2MH - Vormen van regen

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Vormen van regen

Paragraaf 4 - deel 2

Wat gaan we doen?

- Leerdoelen bespreken

- Herhaling gisteren

- Uitleg

- Aan het werk!

Leerdoelen vandaag

- Je kent de begrippen stijgingsregen, stuwingsregen en frontale regen

- Je kan uitleggen hoe regen ontstaat

- Je kan uitleggen wat de loef- en lijzijde van een berg zijn, en beredeneren waarom het aan de ene kant droog en aan de andere kant nat is

Waar of niet waar:
Bij de korte waterkringloop gaan de wolken eerst richting het land. Het regenwater loopt vervolgens via het grondwater en rivieren terug naar zee

1. Waar
2. Niet Waar

Hoe noemen we het proces waarbij vloeibaar water verandert in stoom/waterdamp?

Zee

Verdamping

Neerslag

Gletsjers

Stijgingsregen

Warme lucht stijg op en neemt waterdamp mee naar boven

Hoe hoger, hoe kouder

dus: de waterdamp condenseert en vormt wolken

Stuwingsregen

Zee

Loefzijde

De waterdamp wordt omhoog gedrukt tegen de berg. Op grote hoogte koelt het steeds verder af, waardoor wolken vormen en het gaat regenen. Hierdoor valt aan de loefzijde van de berg veel regen.

Lijzijde

Aan de loefzijde is alle waterdamp eigenlijk al uit de lucht "gedrukt". Hierdoor valt er vrijwel geen neerslag meer aan de lijzijde.

Loefzijde

Lijzijde

Chili

Loef

zijde

Lij

zijde

Frontale regen

- Vind je op gematigde breedte

- Warme lucht uit het zuiden botst op koude lucht vanaf de polen, en wordt gedwongen te stijgen

Even controleren!

Vraag 1

Hoe noemen we de regen die ontstaat wanneer lucht tegen bergen opgedrukt wordt?

Vraag 2

De vaste vorm van water heet...

Vraag 3

Je wil een boerderij beginnen in Chili. Aan welke zijde van de Andes ga je wonen? Aan de loef- of lijzijde?

Bonusvraag!

Bij welke twee klimaten verwacht je de meeste frontale regen?

Vraag 4

Waar verwacht je meer stijgingsregen? In een warm of een koud gebied? Waarom?

Aan de slag!

- Maak opdrachten 1 tot 5

- Gebruik je werkboek of de online methode

- Je hebt tot 5 minuten voor het einde van de les

- Je werkt in tweetallen

- Ben je klaar? Maak de opdracht 6 of de verdiepingsopdrachten

- Heb je hulp nodig? Roep niet, steek je hand op!

Stil!

Stil overleggen