MSL Havo 4 Verzorgingsstaat 5.5 Arbeidsmarkt in ontwikkeling
1 / 17
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat is een verzorgingsstaat?
I. Solidariteit vormt de basis van een verzorgingsstaat
II. In een verzorgingsstaat delen burgers alleen werkeloosheidsrisico's
I. Solidariteit vormt de basis van een verzorgingsstaat
II. In een verzorgingsstaat delen burgers alleen werkeloosheidsrisico's
A
I. is juist
II. is onjuist
B
I. is onjuist
II. is juist
C
I. en II. zijn juist
D
I. en II. zijn beide onjuist
Slide 2 - Quiz
Sleep het begrip (links) naar de juist omschrijving (rechts). (4p)
Werkzaamheden.
Dit krijg je als je geen andere mogelijkheid
hebt om aan geld te komen.
staat waarin de overheid de burgers helpt als dat nodig is.
zorgt voor veilige werkplekken.
de plaats die je in de samenleving inneemt.
uitkering die je kunt krijgen als je werkloos geworden bent.
de waardering die mensen geven aan een beroep.
afspraken tussen werknemer en werkgever.
Maatschappelijke positie
Status
Taken
WW-uitkering
Bijstand
Arbowet
Arbeidscontract
Verzorgingsstaat
Slide 3 - Question de remorquage
JUIST of ONJUIST
I. Bevordering van voldoende werkgelegenheid door de overheid is een sociaal grondrecht
II. Sociale grondrechten kun je bij de rechter afdwingen
I. Bevordering van voldoende werkgelegenheid door de overheid is een sociaal grondrecht
II. Sociale grondrechten kun je bij de rechter afdwingen
A
I. is juist
II. is onjuist
B
I. is onjuist
II. is juist
C
I. en II. zijn beide juist
D
I. en II. zijn beide onjuist
Slide 4 - Quiz
Zorg vanuit de directe omgeving door familie, buren en vrienden, noem je
A
Noaberschap
B
Sociaal
C
Mantelzorg
D
Buurtzorg
Slide 5 - Quiz
In een nachtwakersstaat.....
A
.... doet de overheid niet veel meer dan handhaving van de rechtsorde
B
... beperkt de overheid zich tot het sturen van de vrije markt economie
C
... is de overheid zeer alert op misstanden in de samenleving
D
... hebben alleen rijke mensen wettelijk recht op zorg
Slide 6 - Quiz
WW
WULBZ
WIA
AOW
ANW
AKW
Toeslagenwet
Participatiewet
Ouders met kinderen onder de 18 jaar
Iemand is ontslagen bij een bedrijf.
Iemand is langer dan twee jaar ziek en kan hierdoor niet meer werken.
Iemand heeft de 67 jaar bereikt
Iemand in loondienst is 6 maanden ziek.
Iemand wordt weduwe/weduwnaar
Iemand heeft 6 jaar gestudeerd en kan niet meteen een baan vinden
Iemand leeft onder het sociaal minimum
Slide 7 - Question de remorquage
Wat zijn de 3 terreinen van de verzorgingsstaat?
A
Onderwijs, marktwerking en sociale zekerheid
B
Defensie, gezondheidszorg en sociale zekerheid
C
Onderwijs, defensie en sociale zekerheid
D
Onderwijs, gezondheidszorg en sociale zekerheid
Slide 8 - Quiz
JUIST of ONJUIST?
I. Materiële behoeften heb je pas wanneer je immateriële behoeften zijn vervuld
II. Arbeidsethos hangt af van tijd en plaats
I. Materiële behoeften heb je pas wanneer je immateriële behoeften zijn vervuld
II. Arbeidsethos hangt af van tijd en plaats
A
I. is juist
II. is onjuist
B
I. is onjuist
II. is juist
C
I. en II. zijn beide juist
D
I. en II. zijn beide onjuist
Slide 9 - Quiz
Behoeftenpyramide van Maslow: wat is de volgorde van behoeften volgens Maslow? De eerste die vervuld moet worden onderaan, de laatste bovenaan.
Lichamelijke behoeften
Veiligheid en zekerheid
Zelfontplooiing
Erkenning en waardering
Behoefte aan sociaal contact
Slide 10 - Question de remorquage
Oost-Europeanen die in Nederland een bouwbedrijf beginnen zijn een voorbeeld van
A
Automatisering
B
Flexibilisering
C
Verdwijnen nieuwe arbeidstakken
D
Globalisering
Slide 11 - Quiz
Een robot die voor een leraar praktische opdrachten nakijkt, dat is een voorbeeld van
A
Globalisering
B
Automatisering
C
Flexibilisering
D
Verdwijnen bedrijfstakken
Slide 12 - Quiz
JUIST of ONJUIST?
I. Iedereen begint onder aan de maatschappelijke ladder
II. Positieve discriminatie heeft als doel om sociale mobiliteit te bevorderen
I. Iedereen begint onder aan de maatschappelijke ladder
II. Positieve discriminatie heeft als doel om sociale mobiliteit te bevorderen
A
I. is juist
II. is onjuist
B
I. is onjuist
II. is juist
C
I. en II. zijn beide juist
D
I. en II. zijn beide onjuist
Slide 13 - Quiz
Arbeid is een sociaal grondrecht. Dit betekent onder andere dat....
A
... de overheid voor iedereen een passende baan moeten regelen
B
... de overheid zich wat werk betreft terughoudend moet opstellen
C
... de overheid zich in moet spannen voor voldoende werkgelegenheid
D
... ambtenaren beschermd zijn tegen machtsmisbruik van hun werkgever
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
WAT ZIJN DE BELANGRIJKSTE KANSEN EN BEDREIGINGEN als het gaat om automatisering, flexibilisering en globalisering?
(upload foto van het overzicht zie PP)
(upload foto van het overzicht zie PP)
