1.1 Producten maken

Economie 1.1 Producten maken
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Economie 1.1 Producten maken

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  • Aan het einde van deze paragraaf kun je uitleggen dat elk bedrijf in een bedrijfskolom waarde toevoegt aan het product.

  • Aan het einde van deze paragraaf weet je welke productiefactoren bedrijven gebruiken bij het produceren.

  • Aan het einde van deze paragraaf weet je welk voordeel producenten en consumenten hebben.

  • Aan het einde van deze paragraaf kun je de jaarlijkse afschrijving op kapitaalgoederen berekenen.


Slide 2 - Diapositive

Wat is "economie"?

Slide 3 - Carte mentale

Bedenk eens: hoe zou je nu geld kunnen verdienen?

Slide 4 - Question ouverte

Bedrijven werken samen
Alle bedrijven die samen een product maken, staan in een bedrijfskolom

De productie van goederen begint met grondstoffen. Daar maken volgende bedrijven producten van. Op het laatst verkopen winkels de producten aan de consument. 

Zo geeft elk bedrijf toegevoegde waarde aan het product.

Slide 5 - Diapositive

Bedrijfskolom
  • De weg die een product aflegt van grondstof 
tot eindproduct is voor te stellen met de 
bedrijfskolom. 

  • Tussen de schakels van een bedrijfskolom                                     wordt het product bewerkt. Het wordt dan 
       meer waard: toegevoegde waarde

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Waarmee kun je produceren?

Alles waarmee je kunt produceren noem je productiefactoren. 
Natuur
Alles wat de natuur levert, zoals grondstoffen, zonlicht en water.
Arbeid
Al het werk dat mensen doen.

Kapitaal
Geld waarmee je hulpmiddelen koopt die gebruikt worden bij de productie, bijvoorbeeld machines, bedrijfswagens en gebouwen. Je noemt deze hulpmiddelen kapitaalgoederen.

Slide 8 - Diapositive

Productiefactoren

Arbeid
 arbeid of werk voor de productie

Kapitaal
gebouwen, machines, transportmiddelen

Natuur
grondstoffen en energie voor productie
(en ondernemerschap)

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Kapitaalgoederen zijn hulpmiddelen die gebruikt worden om te produceren, zoals gereedschappen en machines.

Het kopen van nieuwe kapitaalgoederen heet investeren. Een ondernemer investeert om meer, beter of goedkoper te kunnen produceren.

Slide 11 - Diapositive

Bedrijfskolom
Chocoladefabriek
Supermarkt
Importeur
Cacaoplantage
Groothandel

Slide 12 - Question de remorquage

3 productiefactoren zijn:
A
natuur - arbeid en overheid
B
natuur - overheid en belasting
C
natuur - kapitaal en arbeid
D
arbeid - kapitaal en belasting

Slide 13 - Quiz

Welke productiefactor is door robots vervangen?
A
Natuur
B
Kapitaal
C
Arbeid
D
Ondernemerschap

Slide 14 - Quiz

Aan het werk
Boek: 
PleinM Verdieping Economie H1

Maak: 
1.1 Producten maken
Opdracht 1 t/m 6

Slide 15 - Diapositive

1.1 Producten maken 

Slide 16 - Diapositive

Leerdoelen
  • Aan het einde van deze paragraaf kun je uitleggen dat elk bedrijf in een bedrijfskolom waarde toevoegt aan het product.

  • Aan het einde van deze paragraaf weet je welke productiefactoren bedrijven gebruiken bij het produceren.

  • Aan het einde van deze paragraaf weet je welk voordeel producenten en consumenten hebben.

  • Aan het einde van deze paragraaf kun je de jaarlijkse afschrijving op kapitaalgoederen berekenen.


Slide 17 - Diapositive

Wat gaan we doen?
 1. Terugblik
 2. Technologische ontwikkeling
 3. Afschrijving
 4. Aan de slag
 5. Afsluiting

Slide 18 - Diapositive

Bedrijfskolom
Chocoladefabriek
Supermarkt
Importeur
Cacaoplantage
Groothandel

Slide 19 - Question de remorquage

3 productiefactoren zijn:
A
natuur - arbeid en overheid
B
natuur - overheid en belasting
C
natuur - kapitaal en arbeid
D
arbeid - kapitaal en belasting

Slide 20 - Quiz

Welke productiefactor is door robots vervangen?
A
Natuur
B
Kapitaal
C
Arbeid
D
Ondernemerschap

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Vidéo

Nieuwe kennis van de techniek en nieuwe uitvindingen noem je technologische ontwikkelingen

Bedrijven kunnen door die ontwikkelingen beter en sneller produceren. 

Slide 23 - Diapositive

Voorbeelden van technologische ontwikkeling

Slide 24 - Carte mentale

Technologische ontwikkeling
Nieuwe kennis van de techniek en nieuwe uitvindingen

Slide 25 - Diapositive

Afschrijving
Alles wat je gebruikt slijt op den duur. 

Bedrijven hebben er ook mee te maken dat hun machines en andere kapitaalgoederen slijten. Daardoor worden ze elk jaar minder waard. 

De jaarlijkse waardevermindering van machines en andere kapitaalgoederen noem je de afschrijving.

Slide 26 - Diapositive

Afschrijven

Slide 27 - Diapositive

Bedrijf X koopt een kopieermachine voor €13600. Deze wordt in 8 jaar afgeschreven. Wat moeten ze per jaar afschrijven?

Slide 28 - Question ouverte

Aan het werk
Boek: 
PleinM Verdieping Economie H1

Maak: 
1.1 Producten maken
Opdracht 7 t/m 12

Slide 29 - Diapositive