A
Dan gaat het gebouw langer mee
B
Dat zorgt voor minder kosten
C
Het gebouw is ook het visitekaartje
D
Dan kunnen mensen prettiger werken

Slide 2 - Quiz

Wat is de "schil" van het gebouw?
A
De voorgevel van je gebouw
B
De ramen, kozijnen, deuren, etc.
C
De receptie van het gebouw
D
De medewerkers van het bedrijf

Slide 3 - Quiz

Ongedierte weren is makkelijker dan ongedierte bestrijden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Preventief onderhoud is vooraf, correctief onderhoud is achteraf
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

Waar staat de W voor van W-installaties?
A
Water
B
Waterleiding
C
Werkende
D
Werktuigbouwkundige

Slide 6 - Quiz

Wat is een voorbeeld van correctief onderhoud?
A
Elke maand de sprinklerinstallaties controleren
B
Jaarlijkse controle van de lift
C
Een kapot onderdeel van de airco vervangen
D
Elk halfjaar de glazen laten wassen

Slide 7 - Quiz

Correctief onderhoud is vaak goedkoper dan preventief onderhoud
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Wat is GEEN werktuigbouwkundige installatie?
A
Waterleidingen
B
Riolering
C
Cv-installatie
D
Elektrische zonwering

Slide 9 - Quiz

Waar moet je naast de temperatuur nog meer op letten in een kantoor?
A
Luchtvochtigheid en luchtsnelheid
B
Watertoevoer en genoeg koffie
C
Verwarming en bedrading
D
Luchtvochtigheid en verlichting

Slide 10 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een interne ontsluitingsweg?
A
De A2 richting Amsterdam
B
De provinciale weg richting het kantoor
C
De weg op het bedrijventerrein
D
De parkeerplaats

Slide 11 - Quiz

De gemeente is verantwoordelijk voor de interne ontsluitingsweg
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Welke soort verharding is het duurst in aanleg?
A
Klinkers
B
Asfalt
C
Betonplaten
D
Mijnstenen

Slide 13 - Quiz

Wat zijn de twee bekendste knaagdieren?
A
Muis en rat
B
Mol en muis
C
Rat en olifant
D
Mier en vleermuis

Slide 14 - Quiz

Op welke plek hang je GEEN brandmelder?
A
In de keuken
B
In de slaapkamer
C
In de garage
D
In de overloop

Slide 15 - Quiz

Vleermuizen worden altijd afgemaakt
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

De meeste brandslachtoffers vallen door brandwonden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Waarom draai je bij het vervangen van een cilinderslot niet meteen alles vast?
A
Dan past de sleutel niet goed
B
Dan slijt de deurklink sneller
C
Dan kun je hem nog verstellen
D
Je draait hem juist wel meteen vast

Slide 18 - Quiz

Groene stroom is beter voor het milieu dan grijze stroom
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz