Oefentoets procestechnologie

Oefentoets procestechnologie
29-01-2024
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
VoedingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Oefentoets procestechnologie
29-01-2024

Slide 1 - Diapositive

Bij de keuze voor een nieuwe machine moet je rekening houden met ... belangrijke eisen
2
3
4

Slide 2 - Sondage

Bij de keuze voor een nieuwe machine houdt je rekening met:

1. Hygiënische uitvoering (bijv. schoonmaakgemak)
Je houdt rekening met smeermiddelen, technische uitvoering en gebruikte materialen)
2. Veiligheids- en arbonormen (bijv. draaiende delen afgeschermd)
3. Productspecifieke eigenschappen van het materiaal               
 (bijv. rendement, slijtage, onderhoud, etc.)

Slide 3 - Diapositive

Apparatuur in de horeca en verssector wordt zwaar belast door?

Slide 4 - Question ouverte

Apparatuur in de horeca en verssector wordt zwaar belast door
  • Dagelijkse demontage
  • Dagelijkse reiniging
  • Dagelijkse montage
  • Productwisselingen met onderdelenruil
  • Agressieve en vetoplossende reinigingsmiddelen
  • Hoge waterdruk met wisselende temperaturen
  • Condensvorming door wisselende omgevingstemperaturen.

Slide 5 - Diapositive

Het smeren van de scharnieren van een ovendeur en het schoonmaken van machineonderdelen zijn vormen van...
A
Correctief onderhoud
B
Preventief onderhoud

Slide 6 - Quiz

Wat wordt er in de theorie gezegd over schoonmaken in relatie tot machines?

Slide 7 - Question ouverte

Schoonmaken machines
  1. Optimaal functioneren
  2. Fijner en veiliger werken
  3.  Kwalitatief betere producten

Slide 8 - Diapositive

Het smeren van een machine is belangrijk voor het weren van vuil- of restmateriaal uit bewegende delen.
A
Juist
B
Niet juist

Slide 9 - Quiz

Met welke 3 dingen moet je rekening houden om (ver)storingen te voorkomen?

Slide 10 - Question ouverte

Met welke 3 dingen moet je rekening houden om (ver)storingen te voorkomen?
  1. Reinigen
  2. Onderhoud
  3. Demontage en montage van apparatuur 

Slide 11 - Diapositive

Storingen kunnen komen door?

Slide 12 - Carte mentale

Oorzaken storingen
  1. Water
  2. Condens
  3. Niet smeren
  4. Schoonmaakmiddelen
  5. Verkeerde montage
  6. Temperatuur van product
  7. Verkeerd gebruik, etc. 

Slide 13 - Diapositive

Elektriciteit ontstaat door het verplaatsen van elektronen
A
Juist
B
Niet juist

Slide 14 - Quiz

Geleidend materiaal
Niet geleidend materiaal

Slide 15 - Question de remorquage

Welke beveiliging wordt gebruikt in een stroomkring?
A
Smeltzekering
B
Aardlekschakelaar
C
Randaarde
D
A, B en C zijn goed

Slide 16 - Quiz

Stroomkring

Slide 17 - Diapositive

Elektrisch vermogen
Spannings-bron
Stroomsterkte
Weerstand
Eenheden
Ohm
Watt
Ampère
Volt

Slide 18 - Question de remorquage

Welke bedrijfsprocessen ken je?

Slide 19 - Question ouverte

Financiële administratie is een voorbeeld van een...
A
Primair proces
B
Secundair proces
C
Besturingsproces

Slide 20 - Quiz

De productieplanning is een voorbeeld van een...
A
Primair proces
B
Secundair proces
C
Besturingsproces

Slide 21 - Quiz

Ontvangst en opslag van goederen zijn voorbeelden van...
A
Primaire processen
B
Secundaire processen
C
Besturingsprocessen

Slide 22 - Quiz

Welk schema?
Je leest van onder naar boven. Ingaande stoffen links. Uitgaande stoffen rechts. Apparatuur wordt niet vermeld.
A
Processchema
B
Stroomschema
C
Regelkring

Slide 23 - Quiz

Wat zie je op de afbeelding?


Slide 24 - Question ouverte

Bij deze methode staat doorvragen centraal.
A
6M methode
B
Pareto methode
C
5W1H methode
D
PDCA cyclus/ Deming-cirkel

Slide 25 - Quiz

Welke stelling over de 5W1H methode is juist?
A
De antwoorden gaan nog niet richting een oplossing.
B
Het probleem wordt duidelijk.
C
A en B zijn allebei juist.
D
A en B zijn allebei onjuist.

Slide 26 - Quiz

Geef twee voorbeelden van vragen die je met de 5W1H methode kan stellen.

Slide 27 - Question ouverte

Het doel van de 6M methode is...
A
om problemen in kaart te brengen.
B
om oorzaken van problemen in kaart te brengen.
C
om oplossingen voor problemen in kaart te brengen.

Slide 28 - Quiz

Welke 6 oorzaken worden bedoeld bij de 6M methode?

Slide 29 - Question ouverte

Schrijf op wat je weet over de Pareto methode.

Slide 30 - Question ouverte