Fiets

• Verkeer
• Basisschool
• Groep 5,6

 

Verkeer

Zit het op jouw fiets?

stuur

1. ja
2. nee

Ik doe me licht aan op de fiets als...

1. het donker is.
2. het mistig is.
3. het schemerig is.
4. de zon schijnt

Is jouw fiets veilig?

1. ja
2. nee

Een beetje raar!
Wat heeft dit deze fiets nodig?

1. een stuur
2. een achterlamp
3. een fietsbel
4. een standaard

Opvallen op je fiets doe je...

1. Met je fietsverlichting
2. Met je fietsbel
3. Door fietsverlichting en reflectie

Zij fietsen samen veilig op een fiets.

1. Waar
2. Niet waar

Ik ben op de fiets.
Ik mag hier fietsen.

1. waar
2. niet waar

Als je fiets niet in orde is, mag je er niet op fietsen.

1. waar
2. niet waar

Hoe fiets je hier?

1. Dicht achter elkaar
2. Met ruimte tussen elkaar in

Je moet hier voorrang geven aan iedereen die van links en rechts komt rijden.

Pas op, er wordt aan de weg gewerkt.

Kijk, hier is een erf. Je mag hier overal lopen, spelen en fietsen, maar je mag niemand hinderen. 

Je mag hier niet fietsen. Als je verder wilt, moet je gaan lopen met je fiets aan de hand.

Je moet hier lopen. Je moet hier het voetpad opgaan. Je mag hier ook skaten, skelteren en steppen.

Wat betekent dit verkeersbord?

Je mag hier je fiets of brommer parkeren.

Hier is een pad voor fietsers en bromfietsers.

Hier mag je niet fietsen of brommer rijden.

Vraag 7

Welke fiets is veilig?

✅

❌

❌

Twee fietsers willen een stilstaande vrachtwagen inhalen. Ze hebben al omgekeken en er rijdt geen verkeer achter hen. Bij welk plaatje hoort elke zin?

Als de fietsers achter elkaar gaan rijden, kunnen ze de vrachtwagen inhalen.

De fietsers kunnen veilig naast elkaar op hun eigen weghelft blijven rijden en doorfietsen.

De fietsers moeten achter elkaar gaan. Als de tegenligger voorbij is kunnen ze verder fietsen.

Je moet hier fietsen

Je mag hier fietsen maar niet brommen

Je mag hier NIET fietsen

Niemand mag hierin rijden

Alleen fietsers mogen hierin rijden

Wat betekent dit verkeersbord?

Hier is een fietspad

Het is hier verboden voor fietsers

Hier kun je fietsen kopen

1. Bij een rood stoplicht ... je.

2. Als je afslaat op de fiets, ... je je hand uit.

3. Haaientanden geven aan dat je ... moet geven.

4. In een fietsstrook staat altijd een ... van een fiets.

5. Je steekt over bij een ...

stop

steek

voorrang

teken

zebrapad

Je moet hier voorrang geven aan iedereen die van links en rechts komt rijden.

Pas op, er wordt aan de weg gewerkt.

Kijk, hier is een erf. Je mag hier overal lopen, spelen en fietsen, maar je mag niemand hinderen. 

Je mag hier niet fietsen. Als je verder wilt, moet je gaan lopen met je fiets aan de hand.

Je moet hier lopen. Je moet hier het voetpad opgaan. Je mag hier ook skaten, skelteren en steppen.

Vraag 7

Welke fiets is veilig?

✅

❌

❌

Wat betekent dit verkeersbord?

Je mag hier je fiets of brommer parkeren.

Hier is een pad voor fietsers en bromfietsers.

Hier mag je niet fietsen of brommer rijden.

1. Waar hoort deze fietsverlichting?

1. Rood licht voor en wit licht achter.
2. Wit licht voor en rood licht achter
3. Je mag zelf weten waar je welke kleur doet.

2. Dano fietst in het donker. Waarom moet hij zijn fietsverlichting aanzetten?
Er zijn meerdere antwoorden mogelijk.

1. Dat moet alleen als hij op donkere weggetjes rijdt.
2. Dan ziet hij zelf beter waar hij rijdt.
3. Dat is verplicht.

3. Moet je als het regent overdag je fietslicht aandoen?

1. Ja, dan ben je beter zichtbaar.
2. Nee.

4. De zon staat laag aan de hemel. Waarom is het veilig om je fietslicht aan te doen?

1. Als de zon zo laag staat, werken je reflectoren niet.
2. Als de zon laag staat, zien andere bestuurders je niet goed.

5. Emmely heeft een nieuw fietslicht achterop haar fiets. Mag dit lichtje knipperen?

1. Ja.
2. Nee.

6. Emmely heeft een nieuw fietslicht achterop haar fiets. Mag dit lichtje wit zijn?

1. Ja.
2. Nee.