2. Middeleeuwen - Gotiek - interactief

MIDDELEEUWEN - GOTIEK
1000 - 1200

Les 2 van 3
1 Romaans
2 Gotiek
3 Toets

1 / 51
suivant
Slide 1: Diapositive
KunstMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 51 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

MIDDELEEUWEN - GOTIEK
1000 - 1200

Les 2 van 3
1 Romaans
2 Gotiek
3 Toets

Slide 1 - Diapositive

GOTIEK - OPDRACHTEN
Vast onderdeel
introductie
afsluiting
Keuze onderdeel
verwerkingsvragen

Alles af = geen huiswerk!

Slide 2 - Diapositive

VAST ONDERDEEL - INLEIDING
leerdoel
videofragment
voorkennis: juist/onjuist
introductie tekst
sleepvraag
meerkeuzevragen

Slide 3 - Diapositive

GOTIEK - LEERDOEL
Je kan uitleggen hoe schilderkunst, beeldhouwkunst en architectuur in de gotische periode samenhangen met de middeleeuwse cultuur en religie.

Slide 4 - Diapositive

VOORKENNIS - JUIST/ONJUIST

Wat weet jij al over de gotische periode?





5 juist/onjuist vragen

Slide 5 - Diapositive

De gotische architectuur werd gekarakteriseerd door zware, massieve muren en kleine ramen.
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quiz

De gotische kathedralen werden vaak gebouwd om de macht en rijkdom van de kerk te tonen, niet alleen als religieuze plaatsen.
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quiz

In de gotische periode werden glas-in-loodramen vaak gebruikt om Bijbelse verhalen te vertellen en het geloof visueel over te brengen.
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quiz

De bouw van gotische kathedralen was meestal een korte termijnproject dat snel werd voltooid, vaak binnen een paar jaar.
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quiz

De gotische periode werd gekarakteriseerd door een toenemende invloed van de kerk op kunst, onderwijs en het dagelijks leven van de mensen.
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quiz

GOTIEK - INTRODUCTIE
De gotiek is vooral beroemd geworden om haar enorme kerken. Gotische kerken zijn veel hoger en groter, dit is mogelijk door bouwkundige uitvindingen: het kruisribgewelf en de spitsboog. De muren hebben geen dragende functie meer, waardoor grote vensters mogelijk zijn. De gotische kathedraal is uitbundig versierd met ornamenten en beelden van heiligen. De beelden zijn levendiger dan de romaanse. 

Slide 11 - Diapositive

1

Slide 12 - Vidéo

01:47
Wat wilde Abt Suger bereiken met de bouw van de Kathedraal van Saint-Denis?

Slide 13 - Question ouverte

MEERKEUZEVRAGEN
Kies het juiste antwoord.
Hulpmiddel: Kunstboek pagina 33 t/m 37

Slide 14 - Diapositive

Wat is een verluchting?
A
Een reliëfafbeelding op de gevel van een kerk, bedoeld om Bijbelse verhalen uit te beelden.
B
Een illustratie of versiering in een middeleeuws handschrift, vaak rijkelijk versierd met goud en felle kleuren.

Slide 15 - Quiz

Wat maakt een vorm minder ruimtelijk, of 'plat'?
A
Nauwelijks schaduwwerking en de achtergrond is leeg. Lijnperspectief klopt niet, verschillende standpunten zichtbaar. Er worden zware contourlijnen gebruikt en de weergave is schematisch.
B
Duidelijke schaduwwerking en een gedetailleerde achtergrond. Het lijnperspectief klopt en er is één consistent standpunt zichtbaar. Er worden subtiele contourlijnen gebruikt en de weergave is realistisch.

Slide 16 - Quiz

Wat is kenmerkend voor een romaanse kerk?
A
Plattegrond is een Latijns kruisvorm, extra beuken, een kooromgang en straalkapellen. Duidelijk te herkennen aan de rondbogen en massiefbouw.
B
Gericht op het verticale, alles wijst omhoog en is opengewerkt. Duidelijk te herkennen aan de spitsbogen en skeletbouw, glas-in-loodramen en veel versieringen.

Slide 17 - Quiz

Waarom zie je vaak voorstellingen van het laatste oordeel boven het toegangsportaal?
A
Om gelovigen aan te moedigen goede christenen te zijn.
B
Omdat het een traditioneel decoratief thema was dat gebruikt werd om de kerk mooier te maken.

Slide 18 - Quiz

Wat is stileren?
A
Het exact natekenen van vormen en details om een zo realistisch mogelijk beeld te creëren.
B
Het vereenvoudigen of vervormen van vormen en details in een kunstwerk om de essentie of het karakter ervan te benadrukken.

Slide 19 - Quiz

Wat is een relikwie / reliek?
A
Een oud kunstvoorwerp of gebruiksvoorwerp uit de middeleeuwen dat in musea wordt tentoongesteld.
B
Een heilig overblijfsel van een heilige persoon, zoals een bot, kledingstuk of ander object, dat wordt vereerd in kerken en pelgrimsoorden.

Slide 20 - Quiz

KEUZE ONDERDEEL
1
Vragen bij het boek.
2
Videovragen. 
3
Examenvragen.
Ik wil testen of ik de leerstof goed begrijp.
Ik wil meer uitleg.
Ik snap de leerstof, ik wil verdiepen.
Start bij dia 17
Start bij dia 24
Start bij dia 26

Slide 21 - Diapositive

VRAGEN BIJ HET BOEK
Maak de vragen die horen bij hoofdstuk 2.3 romaanse kunst uit het Kunstboek.

Slide 22 - Diapositive

Net als de decoraties in de timpanen hebben de kapitelen ook een Bijbels
thema. Het thema van het kapiteel op de afbeelding gaat over de het laatste
oordeel, met links de heilige Petrus als sleutelhouder van de hemel, in het
midden een zondaar op weg naar de hel en rechts de duivel.

Leg uit waarom timpanen en kapitelen in de kerken werden versierd met
Bijbelse taferelen.

Slide 23 - Question ouverte

Je ziet een foto van de Saint-Sernin in Toulouse.
Het is een romaanse basiliekkerk.

Noem minstens vier kenmerken die het
romaanse karakter van deze basiliek laten zien.

Slide 24 - Question ouverte

Op de afbeelding zie je een pagina met de Latijnse tekst van het Paternoster (Onzevader)
en het Credo (de geloofsbelijdenis). De pagina is versierd met onder andere een initiaal
en een miniatuur.

Leg aan de hand van de afbeelding uit wat het verschil is
tussen een initiaal en een miniatuur.

Slide 25 - Question ouverte

De Christusfiguur op de onderste illustratie houdt zijn hoofd in een enigszins
opzij gebogen houding. Verder herken je hem aan het aureool om zijn hoofd.
Op de illustratie is hij geïsoleerd weergegeven.

Noem twee manieren waarop er een bepaalde afstand is gecreëerd tussen de
Christusfiguur en de rest van de afbeelding.

Slide 26 - Question ouverte

De maker van deze pagina heeft zijn werk niet gesigneerd.

Wat is de reden dat rond 1200 de makers hun werk niet signeerden?

Slide 27 - Question ouverte

De Psalter van St. Albans is in de twaalfde eeuw gemaakt, tijdens de hoge middeleeuwen,
en daarmee is de stijl romaans.

Noem drie aspecten van de vormgeving die kenmerkend zijn voor deze periode en stijl.

Slide 28 - Question ouverte

VIDEOVRAGEN
Start de video. Terwijl je kijkt, verschijnen de vragen op het scherm. Beantwoord elke vraag door te kiezen of de stelling waar of onwaar is, op basis van wat je hebt gezien in de video.

Slide 29 - Diapositive

5

Slide 30 - Vidéo

EXAMENVRAGEN
Beantwoord de vragen waarbij je je vaardigheden en kennis over voorstelling, vormgeving, materiaal en kunsthistorische kennis test.

Slide 31 - Diapositive

In de middeleeuwen hadden schilders en beeldhouwers
nog niet zo’n voorname status als in de renaissance:
beeldhouwers waren ambachtsmannen. Op de afbeelding
zie je links onderin een beeldhouwer aan het werk.

Geef twee aspecten van de voorstelling waaruit je kunt
afleiden dat de status van de beeldhouwer die van ambachtsman was.

Slide 32 - Question ouverte

06:50
Kloosters maakten deel uit van een uitgestrekt christelijk netwerk dat zich uitstrekte van Rome tot Schotland.
A
waar
B
onwaar

Slide 33 - Quiz

07:16
Tijdens het jaar 1000 verenigden de Europeanen zich rond het christelijk geloof en begonnen ze meer te reizen en handel te drijven.
A
waar
B
onwaar

Slide 34 - Quiz

08:50
Romaanse kerken waren typisch versierd met ingewikkelde versieringen en grote ramen.
A
waar
B
onwaar

Slide 35 - Quiz

08:51
De Romaanse architectuurstijl kenmerkte zich door puntige bogen en hoge torenspitsen.
A
waar
B
onwaar

Slide 36 - Quiz

12:37
De kunst in Romaanse kerken was voornamelijk realistisch om de christelijke boodschap te onderwijzen.
A
waar
B
onwaar

Slide 37 - Quiz

Het ruim zeventig meter (!) lange, geborduurde tapijt is gemaakt in de
11e eeuw en verbeeldt een historische slag in Engeland. Tot op de dag
van vandaag hebben kunsthistorici nog niet kunnen achterhalen door
wie het tapijt gemaakt is, al duiden de verschillende borduurstijlen op
meerdere makers.
- Geef twee redenen waarom het zo moeilijk te achterhalen is wie de makers
van dit middeleeuwse tapijt zijn.

Slide 38 - Question ouverte

De makers borduurden met dikke wol op een linnen ondergrond.
Daarbij gebruikten ze slechts acht kleuren. Ondanks het gebruik
van dikke wol en een beperkt kleurenpalet, lukte het de makers
te zorgen voor een levendige variatie in de vormgeving van de
mens- en dierfiguren.

Toon dit aan met drie voorbeelden uit de afbeeldingen.

Slide 39 - Question ouverte

In de middeleeuwen konden de meeste mensen niet lezen.
Om die reden moest het verhaal zo helder en duidelijk
mogelijk in beeld worden gebracht.

Beschrijf twee manieren waarop de compositie bijdraagt aan
de leesbaarheid van het verhaal.

Slide 40 - Question ouverte

VAST ONDERDEEL - AFSLUITING
Je kan uitleggen hoe schilderkunst, beeldhouwkunst en architectuur in de romaanse periode samenhangen met de middeleeuwse cultuur en religie.

Slide 41 - Diapositive

SAMENVATTEN EN BEGRIPPEN
Maak, afhankelijk van de tijd, een uitgebreide of beknopte mindmap voor elk onderdeel van de Romaanse kunst.

Gebruik je Kunstboek. Paginanummers en onderwerpen worden aangegeven.

Slide 42 - Diapositive

pagina 33
Middeleeuwen, religie,
kloosters en manuscripten.

Slide 43 - Carte mentale

pagina 34, 35
schilderen op plafonds
en muren
(vwo: Bernard van Clairvaux)

Slide 44 - Carte mentale

pagina 35, 36
Saint-Sernin, een romaanse kerk

Slide 45 - Carte mentale

pagina 36, 37
Beeldhouwkunst met een
boodschap.

Slide 46 - Carte mentale

Ik kan uitleggen hoe romaanse schilderkunst, beelden en architectuur te maken hebben met de cultuur en het geloof in de middeleeuwen.
0100

Slide 47 - Sondage

Slide 48 - Vidéo

Slide 49 - Vidéo

Slide 50 - Vidéo

Slide 51 - Vidéo