3H 4.3 KRACHT,MASSA EN VERSNELLING

4.3


Kracht massa en versnelling
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

4.3


Kracht massa en versnelling

Slide 1 - Diapositive

Spoorboekje
  • Leerdoelen
  • Voorkennis activeren
  • Actief bezig met paragraaf 3
  • Oefenen
  • Zelfstandig werken

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
Leerdoel 7: Ik kan uitleggen wat traagheid inhoudt.
Leerdoel 8: Ik kan de Tweede wet van Newton toepassen.
Leerdoel 9: Ik kan werken met de valversnelling.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Traagheid
Hoe meer massa een object heeft, des te groter de traagheid.

Traagheid geeft aan hoe makkelijk je iets kan versnellen of afremmen. Hoe meer traagheid, hoe meer het object zich verzet tegen snelheidsveranderingen.

Slide 5 - Diapositive

De tweede wet van Newton
F = m*a

F is de resulterende kracht in Newton (N)
m is de massa van het voorwerp in kilogram (kg)
a is de versnelling van het voorwerp in m/s

2

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive



Fres  =    resultante kracht    (N)
m       =    massa                           (kg)
a         =    versnelling                 (m/s2)
Fres=ma

Slide 15 - Diapositive

De remkracht berekenen

Met de formule F = m ∙ a kun je de resultante op een remmend voertuig berekenen. De letter a staat in dit geval voor de remvertraging (de snelheidsafname per seconde). De letter F staat voor de resultante. In dit geval is de resultante de totale remkracht die op het voertuig wordt uitgeoefend.

Slide 16 - Diapositive

Een auto heeft een massa van 1300 kg. De remmen moeten voldoende remkracht kunnen leveren voor een remvertraging van minstens 5,2 m/s2 (figuur 4).
Bereken hoe groot de remkracht minstens moet zijn.

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Maak opdrachten 1 t/m 7 blz 35,36,37
timer
20:00

Slide 19 - Diapositive

Wat is de tweede wet van Newton?
A
Fres = m * a
B
a = Δv / Δt
C
Fres = 0
D
F * t = m * v

Slide 20 - Quiz

Waar of niet waar?
De tweede wet van Newton zegt dat de nettokracht en versnelling een omgekeerd evenredig verband vormen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

De tweede wet van Newton houdt in:
A
Fres is 0 N als een voorwerp stil staat of met constante snelheid voortbeweegt.
B
Fres is de som van alle krachten die op een voorwerp werken.
C
Fres is gelijk aan de massa maal versnelling van het voorwerp waarop de krachten werken.
D
Op een stilstaand voorwerp werken meerdere krachten die tegengesteld gericht zijn aan elkaar.

Slide 22 - Quiz

Lars en Joey herhalen de meting bij een hogere snelheid en dezelfde remkracht
Welke grafiek is juist?
A
B
C
D

Slide 23 - Quiz

Met welke formule bereken je de remkracht?
A
F = m * a
B
F = m * g
C
s = v * t
D
v = a * t

Slide 24 - Quiz

Een auto van 1000kg remt af met een vertraging van 2m/s2. Hoe groot is de remkracht?
A
2000N
B
500N
C
4000N
D
250N

Slide 25 - Quiz

Spoorboekje
  • Leerdoelen
  • Voorkennis activeren
  • Actief bezig met paragraaf 3
  • Oefenen
  • Zelfstandig werken

Slide 26 - Diapositive

Leerdoelen
Leerdoel 7: Ik kan uitleggen wat traagheid inhoudt.
Leerdoel 8: Ik kan de Tweede wet van Newton toepassen.
Leerdoel 9: Ik kan werken met de valversnelling.

Slide 27 - Diapositive