Havo 2 / Hoofdstuk 5 Kennistoets

Kennistoets
Hoofdstuk 5 
Havo 2
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Kennistoets
Hoofdstuk 5 
Havo 2

Slide 1 - Diapositive

Vertaal Duits - Nederlands
aufhören 2x

Slide 2 - Question ouverte

Vertaal Duits - Nederlands
proben 2x

Slide 3 - Question ouverte

Vertaal Duits - Nederlands
Herz

Slide 4 - Question ouverte

Vertaal Duits - Nederlands
ständig 2x

Slide 5 - Question ouverte

Vertaal Duits - Nederlands
gar

Slide 6 - Question ouverte

Vertaal Duits - Nederlands
langweilig

Slide 7 - Question ouverte

Vertaal Duits - Nederlands
ausziehen 2x

Slide 8 - Question ouverte

Vertaal Duits - Nederlands
in der Nähe

Slide 9 - Question ouverte

Vertaal Nederlands - Duits
uitslapen

Slide 10 - Question ouverte

Vertaal Nederlands - Duits
op internet surfen

Slide 11 - Question ouverte

Vertaal Nederlands - Duits
werkkamer

Slide 12 - Question ouverte

Vertaal Nederlands - Duits
kinderkamer

Slide 13 - Question ouverte

Vertaal Nederlands - Duits
WC

Slide 14 - Question ouverte

Welke woorden horen bij 3e naamval mannelijk?
A
dem
B
einem
C
einer
D
dieses

Slide 15 - Quiz

Welke woorden horen bij 3e naamval onzijdig?
A
dem
B
dieses
C
welches
D
diesem

Slide 16 - Quiz

Welke woorden horen bij 3e naamval vrouwelijk?
A
der
B
welcher
C
einem
D
diese

Slide 17 - Quiz

Welke woorden horen bij 3e naamval meervoud?
A
den
B
keinen
C
einem
D
diesen

Slide 18 - Quiz

Vertaal het woord tussenhaakjes en let op de goed uitgang
- Ich war seit (de) … Feuer (m) nicht mehr da.

Slide 19 - Question ouverte

Vertaal het woord tussenhaakjes en let op de goed uitgang
- Warum hat sie nicht von (haar) … Panne erzählt?

Slide 20 - Question ouverte

Vertaal het woord tussenhaakjes en let op de goed uitgang
- Wir hatten mit (het) … Unfall (m) nichts zu tun!

Slide 21 - Question ouverte

Vertaal het woord tussenhaakjes en let op de goed uitgang
- (Zijn) … Schwester (v) ist Vegetarierin.

Slide 22 - Question ouverte

Vertaal het woord tussenhaakjes en let op de goed uitgang
- Wir fahren durch (het ) … Land (o).

Slide 23 - Question ouverte

Vertaal het woord tussenhaakjes en let op de goed uitgang
- Tobi ist bei (de) … Arzt (m).

Slide 24 - Question ouverte

Vertaal het woord tussenhaakjes en let op de goed uitgang
- Ich bringe (het) … Glas (o) zurück.

Slide 25 - Question ouverte

Vertaal het woord tussenhaakjes en let op de goed uitgang
- Ist das für (mijn) … Zimmer (o)?

Slide 26 - Question ouverte

Vertaal het woord tussenhaakjes en let op de goed uitgang / prsoonlijke vnwoorden
- Er hat mit (ons) zu Abend gegessen.

Slide 27 - Question ouverte

Vertaal het woord tussenhaakjes en let op de goed uitgang / prsoonlijke vnwoorden
- Warst du auch bei (haar)?

Slide 28 - Question ouverte

Vertaal het woord tussenhaakjes en let op de goed uitgang / prsoonlijke vnwoorden
- (Ik) will kein Fleisch mehr essen.

Slide 29 - Question ouverte

Vertaal het woord tussenhaakjes en let op de goed uitgang / prsoonlijke vnwoorden
- Wer ist nach (mij ) dran?

Slide 30 - Question ouverte

Vertaal het woord tussenhaakjes en let op de goed uitgang / prsoonlijke vnwoorden
- (Wij) kommen nächste Woche Freitag an.

Slide 31 - Question ouverte

Vertaal het woord tussenhaakjes en let op de goed uitgang / prsoonlijke vnwoorden
- Hat Tanja das von (jullie) bekommen?

Slide 32 - Question ouverte

Vul in de Positive /Komparativ/Superlativ
klein (3X)

Slide 33 - Question ouverte

Vul in de Positive /Komparativ/Superlativ
lang (3X)

Slide 34 - Question ouverte

Vul in de Positive /Komparativ/Superlativ
viel (3X)

Slide 35 - Question ouverte