KT1 Anatomie en fysiologie luchtwegen 2

Anatomie, Fysiologie en Pathologie



Les 2
Periode 3
Leerjaar 1
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
Anatomie Fysiologie PathologieMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 23 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Anatomie, Fysiologie en Pathologie



Les 2
Periode 3
Leerjaar 1

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

 Luchtwegen vervolg

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doelen
Aan het eind van deze les:

- ken je de anatomie van de bovenste luchtwegen en onderste luchtwegen




Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De longen
Wat weet je nog?
Schrijf op of teken hoe de longen werken, gebruik de volgende woorden:
bronchus
alveoli
trachea
bronchioli


diafragma
pleura

Slide 4 - Diapositive

bronchus = luchtpijp vertakking (grote)
alveoli = longblaasjes
trachea = luchtpijp
bronchioli = kleine vertakkingen
diafragma - middenrif
pleura= longvlies

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ademhaling
Onder ademhalen verstaan we:


Het proces van in- en uitademing waarbij zuurstof wordt opgenomen in het lichaam en koolstofdioxide wordt afgegeven aan de lucht

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Neusholte (cavum nasi)
Septum nasi: neustussenschot > bedekt met slijmvlies
Filteren van de inademingslucht (trilhaartjes) >gaan stofdeeltjes tegen
Verwarming/koeling van de inademingslucht (neusschelpen)
Bevochtigen van de inademingslucht (neusschelpen, groot oppervlak slijmvlies)
Waarschuwingsfunctie (reuk)


Slide 7 - Diapositive

ademhaling via de mond, wanner er extra veel zuurstof nodig is

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Neusbijholtes
Sinus Frontalis: voorhoofdsholte
Sinus Maxillaris: kaakholte

Staan in verbinding met de neus/keelholte.
Functie is nog niet duidelijk. Mogelijk bevochtigen de hele keel-neus-oorzone, resonantie stem en spelen rol bij reukvermogen

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Farynx (keelholte)
Uvula = huig> afluiten van neusholte en keelholte
Achterkant farynx> twee tonsillen palatinae (keelamandelen), hoog in de achterwand(neusholte) ligt het adenoid (neusamandel). > lymfoïde weefsel en helpt bij afweer. Vooral op jonge leeftijd actief.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Strottenhoofd (Larynx)
Zit tussen de keelholte en de luchtpijp waar ademhalingsstelsel en spijsverteringsstelsel splitsen.
Functies:
-Het voorkomt dat het voedsel tijdens het slikken in de luchtpijp terecht komt. (epiglottis)
-Het vormt de stem.


Slide 12 - Diapositive

Het strotklepje (epiglottis): sluit bij slikken om te voorkomen dat voedsel in de luchtpijp terecht komt.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stembanden
2 kraakbeenderen in de wand van larynx (stevigheid)
- cartilago thyroidea> schildkraakbeen
- cartilago cricoidea> ringkraakbeen
Stem:
 Er lopen twee stembanden  tussen het ringkraakbeen en het schildkraakbeen> er tussenin ligt de stemspleet. Kunnen trillen door uitgaande lucht> geluid

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De luchtpijp (trachea)
De luchtpijp ligt voor de slokdarm


De luchtpijp splitst zich ter hoogte van de 5de borstwervel in twee grote takken: de luchtpijptakken (hoofdbronchi).
De wand van de luchtpijp bestaat uit: hoefijzervormige kraakbeenringen die de luchtpijp openhouden.


Slide 15 - Diapositive

Vormt verbinding tussen het strottenhoofd en de longen.
Aan de binnenzijde bekleedt met slijmvlies en trilhaarepitheel. Functie: transporteren van slijm (sputum) met daarin opgenomen stofdeeltjes

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De beide luchtpijpvertakkingen vertakken zich in de longen. (bronchi)
Hoe fijner de bronchiën, hoe minder kraakbeen zich in de wand bevindt.
De kleinste vertakkingen (zonder kraakbeen!) heten bronchioli of longtrechtertjes.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De longblaasjes (Alveoli)
Aan het einde van de bronchioli zitten de longblaasjes (alveoli)
De alveoli zitten als druiven aan een druiventros aan de luchtpijpvertakkingen vast.
De alveoli zijn omgeven door een fijn haarvatennet.
In de alveoli vindt de gaswisseling plaats.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Longvliezen 
De longen zijn aan de buitenzijde bekleed met een glad vlies: het longvlies. Dit vlies gaat over in het borstvlies (hiermee is de borstholte aan de binnenzijde helemaal bekleed).
Tussen de beide pleurabladen bevindt zich een smalle ruimte: de pleuraholte
De pleuraholte is gevuld met pleuravocht, hierdoor kunnen de vliezen soepel bewegen ten opzichte van elkaar

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ademhaling
Inspiratie en expiratie
Ademhalingsspieren en hulpademhalingsspieren
Aanspanning middenrif, deze wordt plat. Longen worden naar beneden gezogen, drukverschil zuigt lucht in de longen

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht
Ga in Cumlaude aan de slag met de opdracht plaatjes met nummers en lever deze in aan het eind van de les. 

Tijd over: start met MBO leren met de module kortademigheid. 

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk
Leren medische terminologie H.5 

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions