M&M 12 juni 1BKC

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo, mavo
• Leerjaar 2-4

Mens & Maatschappij

Voor we beginnen

• Te veel onrust de afgelopen lessen
• Duidelijke afspraken:
• Bij waarschuwen naam op het bord --> naam + streepje is waarschuwing, bij twee streepjes strafwerk, bij drie streepjes gele brief
• Tijdens de uitleg is het stil --> Vraag? Steek je hand op
• Wil je iets met mij bespreken? Dit kan na de les of na school

• Lesdoelen bespreken
• Huiswerk controle paragraaf 1+2 en 3 (vraag 1 tm 10)
• Eerste deel paragraaf 1.3 herhalen
• Samen oefenen
• Zelfstandig werken
• Les afsluiten

Je weet welke drie soorten inkomens mensen kunnen hebben.

Je kunt uitgaven indelen in vaste lasten, dagelijkse uitgaven en incidentele uitgaven.

Je kunt een begroting maken van je inkomsten en uitgaven en je weet waarvoor je geld moet reserveren.

Je kunt een bedrag per week omrekenen naar een bedrag per maand en omgekeerd.

Huiswerkcontrole

Ik controleer het huiswerk dat je tot nu toe hebt gemaakt

Niet af? Aantekening in Magister en je gaat aan het werk

Hulp voor de consument

• Reclame - Zijn deze producten echt zo goed als wordt verteld?
  
  
• De consumentenbond - betrouwbaren informatie over producten en informatie over de rechten van de consument 

Kijk en vergelijk

Waar doet de Consumentenbond onderzoek naar:

• Onderzoek prijs en kwaliteit
• Productentest 
• Helpen om juiste product te kiezen 

Consumenten-

bond

'Deugdelijk product'

Garantie

Wetten helpen de consument

Deugdelijk product:

- Producten die een redelijke tijd meegaan 

- Product kapot? Winkel moet naar een goede oplossing zoeken

- Voorbeelden: reparatie, omruilen of geld terug 

Garantie 

- Je kunt met een product binnen een bepaalde tijd terug naar de winkel

- Binnen de garantie kapot? De winkel zorgt dat zij het oplossen 

- Elektronische apparaten zit 2 jaar garantie 

- Bonnetje is vaak je garantiebewijs

Meer zekerheid

• Garantie 
•  Regels over garantie

Paragraaf 1.3

Maak zelfstandig de opdrachten van paragraaf 1.3 af

Klaar? Maak ook de verdieping

Soorten inkomen

• Loon / salaris = het inkomen dat je ontvangt als je voor een baas werkt
• Winst = het inkomen dat je verdient met een eigen bedrijf
• Uitkering = het inkomen dat je krijgt van de overheid als je bijvoorbeeld werkloos of arbeidsongeschikt bent.

Soorten uitgaven

Vaste lasten = met regelmaat (je zit hier vaak aan vast)

• Abonnement, huur/hypotheek

Dagelijkse uitgaven = meestal huishoudelijk

• Boodschappen

Incidentele uitgaven = af en toe

• Vakantie, nieuwe apparaten, auto

Huishoudelijke uitgaven

Vaste lasten

Incidentele uitgaven

Huur

Vakantie

Meubels

Energie

Verzekering

Uitgaan

Persoonlijke verzorging

Boodschappen

Nieuwe telefoon

Uitkering

Loon

Winst

Een inkomen dat je ontvangt van de overheid

Het inkomen dat je verdient met een eigen bedrijf.

Het inkomen dat je verdient met een eigen bedrijf.

Van welk soort inkomen weet je van te voren niet hoeveel het is?

1. loon
2. winst
3. salaris
4. uitkering

Weet jij waar je, je geld aan uitgeeft?

1. Ja, ik hou het bij
2. Nee

Paragraaf 1.4

Maak zelfstandig opdracht 1 tot en met 7 van paragraaf 1.4. online. Is je laptop leeg? Dan werk je in je werkboek.

Klaar? Lees vast de volgende lesstof en werk verder

Huiswerk

Paragraaf 1.4 opdracht 1 t/m 7

Poll: hoe vond je de les?

😒🙁😐🙂😃