4.3 Kracht, massa en versnelling

4.3 Kracht, massa en versnelling
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

4.3 Kracht, massa en versnelling

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen:
4.3.1 Je kunt het begrip traagheid uitleggen.
4.3.2 Je kunt berekeningen maken met de tweede wet van Newton: F = m ∙ a
4.3.3 Je kunt de remkracht op een voertuig berekenen door gebruik te maken van de vertraging.

Slide 2 - Diapositive

Introductie

Als een vrachtwagen zwaarbeladen is, komt hij maar langzaam op gang. Hoe groter de massa van de lading, des te kleiner is de versnelling als de chauffeur in alle gevallen evenveel gas geeft. Hetzelfde merk je als je probeert weg te rijden terwijl er iemand achterop je fiets zit: het optrekken tot de gewenste snelheid duurt dan veel langer.

Slide 3 - Diapositive

Traagheid

Een voorwerp met een grote massa heeft een grote traagheid. Er is een grote resultante nodig om de snelheid of de bewegingsrichting merkbaar te beïnvloeden.
 

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Tweede wet van Newton
De tweede wet van Newton legt een verband tussen:
Resultante kracht , massa en versnelling
Fres=ma

Slide 6 - Diapositive



Fres  =    resultante kracht    (N)
m       =    massa                           (kg)
a         =    versnelling                 (m/s2)
Fres=ma

Slide 7 - Diapositive

Uit Fres (1)= m(1) x a(1) volgt:
1N is gelijk aan de resultante kracht die 1 kg 
een versnelling van 1 m/s2 geeft.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Voorbeeldopdracht 2
In figuur 3 zie je een auto en een motor naast elkaar staan. De massa van de auto (inclusief de bestuurder) is 900 kg, die van de motor is 300 kg. Als de voorrangsweg vrij is, trekken de auto en de motor beide op. Op beide voertuigen werkt daarbij een resultante van 1,8 kN.
Bereken de versnelling van beide voertuigen.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

De remkracht berekenen

Met de formule F = m ∙ a kun je de resultante op een remmend voertuig berekenen. De letter a staat in dit geval voor de remvertraging (de snelheidsafname per seconde). De letter F staat voor de resultante. In dit geval is de resultante de totale remkracht die op het voertuig wordt uitgeoefend.

Slide 12 - Diapositive

Een auto heeft een massa van 1300 kg. De remmen moeten voldoende remkracht kunnen leveren voor een remvertraging van minstens 5,2 m/s2 (figuur 4).
Bereken hoe groot de remkracht minstens moet zijn.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive