Lessonup Live vrijdag 20 maart
1 / 22
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
baas
(typ in het Engels)
(typ in het Engels)
Slide 4 - Question ouverte
avondeten
(in het Engels)
(in het Engels)
Slide 5 - Question ouverte
boos
(in het Engels)
(in het Engels)
Slide 6 - Question ouverte
wie
(in het Engels)
(in het Engels)
Slide 7 - Question ouverte
stom
(in het Engels)
(in het Engels)
Slide 8 - Question ouverte
dochter
(in het Engels)
(in het Engels)
A
tochter
B
daughter
C
daugter
D
daugther
Slide 9 - Quiz
tomorrow
(in het Nederlands)
(in het Nederlands)
Slide 10 - Question ouverte
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Wat is dinsdag in het Engels?
A
Thursday
B
Wednesday
C
Saturday
D
Tuesday
Slide 13 - Quiz
Wat is zondag in het Engels?
(tip: denk aan hoofdletters)
(tip: denk aan hoofdletters)
Slide 14 - Question ouverte
Wat is "maart" in het Engels?
A
May
B
June
C
March
D
Meart
Slide 15 - Quiz
Hoe schrijf je "januari" in het Engels?
(tip: denk aan hoofdletters)
(tip: denk aan hoofdletters)
Slide 16 - Question ouverte
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
kwart over (in het Engels)
A
a quarter past
B
a quarter to
C
half past
D
o'clock
Slide 19 - Quiz
kwart voor (in het Engels)
A
a quarter past
B
a quarter to
C
half past
D
o'clock
Slide 20 - Quiz
Het is 11 uur
(in het Engels)
(in het Engels)
A
11 o'clock
B
11 hour
C
11 clock'o
D
half past 10
Slide 21 - Quiz
half 5
A
half past 3
B
half past 4
C
half past 5
D
half past 6
