1. Los de vragen 1 tot en met 6 op met behulp van de slides
2. Verbeter de vragen 1-6 met de verbetersleutel in het groen
-> is jouw antwoord fout, trek er dan een streep door en schrijf het juiste antwoord erbij of duid het juiste antwoord aan in het groen
oef 3: foutje in de verbetersleutel:
in de verbetersleutel staat: 4 = jas 5 =JQ
maar het moet dit zijn => 4 =IQ 5 = jas