Fiets

 
Verkeer
1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
VerkeerBasisschoolGroep 5,6

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

 
Verkeer

Slide 1 - Diapositive

Zit het op jouw fiets?

stuur
A
ja
B
nee

Slide 2 - Quiz

Ik doe me licht aan op de fiets als...
A
het donker is.
B
het mistig is.
C
het schemerig is.
D
de zon schijnt

Slide 3 - Quiz

Is jouw fiets veilig?
A
ja
B
nee

Slide 4 - Quiz

Een beetje raar!
Wat heeft dit deze fiets nodig?
A
een stuur
B
een achterlamp
C
een fietsbel
D
een standaard

Slide 5 - Quiz

Opvallen op je fiets doe je...
A
Met je fietsverlichting
B
Met je fietsbel
C
Door fietsverlichting en reflectie

Slide 6 - Quiz

Zij fietsen samen veilig op een fiets.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Ik ben op de fiets.
Ik mag hier fietsen.
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

Als je fiets niet in orde is, mag je er niet op fietsen.
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

Hoe fiets je hier?
A
Dicht achter elkaar
B
Met ruimte tussen elkaar in

Slide 10 - Quiz

Je moet hier voorrang geven aan iedereen die van links en rechts komt rijden.
Pas op, er wordt aan de weg gewerkt.
Kijk, hier is een erf. Je mag hier overal lopen, spelen en fietsen, maar je mag niemand hinderen. 
Je mag hier niet fietsen. Als je verder wilt, moet je gaan lopen met je fiets aan de hand.
Je moet hier lopen. Je moet hier het voetpad opgaan. Je mag hier ook skaten, skelteren en steppen.

Slide 11 - Question de remorquage

Wat betekent dit verkeersbord?
Je mag hier je fiets of brommer parkeren.
Hier is een pad voor fietsers en bromfietsers.
Hier mag je niet fietsen of brommer rijden.

Slide 12 - Question de remorquage

Vraag 7
Welke fiets is veilig?

Slide 13 - Question de remorquage

Twee fietsers willen een stilstaande vrachtwagen inhalen. Ze hebben al omgekeken en er rijdt geen verkeer achter hen. Bij welk plaatje hoort elke zin?
Als de fietsers achter elkaar gaan rijden, kunnen ze de vrachtwagen inhalen.
De fietsers kunnen veilig naast elkaar op hun eigen weghelft blijven rijden en doorfietsen.
De fietsers moeten achter elkaar gaan. Als de tegenligger voorbij is kunnen ze verder fietsen.

Slide 14 - Question de remorquage

Je moet hier fietsen
Je mag hier fietsen maar niet brommen

Je mag hier NIET fietsen
Niemand mag hierin rijden
Alleen fietsers mogen hierin rijden

Slide 15 - Question de remorquage

Wat betekent dit verkeersbord?
Hier is een fietspad
Het is hier verboden voor fietsers
Hier kun je fietsen kopen

Slide 16 - Question de remorquage

Twee fietsers willen een stilstaande vrachtwagen inhalen. Ze hebben al omgekeken en er rijdt geen verkeer achter hen. Bij welk plaatje hoort elke zin?
Als de fietsers achter elkaar gaan rijden, kunnen ze de vrachtwagen inhalen.
De fietsers kunnen veilig naast elkaar op hun eigen weghelft blijven rijden en doorfietsen.
De fietsers moeten achter elkaar gaan. Als de tegenligger voorbij is kunnen ze verder fietsen.

Slide 17 - Question de remorquage

1. Bij een rood stoplicht ... je.
2. Als je afslaat op de fiets, ... je je hand uit.
3. Haaientanden geven aan dat je ... moet geven.
4. In een fietsstrook staat altijd een ... van een fiets.
5. Je steekt over bij een ...
stop
steek
voorrang
teken
zebrapad

Slide 18 - Question de remorquage

Je moet hier voorrang geven aan iedereen die van links en rechts komt rijden.
Pas op, er wordt aan de weg gewerkt.
Kijk, hier is een erf. Je mag hier overal lopen, spelen en fietsen, maar je mag niemand hinderen. 
Je mag hier niet fietsen. Als je verder wilt, moet je gaan lopen met je fiets aan de hand.
Je moet hier lopen. Je moet hier het voetpad opgaan. Je mag hier ook skaten, skelteren en steppen.

Slide 19 - Question de remorquage

1. Bij een rood stoplicht ... je.
2. Als je afslaat op de fiets, ... je je hand uit.
3. Haaientanden geven aan dat je ... moet geven.
4. In een fietsstrook staat altijd een ... van een fiets.
5. Je steekt over bij een ...
stop
steek
voorrang
teken
zebrapad

Slide 20 - Question de remorquage

Vraag 7
Welke fiets is veilig?

Slide 21 - Question de remorquage

Wat betekent dit verkeersbord?
Hier is een fietspad
Het is hier verboden voor fietsers
Hier kun je fietsen kopen

Slide 22 - Question de remorquage

Je moet hier fietsen
Je mag hier fietsen maar niet brommen

Je mag hier NIET fietsen
Niemand mag hierin rijden
Alleen fietsers mogen hierin rijden

Slide 23 - Question de remorquage

Wat betekent dit verkeersbord?
Je mag hier je fiets of brommer parkeren.
Hier is een pad voor fietsers en bromfietsers.
Hier mag je niet fietsen of brommer rijden.

Slide 24 - Question de remorquage

Slide 25 - Diapositive


1. Waar hoort deze fietsverlichting?
A
Rood licht voor en wit licht achter.
B
Wit licht voor en rood licht achter
C
Je mag zelf weten waar je welke kleur doet.

Slide 26 - Quiz

1. Waar hoort deze verlichting?:

B. Wit licht voor en rood licht achter

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Vidéo

Slide 31 - Diapositive

2. Dano fietst in het donker. Waarom moet hij zijn fietsverlichting aanzetten?
Er zijn meerdere antwoorden mogelijk.
A
Dat moet alleen als hij op donkere weggetjes rijdt.
B
Dan ziet hij zelf beter waar hij rijdt.
C
Dat is verplicht.

Slide 32 - Quiz

2. Dano fietst in het donker. Waarom moet hij zijn fietslicht aanzetten?

B en C: Dan ziet hij zelf beter waar hij rijdt én dat is verplicht.

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Vidéo


3. Moet je als het regent overdag je fietslicht aandoen?
A
Ja, dan ben je beter zichtbaar.
B
Nee.

Slide 35 - Quiz

3. Moet je als het regent overdag je fietslicht aandoen?:

A. Ja, dan ben je beter zichtbaar.

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Diapositive

4. De zon staat laag aan de hemel. Waarom is het veilig om je fietslicht aan te doen?
A
Als de zon zo laag staat, werken je reflectoren niet.
B
Als de zon laag staat, zien andere bestuurders je niet goed.

Slide 38 - Quiz

4. De zon staat laag aan de hemel. Waarom is het veilig om je fietslicht aan te doen?

B. Als de zon laag staat, zien andere bestuurders je niet goed.

Slide 39 - Diapositive

5. Emmely heeft een nieuw fietslicht achterop haar fiets. Mag dit lichtje knipperen?
A
Ja.
B
Nee.

Slide 40 - Quiz

5. Emmely heeft een nieuw fietslicht achterop haar fiets. Mag dit licht knipperen?

B. Nee.

Slide 41 - Diapositive

6. Emmely heeft een nieuw fietslicht achterop haar fiets. Mag dit lichtje wit zijn?
A
Ja.
B
Nee.

Slide 42 - Quiz

6. Emmely heeft een nieuw fietslicht achterop haar fiets. Mag dit lichtje wit zijn?

B. Nee.

Slide 43 - Diapositive

Slide 44 - Diapositive