8. Alle werkwoordtijden door elkaar (3) (zinnen)

Alle werkwoordtijden door elkaar (meerkeuze)
- Je kunt werkwoorden in het praesens, het imperfectum, het perfectum en het plusquamperfectum in zinnen herkennen en aanwijzen.
- Je kunt op voldoende niveau zinnen vertalen waarin vormen van het praesens, het imperfectum, het perfectum en het plusquamperfectum voorkomen.
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Alle werkwoordtijden door elkaar (meerkeuze)
- Je kunt werkwoorden in het praesens, het imperfectum, het perfectum en het plusquamperfectum in zinnen herkennen en aanwijzen.
- Je kunt op voldoende niveau zinnen vertalen waarin vormen van het praesens, het imperfectum, het perfectum en het plusquamperfectum voorkomen.

Slide 1 - Diapositive

Opdracht
Geef een vertaling van de volgende zinnen. Let op: alle tijden die je tot nu toe hebt geleerd, staan door elkaar!

Gebruik indien nodig de woordenlijst achterin je tekstboek.

Slide 2 - Diapositive

Filius prope matrem manebat, sicut ea rogaverat.

Slide 3 - Question ouverte

Vir uxorem discedere non audiverat, quod dormiebat.

Slide 4 - Question ouverte

Romani Castori et Polluci templum aedificaverunt in loco, ubi dei populo victoriam nuntiaverant.

Slide 5 - Question ouverte

Quando in arena sanguis hominum et animalium terram coloraverat, Marcus semper oculos clausos tenebat.

colorare = kleuren // clausos = gesloten

Slide 6 - Question ouverte

In mensa stabant pocula. Servus pocula vino compleverat.

Mensa = tafel

Slide 7 - Question ouverte

Gaudebat miles, quod nuper hostem superaverat.

Slide 8 - Question ouverte

Filiae patri de spectaculo animalium narraverunt, nam is spectaculum non spectaverat.

Slide 9 - Question ouverte

Quando milites victoriam reportaverant, Romani triumphum celebrabant.

reportare = behalen

Slide 10 - Question ouverte

Quamquam hostis eum vulneraverat, miles tamen pugnam finire recusavit.

quamquam = hoewel

Slide 11 - Question ouverte

Ignis Vestae non ardebat, nam puellae ignem haud bene curaverant, dum Aemilia aberat.

bene = goed // aberat = impf van abesse

Slide 12 - Question ouverte

Extra oefening
Wil je met nog meer zinnen of teksten oefenen? Maak dan een van de volgende opdrachten:
- Mandatum XXII (p. 122 HB)
- De 3 teksten op p. 124 (HB)

Slide 13 - Diapositive