Interieur en confectie - Apparatuur

Medewerker interieur en confectie

apparatuur 
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomiePraktijkonderwijsLeerjaar 3

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Medewerker interieur en confectie

apparatuur 

Slide 1 - Diapositive

Na deze les heb je geleerd?
  • Verschil tussen huishoudnaaimachine en industrienaaimachine 
  • Onderdelen van de naaimachine
  • Omgaan met de naaimachine 

Slide 2 - Diapositive

timer
1:00
Welke apparaten gebruiken ze in de confectie?

Slide 3 - Carte mentale

Slide 4 - Vidéo

Naaimachine 
De naaimachine die je op school en misschien ook wel thuis gebruikt is anders dan de machines die in de textiel- en confectie-industrie gebruikt worden. 
De industrienaaimachine heeft vaak maar één functie. 

Een functie is iets wat de naaimachine kan, bijvoorbeeld zigzaggen. 

Slide 5 - Diapositive

De huishoudnaaimachine
Uiterlijk: 
  • mooi ontwerp, heldere kleur
  • kunststof: is licht, kun je meenemen in een koffer

Functies: 
  • kan eigenlijk alles, een dure naaimachine kan meer dan een goedkopere. 

Slide 6 - Diapositive

Motor:
  • Heeft een kleine motor
  • Is niet zo sterk
  • Is niet zo snel

Slide 7 - Diapositive

De industrienaaimachine
Uiterlijk: 
  • Zier er saai uit
  • Metaal (zwaar): Kan je niet meenemen, zit vast in een tafel 

Functies: 
  • Kan maar één ding doen, bijvoorbeeld recht stikken
  • Er bestaan veel verschillende machines. 

Slide 8 - Diapositive

Motor: 
  • Heeft een grote motor
  • Is heel sterk
  • Is erg snel 

Slide 9 - Diapositive

1. Waarom is een huishoudnaaimachine niet zwaar?

Slide 10 - Question ouverte

2. Waarom heeft de industrienaaimachine een grote motor en is hij sterk?

Slide 11 - Question ouverte

Slide 12 - Vidéo

De onderdelen van de naaimachine

Als je met een collega in een naaiatelier samenwerkt, moet je de onderdelen van de naaimachine kunnen gebruiken. 
Bij de onderstaande foto's staan de namen die je vaak gebruikt. 

Al deze onderdelen vind je op een huishoud- maar ook op een industrienaaimachine. 

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Maak de doe opdracht.

In deze opdracht ga je goed kijken de benamingen van de naaimachine invullen

Slide 16 - Diapositive

Omgaan met de naaimachine
Net als met een auto, is het bij een naaimachine belangrijk dat je goed omgaat met de machine en dat hij soms nagekeken moet worden. Zo gaat hij lang mee en naait hij een mooie steek. Het kan ook zijn dat er iets stuk gaat wat gerepareerd moet worden. 

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

De industrienaaimachine
In de textielindustrie zijn er monteurs die veel verstand hebben van naaimachines en die alle problemen oplossen en ook het onderhoud doen. 
Kleine problemen los je zelf op. Een voorbeeld is het inzetten van een nieuwe naald of een leeg spoeltje opwinden. 

Slide 19 - Diapositive

De huishoudnaaimachine
Als je de machine veel gebruikt komen er stof en draadjes in en moet je hem binnenin schoonmaken (zoals op het filmpje) met een kwastje en smeren met olie.
Een huishoudnaaimachine heeft ook regelmatig onderhoud nodig. Daarvoor kun je naar de naaiwinkel gaan. 
Als je vaak naait moet dat elk jaar, dan gaat de machine langer mee.

Slide 20 - Diapositive

Gebruiksaanwijzing
Net als bij alle apparaten is de gebruiksaanwijzing belangrijk om dit soort zaken op te zoeken: 
  • Het inspannen van de naaimachine
  • Het instellen van de naaimachine
  • Het schoonmaken en smeren met olie
  • Bij problemen met de naaimachine

Slide 21 - Diapositive

Je gaat naar de naaiwinkel voor:
  • Onderhoud (1x per jaar)
  • Problemen die je niet zelf kunt oplossen met de gebruiksaanwijzing. 

Slide 22 - Diapositive

Maak de doe opdracht.

In deze opdracht ga je de naaimachine instellen en verschillende steken oefenen

Slide 23 - Diapositive