Economisch bekeken - H2.1. Inkomsten uit arbeid (B)

2.1. Inkomen uit arbeid (B)
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

2.1. Inkomen uit arbeid (B)

Slide 1 - Diapositive

OPDRACHT
Jullie krijgen zo meteen 2 beroepen. Samen ga je daarover praten en uitzoeken waarom zij niet hetzelfde verdienen.

  • Wat voor werk doet iemand in dit beroep?
  • Hoeveel zou iemand in dit beroep verdienen?
  • Waarom verdient de ene persoon meer dan de andere?
  • Wat vinden jullie eerlijk aan deze verschillen en wat niet?
timer
2:00
INKOMENSVERSCHILLEN

Slide 2 - Diapositive

Aan het eind van deze paragraaf kun je:
  • uitleggen wat inkomsten uit arbeid zijn.
  • verschillende inkomsten uit arbeid benoemen.
  • uitleggen hoe loonverschillen ontstaan.
  • uitleggen wat de begrippen functie, loon in natura en minimumloon
     betekenen.
Wat gaan we leren?

Slide 3 - Diapositive

Soorten inkomsten

Slide 4 - Diapositive

  • Loon is de beloning die je krijgt
      voor je werk.
  • Dat wordt wekelijks, per 4 weken
      of maandelijks op je rekening
      gestort.
  • Één keer per jaar krijg je
      vakantiegeld.
Loon

Slide 5 - Diapositive

Loon in Natura

Slide 6 - Diapositive

  • Vakantiegeld is extra geld dat je
     elk jaar in mei van je baas krijgt
     bovenop je normale salaris.
  • Het is 8% van je jaarsalaris voor
     belasting.
Vakantiegeld

Slide 7 - Diapositive

  • Een functie betekent de
     werkzaamheden die bij je
     baan horen.
  • Voorbeelden: docent,
     conciërge, roostermaker,
     teamleider, mediathecaris,
     directeur

Functie

Slide 8 - Diapositive

  • Het minimumloon is het loon dat
     een werkgever minimaal moet
     betalen aan werknemers vanaf 21
     jaar.

Minimum(jeugd)loon

Slide 9 - Diapositive

  • Hogere functie ➡️ meer loon
  • Meer uren werken ➡️ meer loon
  • Meer ervaring ➡️ meer loon
  • Hogere leeftijd ➡️ meer loon
  • Gevaarlijk werk ➡️ meer loon
  • Hogere functie ➡️ meer loon
  • Uitzonderlijk werk (Sporter, acteur) ➡️ meer loon
Waarom verdient niet iedereen hetzelfde?

Slide 10 - Diapositive

VRAGEN?

Slide 11 - Diapositive

OPDRACHTEN
  • Maak de opgaven 1 t/m 14 op bladzijde 34 en 35 van
     werkboek 3A!
  • Klaar? Ga dan aan de slag met het huiswerk. Dat zijn
     opgave 15 t/m 27 op bladzijde 35 en 36.
  • Klaar? Dan kun je nakijken en heb je geen huiswerk.






timer
10:00
Rood = Zelfstandig en stil werken. 
Geel = Fluisteren en overleggen toegestaan
Groen = Praten

Slide 12 - Diapositive


Wat zijn inkomsten uit arbeid?
VRAAG 1
A
Het geld dat je krijgt van je ouders als zakgeld
B
Het geld dat je verdient door te werken
C
Het geld dat je wint in de loterij
D
Het geld dat je ontvangt als cadeau

Slide 13 - Quiz


Wat wordt er bedoeld met minimumloon?
VRAAG 2
A
Het laagste bedrag dat werkgevers verplicht zijn om werknemers te betalen
B
Het laagste bedrag dat je kunt uitgeven aan boodschappen
C
Het gemiddelde bedrag dat werknemers in een bedrijf verdienen
D
Het bedrag dat je moet betalen voor huur

Slide 14 - Quiz


Welke van de volgende is géén voorbeeld van inkomsten uit arbeid?Hoe ontstaan loonverschillen?
VRAAG 3
A
Winst uit eigen bedrijf
B
Bonussen van je werkgever
C
Salaris dat je krijgt voor je werk
D
Geld dat je krijgt van je ouders als zakgeld

Slide 15 - Quiz


Wat is loon in natura?
VRAAG 4
A
Loon dat je ontvangt in de vorm van goederen of dienste
B
Loon dat je in geld ontvangt
C
Loon dat je aan het einde van het jaar krijgt
D
Loon dat je alleen in de zomer krijgt

Slide 16 - Quiz


Waarom kunnen er grote verschillen zijn in het salaris tussen verschillende beroepen?
VRAAG 5
A
Omdat beroepen die in de stad zijn altijd beter betaald worden
B
Omdat alle beroepen dezelfde opleiding vereisen
C
Omdat sommige beroepen meer vakkennis en ervaring vereisen
D
Omdat sommige beroepen in hetzelfde bedrijf meer uren maken

Slide 17 - Quiz

Huiswerk voor de volgende les:
  • Maken opgaven 1 t/m 27 van hoofdstuk 2.1
      Inkomen uit arbeid op bladzijde 34 t/m 36.

Huiswerk

Slide 18 - Diapositive

Bedankt en fijne dag!

Slide 19 - Diapositive