Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
1.4 laaglandrivieren
2.1 Laaglandrivieren
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
opdracht
Bekijk de Nederlandse rivieren (4 stuks) in de atlas,
waar komt het Nederland binnen, welk type monding zie je
timer
6:00
Slide 4 - Diapositive
Nederlandse rivieren
Rijn, Maas, Overijsselse Vecht en Eems stromen vanuit buurlanden binnen. De Gelderse IJssel is een zijtak van de Rijn.
Slide 5 - Diapositive
Eems en Westerschelde: estuarium
Eems: trechtermonding van de Duitse Ems. Deel van NO-Nederland maakt deel uit van het stroomgebied van de Ems.
Westerschelde: trechtermonding van Schelde. Scheldedelta
( Zeeuwse eilanden) is stroomgebied van de Schelde.
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Welk begrip hoort er bij: 'een rivier met alle zijrivieren en vertakkingen die deel uitmaken van hetzelfde stroomgebied.'
A
lengteprofiel
B
stroomgebied
C
stroomstelsel
D
waterscheiding
Slide 8 - Quiz
Welk begrip hoort er bij: 'de grens tussen twee stroomgebieden.Deze wordt gevormd door hogere delen in het landschap, zoals een heuvelrug of een bergketen. '
A
lengteprofiel
B
stroomgebied
C
stroomstelsel
D
waterscheiding
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Wat is het verschil tussen verval en verhang?
Slide 13 - Question ouverte
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Bereken het verhang tussen Koblenz en Rotterdam
Slide 20 - Question ouverte
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Diapositive
Bekijk de foto. De omgeving zorgt ervoor dat de vertragingstijd van een rivier:
A
gelijkt blijft
B
korter wordt
C
langer wordt
Slide 26 - Quiz
Bekijk de foto. De kribben zorgen ervoor dat de vertragingstijd van een rivier:
A
gelijkt blijft
B
korter wordt
C
langer wordt
Slide 27 - Quiz
Waar vindt sedimentatie plaats in de meander?
A
Binnenbocht
B
Buitenbocht
C
In de gehele rivier vindt erosie plaats
D
In de gehele rivier vindt geen erosie plaats
Slide 28 - Quiz
Welk onderdeel mag in een rivierenlandschap (in de winter of in nood) overstromen?