Les 15 Voorbereiding TW2

VOORBEREIDING TW2
H1 KRACHTEN
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

VOORBEREIDING TW2
H1 KRACHTEN

Slide 1 - Diapositive

Welke kracht werkt er op een vallend voorwerp?
A
spierkracht
B
spankracht
C
magnetische kracht
D
zwaartekracht

Slide 2 - Quiz

Je kunt een kracht tekenen als een pijl. Wat geeft de lengte van de pijl aan?
A
de krachtenschaal
B
hoe groot de kracht is
C
de richting van de kracht
D
plaats waar de kracht wordt uitgeoefend

Slide 3 - Quiz

In welke situatie mag je de krachten van elkaar aftrekken?
A
situatie 1
B
situatie 2
C
situatie 3
D
situatie 4

Slide 4 - Quiz

Sleep de juiste kracht die het meest overeenkomt naar de juiste afbeeldingen.
spierkracht
veerkracht
zwaartekracht

Slide 5 - Question de remorquage

Leg uit of de grootte van de kracht op de duim veranderd.

Slide 6 - Question ouverte

Hoe groot is de kracht aan de linkerkant van het draaipunt?
A
25 N
B
50 N
C
100 N
D
400 N

Slide 7 - Quiz

Welke vervorming is geen plastische vervorming?
A
een turner zet zich af op de trampoline
B
hond zak weg in pasgevallen sneeuw
C
loodgieter maakt bocht in koperen buis
D
Hij rijdt een deuk in zijn nieuwe auto

Slide 8 - Quiz

Een krachtmeter met een stugge veer die moeilijk uitrekt, gebruik je:
A
alleen om grote krachten te meten
B
alleen om kleine krachten te meten
C
zowel grote als kleine krachten te meten
D
geen van allen

Slide 9 - Quiz

Hoe kun je zien dat Brenda de grootste kracht uitoefent.
Benda

Slide 10 - Question ouverte

Een steen oefent een kracht uit op de hand van 15 N
Wat is de lengte van de pijl die je moet tekenen?
A
1 cm
B
3 cm
C
5 cm
D
15 cm

Slide 11 - Quiz

Een auto rijdt met constante snelheid over de weg. De wrijvingskracht is 400 N.
Hoe groot is de nettokracht?

Slide 12 - Question ouverte

Welke veer is het stugst, C of D?
A
C, per 1 cm de meeste kracht nodig
B
C, per 1 cm de minste kracht nodig
C
D, per 1 cm de meeste kracht nodig
D
D, per 1 cm de minste kracht nodig

Slide 13 - Quiz

Ties zit 4 m van een draaipunt aan de linkerkant van een wip en heeft een massa van 25 kg. Anneke zit op 2,5 m van een draaipunt aan de rechterkant. Bereken de massa van Anneke.

Slide 14 - Question ouverte

EINDE

Slide 15 - Diapositive