Les Jeugd leerteam 3

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 3

Q6 GGP werken in de wijk

Jeugd

Planning

• Kennen en kunnen
•  Terugblik
• Contact maken
• Casussen
• Afsluiten 

Kennen en kunnen

Kennen:

• Ik ken de vier verschillende opvoedstijlen

• Ik ken de algemene ontwikkelingen waar een jongere doorheen gaat vanaf zwangerschap tot aan adolescentie.

• Ik ken de ontwikkelingsfases van een jeugdige.

• Ik ken de veel voorkomende jeugdstoornissen.

• Ik ben op de hoogte van de laatste actualiteiten van wat er speelt onder de jeugd.  

• Ik kan op basis van informatie van interne- en externe partners een aanpak adviseren met gebruikmaking van de digitale wereld van de jongeren.

Kunnen:

• Ik kan de ontwikkelingsfases van een jeugdige herkennen en het handelen daarop aanpassen.

• Ik kan de verschillende aspecten van hechtingsproblematiek herkennen.

• Ik kan de veel voorkomende jeugdstoornissen herkennen en het handelen daarop aanpassen.

• Ik kan handelen naar de actuele ontwikkelingen

Wat zijn de veel voorkomende stoornissen?

Hoe werkt het brein van een jongere? Waarom maken ze verkeerde keuzes?

• Hoe ver ga je als agent om verbinding te maken met een jongere? 
•  Is deze bijzondere aanpak in strijd met het imago van de politie?

Casus 

De casus speelt zich af op plein 40-45 in Amsterdam-West. Op dit plein verzamelen zich elke avond ongeveer twintig jongeren tussen de 16 en 23 jaar die elkaar daar ontmoeten. Zij verblijven op dit plein van ongeveer 18.30 tot 23.30 uur. De jongeren praten met elkaar, zij roken sigaretten, soms een joint, snoepen en snacken en drinken frisdrank en af en toe bier. Zij draaien muziek vanuit een openstaande auto, af en toe met een onaanvaardbaar volume.

De jongeren laten wel eens rommel achter, zoals chipszakken, hamburgerverpakkingen en lege blikjes. Soms hebben enkele jongeren onder elkaar een conflict, waarbij er over en weer gescholden wordt en een enkele keer zelfs geslagen.

De buurt kent de jongeren: zij weten wie zij zijn en wie hun ouders zijn. De meeste jongeren zijn schoolgaand of werken.

Tijdens je surveillance om 19:30, maak je contact met deze jeugdgroep.

Casus 

Je ziet (vermoedelijk) twee minderjarige jongens op een Felyx scooter. Als je er achteraan gaat proberen ze te ontsnappen en negeren ze je jouw stopteken. Vervolgens gooien ze scooter tussen twee auto's en rennen de jongens beide een andere kant op. Je rent achter 1 van de jongens aan en krijgt hem te pakken. Je collega heeft de andere jongen kunnen pakken. Wat ga je verder doen? 

Vragen, ieder voor zich

1. Maak een Doel Aanpak Analyse van de situatie.

 

2. Hoe ga jij de groep benaderen? Denk om je eigen kwaliteiten.

3. Waar let je op:

a. bij jezelf,

b. de omgeving

c. bij de groep?

d. Melding Politiesystemen/ Communicatiemiddelen.

4. Welke woorden kies je en welke woorden vermijd je?

5. Welke onderwerpen bespreek je en welke vermijd je?

6. Hoe moet volgens jou de buurt worden ingelicht over deze groep?

Afsluiten

• Vragen? 
• Hoe zit het met de gastdocent/ervaringsdeskundige? 
• Volgende les