OMG P 1 wk 5, conformisme + omdenken

• Omgangskunde
• MBO
• Studiejaar 1

Lesdoelen

Je verandert je kijk op negatieve situaties, gebeurtenissen of gedachten en gaat op zoek naar de positieve mogelijkheden die dit biedt.

Je kunt elkaar helpen met "omdenken" van problemen.

Nabespreken Opdracht 4

Opdracht 4a; vervolg op "Ik en mijn sterke kant"

DA24: met de dia's over 'omdenken' hoeven jullie niets te doen. 

(1.5.2) Conformisme

Conformisme betekent

1. Je eigen plan trekken
2. Meegaan met de groep
3. Je afsluiten van je omgeving
4. Je op je gemak voelen

Conformisme

Als je je conformeert, pas je je aan, aan de normen en regels die in een groep gelden. 

Dit gaat vaak samen met groepsdruk.

............................

Filmpje:

Wat beïnvloedt conformisme?

1. Hoe sterk het groepsgevoel is

2. De angst om anders te zijn dan de groep

3. Onzekerheid over jouw eigen mening

Casus boek (1.5.2: Anja): dilemma; (te?) veel aandacht voor de patiënt. Collega's gaan zich ergeren. Hoe ga je daarmee om?

Blijf professioneel nadenken over: 

- Wat zijn jouw eigen normen en waarden?

- Kun je op een ethische en integere manier  handelen?

Herkaderen (= omdenken)

Het ombuigen van:

- negatieve situaties

- gebeurtenissen

- gedachten

Herkaderen (= omdenken)

Met een wisbordje: Zie je jezelf als een optimist of een pessimist?
Ga je vooral op zoek naar kansen en mogelijkheden of zie je juist altijd beren op de weg?

Voordelen positieve houding

1. Een positieve houding leidt sneller tot actie.
2. Een positieve houding is goed voor je humeur.
3. Positiviteit is goed voor je gezondheid.

Omdenken

Drie stappen:

1. Je hebt een probleem
2. Dit accepteer je als een feit 
3. Dat feit ga je omzetten in een positieve mogelijkheid

Omdenken

- Denk je zelf veel "om"? 

Zoek een omdenktekst die bij je past

- Zorg dat je hem kunt uitleggen, waarom past deze bij jou?

Zelf aan de slag met opdracht 6

- Je krijgt een omdenk-formulier en schrijft daarop een probleem (hoeft niet jouw eigen probleem te zijn). De eerste 3 regels vul je in.

- Vouw het formulier dubbel en verzamel ze per klas.

- In groepjes omdenken met behulp van het omdenk-formulier.

- Presenteer de resultaten per groepje aan de klas.

Nabespreking

• Wat leverde deze activiteit jullie op?
• Kun je herkaderen of omdenken in alle situaties inzetten? Waarom wel/ niet?
• Gaat het omdenken jou juist moeilijk of makkelijk af?