Paragraaf 1 Inkomen uit arbeid

Programma
Start hoofdstuk 2 Geldzaken
Uitleg en maken paragraaf 2.1 en de rekentrainer 2.1
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Programma
Start hoofdstuk 2 Geldzaken
Uitleg en maken paragraaf 2.1 en de rekentrainer 2.1

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
Ik kan uitleggen wat inkomsten uit arbeid zijn
Ik kan verschillende inkomsten uit arbeid benoemen
Ik kan uitleggen hoe loonverschillen ontstaan

Slide 2 - Diapositive

inkomen

wat is inkomen eigenlijk?

welke soorten inkomen ken je?



Slide 3 - Diapositive

Wat is inkomen?
Ontvangsten in geld en natura
Geld...!
Natura..?

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Inkomen in natura
Soms krijg je een deel van je inkomen niet in geld maar in producten. Je noemt dat een inkomen in natura.


Voorbeelden van inkomens in natura zijn:

  • een auto van de zaak.
  • een mobiele telefoon van de baas .
  • een abonnement op een krant of tijdschrift betaald door de zaak.

Slide 6 - Diapositive

Andere inkomsten uit arbeid
  • Loon of salaris.
  • Extra beloningen, bijvoorbeeld: vakantiegeld
  • Toeslagen voor onregelmatige diensten en bijzondere presentaties.
  • Loon in natura.
  • Winst uit arbeid.






Slide 7 - Diapositive

Inkomensverschillen, hoe kan dit?

Slide 8 - Diapositive

Inkomensverschillen
Inkomensverschillen ontstaan onder andere door:
  • Leeftijd
  • Ervaring
  • Opleiding
  • Prestaties
  • Zwaar of gevaarlijk
  • Verantwoordelijk werk

Slide 9 - Diapositive

Leerdoelen
Ik kan uitleggen wat inkomsten uit arbeid zijn
Ik kan verschillende inkomsten uit arbeid benoemen
Ik kan uitleggen hoe loonverschillen ontstaan

Slide 10 - Diapositive

Huiswerk
Maken paragraaf 2.1 en de rekentrainer 2.1

Slide 11 - Diapositive